Act of No Choice, Geen Daad van vrije Keuze – Het onderzoek toont aan dat Papoea’s nooit vrijelijk hun recht op onafhankelijkheid hebben kunnen uitoefenen.
Drooglever report exposes the truth on “Act of Free Choice”
“Act of Free Choice” is a report written by dr. P.J. Drooglever about the former Dutch territory West NewGuinea currently known as (West) Papua, the most eastern province of Indonesia .
When Indonesia gained its independence from the Netherlands in 1949, the Dutch government retained control over the territory of West New Guinea.
The Dutch who were continuously under international pressure finally signed the August 1962 New York agreement with Indonesia. The meetings prior to the signing of the agreement were initiated and sponsored by the US, who were at that time afraid of the rising communism in Indonesia. In order to stop de rising of communism the US used West New Guinea to get in favour of Indonesia.
After a transitional period of a few months –under observation of the UN- the agreement brought West NewGuinea under Indonesian control. The Drooglever report, which is written in commission of the Dutch foreign affairs Minister, reveals that the so-called “Act of free choice” was in fact not an act of free choice at all. Article 18 of the New York Agreement encloses that all adult Papuans had the right to participate in an act of self-determination which had to be carried out in accordance with international practice. Instead, Indonesian authorities selected 1022 West Papuans to vote in public and unanimously under severe pressure by the Indonesian Army in favor of integration with Indonesia . Even though there is significant evidence that Indonesia failed to meet its international obligations, the UnitedNations “took note” of the “Act of Free Choice” and its results in November 1969.The agreement obligated Jakarta to conduct an election on self-determination with UNassistance no later than 1969. However, after Indonesia became in control, Indonesia started to repress groups demanding independence for the territory.
These historical facts clearly show that the Dutch, and the UN have a moral obligation to the Papuans who are still living under Neo-Colonial rule.
Since the “Act of No choice” in 1969 thousands of Papuans have been slaughtered brutally and even more Papuans have been abused and tortured by Indonesia. Until this day these crimes against Humanity are taking place in Indonesia.
Onder deze rubriek en in het boek van Prof. P.J. Drooglever, “EEN DAAD VAN VRIJE KEUZE´ kunt U lezen hoe de vrije wereld, in het bijzonder de V.S. Nederland, Australië, Indonesië met de daad van vrije keuze zijn omgesprongen.
Het werd een schandelijke vertoning van collaboratie waarbij een compleet inheems Papoea volk werd opgeofferd.
Op de website kunt U lezen hoe de Indonesische machthebbers na 1 Mei 1963 in Papua hebben huisgehouden en hoe de vrije wereld hier op reageert, ondanks dat ook Indonesië het mensenrechten verdrag heeft ondertekend.
Na de 2e wereldoorlog kwam de V.N. met een mandaat en de Universele Rechten van de Mens, dat door heel veel landen werd ondertekend. In 2008 werd uitvoerig stilgestaan bij het feit dat het 60 jaar was geleden dat allerlei goede intenties werden vervat in betreffende verklaring.
Dit afgezet tegen het bizarre gebeuren in Papua in de periode 1963-2016 moet men wel tot de conclusie komen dat de Universele Rechten van de Mens nu ineens niet van toepassing zijn op het Papoea volk.
De Act of Free Choice is niet goed afgewikkeld en door onderzoek is gebleken dat Indonesië de vrije hand kreeg om te doen wat men wilde doen. Er werd niets ondernomen met als gevolg dat het sindsdien helemaal de spuigaten uitliep. Lees in dit verband allerlei rapporten van mensenrechten organisaties, de rubriek mensenrechten, genocide, het boek van Prof. Drooglever, het boek van Kees Lagerberg: Schuldig zwijgen.
Onder de rubriek: Tradities en gewoonten op de hoofdpagina staat het verhaal: “De zoon van de krokodillenman” Hier beschrijft Ds. Hokojoku, een van de 1025 kiesmannen, hoe de Indonesiërs te werk gingen en dat de 1025 Papoea’s helemaal geen keus hadden en dat het referendum werd verkracht tot een gedwongen aansluiting bij Indonesië. Al in 1968 werd duidelijk dat Indonesië dit referendum in 1969 nooit zou winnen en zocht men naar een methode om dit wel te winnen.
Dus werden die 1025 Papoea kiesmannen door Indonesische machthebbers uitgekozen, in een barak gezet, gehersenspoeld, bedreigd en werden de kiesmannen gedwongen te kiezen voor hun leven en dus te stemmen voor Indonesië. Dit laten gebeuren is bizar, een compleet inheems volk zo verraden en het geheel in de doofpot houden is een onmenselijke daad en het is onbegrijpelijk dat de vrije wereld maar niet wil reageren, nu dit wel bekend is en de Papoea’s nog steeds vechten voor hun vrijheid.
Lees het boek van de Britse academicus Dr. John Saltford: “The United Nations and the Indonesian Take-over of West Papua, 1962-1969, the anatomy of Betrayal.” Uit zijn onderzoek bleek dat verreweg de meeste Papoea’s voor onafhankelijkheid waren.
Lees ook de scriptie van Maaike te Rietmole: “unfinished business” zie hoofdpagina.
Betreffende scriptie is een onderzoek naar de postkoloniale Nederlands-Indonesische betrekkingen(1949-heden) bezien vanuit het perspectief van de Rationele Keuze Theorie en laat zien dat de emoties over het koloniale verleden tussen 1945 en 1949 de Nederlands-Indonesische betrekkingen nog steeds beïnvloeden.
Indonesië weet hier handig gebruik van te maken en de miljarden schuld aan Nederland werd nooit terugbetaald. Door het Nederlandse beleid in het verleden werd Nederland de dupe, maar vooral de Papoea’s werden geslachtofferd.
De Papoea’s zochten tevergeefs steun bij Nederland, dat medeverantwoordelijk werd gehouden en een speciale rol vervulde als koloniale machthebber van Nieuw Guinea.
Nederland had zich openlijk gecommitteerd aan het principe van zelfbeschikking voor de Papoea’s en toen het zover was keek de gehele wereld de andere kant op en werden de Papoea’s aan hun lot overgelaten met alle gevolgen van dien.
Het beloofde referendum van 1969 werd helaas toch een farce en de Papoea’s werden verraden en ontrecht. Vanwege economische belangen werden Nederlandse politici “kaltgestellt” (Jan Pronk)
De vele rapporten van allerlei mensenrechten organisaties, zie de website: Periode 1962/2015 maken nu geen indruk en geeft Indonesië mogelijkheden gewoon door te gaan met hun mensenrechten schendingen.
Er kwamen veel verzoeken om V.N. toezicht om op die manier de mensenrechten schennis tegen te gaan en de Papoea’s kansen te bieden hun burgerrechten te waarborgen. De smeekbedes van de Papoea’s vonden echter geen gehoor en de militaire machthebbers konden doen wat zij in die afgelopen periode na de machtsovername hebben gedaan. Betreffende wandaden kunt U lezen op deze website!
Lees ook het handvest van de V.N./ Mensenrechten verklaringen, zie hoofdpagina en waarschijnlijk komt U tot de conclusie:Hier is veel fout gegaan en waarom wordt dit doodgezwegen?
Het verraad, collaboratie, lees ook onderstaand verslag van NRC, waaruit blijkt dat ook Nederland hieraan heeft meegewerkt. On a mission to sway Australia’s view
Papuan politicians Clemens Runawery (left) and Wim Zonggonau are on the campaign trail again.
Photo: James Boddington
THIRTY-SEVEN years ago former Papuan politicians Clemens Runawery and Wim Zonggonau boarded a plane on an urgent mission that might have changed the political fate of their now Indonesian-ruled province.
But they were pulled off the flight as part of Australia’s not widely known behind-the-scenes role in thwarting Papuan independence aspirations.The pair, who have spent the last 39 years in exile in Papua New Guinea working as educationalists, are now on another mission — this time to Australia. They are appealing, with the backing of the Australian Greens senator Bob Brown, for Australia not to sign a security treaty withIndonesia that they say would again “betray” Papuan rights.
A proposed Australia pledge not to support the continuing Papuan push for independence would be tantamount, Mr Zonggonausaid, “to saying to Koppasus (Indonesia’s special forces) do what you like in West Papua”. With estimates putting the numbers of Papuans killed or missing under Indonesia’s military presence since 1969 at 100,000, Australia should be insisting that the United Nations be allowed in to investigate, as had happened in East Timor, he said.
Mr Zonggonau was a member of the Provincial Assembly of Irian Jaya and of Indonesia’s upper house and Mr Runawery, a member of Papua’s Provincial Assembly when they fled to the then Australian-controlled Papua New Guinea in July 1969.They carried a petition signed by 54 Papuan leaders asking the United Nations to declare a sham its so-called Act of Free Choice, which had been restricted to 1200 Indonesian appointees. Speaking in Melbourne yesterday they recounted how after Australian officials took them off the plane in 1969, they were detained for eight months. “The untold story” is that the Dutch and Australian governments met in 1957 and “an understanding was reached … that the two sides of Dutch New Guinea would be … two separate entities”, Mr Runawery said. “Yet Australia stood behind Indonesia. It was a betrayal.”
De geplande wanhoopsmissie van de 2 bovengenoemde Papoea leiders naar New York om hun noodlot alsnog te ontgaan, werd verstoord, doordat de 2 Papoea’s op Australisch grondgebied uit het vliegtuig werden gehaald en voor 8 maanden in een gevangenis werden opgesloten. Aan het gesloten akkoord mocht niet worden getornd. Betreffende actie van Clemens Runawery en WimZonggonau is te zien in de film: “Land of the Morningstar”. Eigenlijk is het idioot dat West Papua bij Indonesië moest worden gevoegd, omdat de andere helft in 1975 onafhankelijk is geworden en PNG wordt genoemd. Voeg daarbij het gegeven dat de Papoea’s een geheel ander ras vertegenwoordigen en veel meer weg hebben van de oorspronkelijke bewoners van Australië.Zo’n 6000 jaar geleden vormde het nog een geheel met Australië. Door de wisselende natuurlijke omstandigheden,stijgende zeespiegel werd de toenmalige landverbinding verbroken en overspoeld. Daar ligt nu de Straat van Torres en de Koraalzee. De flora en fauna heeft ook veel weg van die van Australië.
Frustrerend blijft evenwel het gegeven hoe Indonesië met de rechten van dit Papoea volk is omgesprongen en hoewel de voormalige koloniale machthebber, Nederland, zich pas na 1950 met Nieuw Guinea ging bemoeien en de Papoea’s nog hoop gaven op een onafhankelijke staat, zijn Hollanders immens populair,omdat men de Papoea’s met rust liet en zij hun eigen gang konden gaan. Zij werden veel meer als gelijke behandeld en na alle gebeurtenissen sindsdien zijn de Papoea’s doordrongen van het feit dat men is overgeleverd aan een regiem, dat het wel heel slecht met hen voorheeft.
De afgelegenheid, slechte verbindingen, werkt nadelig omdat hele gebieden kunnen worden afgesloten en kwaadwillende militairen kunnen doen wat zij hebben gedaan. De video beelden over martelingen en gedrag van militairen die de laatste tijd zijn verschenen spreken hierbij boekdelen! Het zal mij niet verbazen als strijdbare Papoea’s alsnog kans zien hun grieven kenbaar te maken bij de V.N. of het Internationaal Strafhof in Den Haag, want daar hoort hun genocide dossier te liggen.
Misschien komt dan ook het herziene zelfbeschikkingsrecht nog eens ter sprake en krijgen de Papoea’s alsnog de kans vrijelijk hun eigen keus te bepalen. Onderstaand verslag vanuit de NRC voert je terug in de tijd van 1969 en toont nog maar eens aan hoe men ook in 1969 jacht maakte op Papoea leiders, zoals Willem Zonggonao en Clemens Runawery. Beide zijn inmiddels overleden.
NRC 28 AUGUSTUS 1999
Maandag kiest, als alles goed gaat, de bevolking van Oost-Timor tussen autonomie binnen Indonesië of onafhankelijkheid. Dertig jaar geleden mocht de Papoea-bevolking van West-Irian een soortgelijke keuze maken; Dat referendum werd een farce. Nederland, de VS en Australië steunden de lndonesische aanspraken. Recent vrijgegeven documenten van de Australische regering onthullen nieuwe details van hun bemoeienis.
Antony Balmain
Op 31 mei 1969 staken twee mannen de grens over van wat toen bekend stond als West-Irian naar het Australische TerritoriumNieuw-Guinea, het huidige Papoea Nieuw-Guinea. De twee West-Papoeaanse leiders, Willem Zonggonao (26) en ClemensRunawery (27), waren op weg naar de Verenigde Naties in New York. Bij zich droegen ze documenten die aantoonden dat veleWest-Papoeaanse leiders onafhankelijkheid wensten.
De twee mannen zouden de VN echter niet bereiken; ze werden tegengehouden in het kader van een internationale strategie, bedoeld om te verzekeren dat Irian Jaya zou toevallen aan het Indonesië van president Soeharto. Australië en Nederland hebben, op verzoek van Indonesië, verhinderd dat de twee mannen hun reis voortzetten om hun zaak te bepleiten bij 0e Thant, de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, slechts enkele weken voordat de West-Papoea’s zouden gaan stemmen over hun toekomst.
In die tijd, vertelt Zonggonao 3O jaar later, voerden Indonesische troepen her en der in de provincie gewapende acties uit tegen West-Papoeaanse nationalisten. Zonggonao zegt dat de documenten die hij en Runawery bij zich hadden, ook aanwijzingen bevatten voor wijdverbreide mishandeling van West-Papoea’s door Indonesische veiligheidstroepen.
Zonggonao woont tegenwoordig in Port Moresby, de hoofdstad van Papoea Nieuw-Guinea. Hij spreekt acht talen, is afgestudeerd in pedagogiek en geografie, en is oprichter van een van de eerste particuliere hulporganisaties van Papoea-Nieuw-Guinea, voor bijstand aan daklozen. Zijn jongste functie is die van directeur van het Nationaal Verbond van Particuliere Organities.
Hoewel het allemaal meer dan 30 jaar geleden is, zegt Zonggonao dat de gebeurtenissen die hem ertoe brachten zijn missie naar de VN te ondernemen, hem nog helder voor de geest staan. “Op een dag, toen ik brandhout stond te hakken, hoorde ik kogels inslaan in de sagopalm. Dus zei ik: we moeten weg. Voordat wij opbraken, bliezen zij nog met twee handgranaten onze tent op, dus namen wij de benen. Overal om ons heen explodeerden granaten. Wij moesten wegwezen”, aldus Zonggonao.
Een 282 pagina’s dik, uiterst geheim overheidsdossier over Zonggonao en Runawery toont aan dat Australië, Indonesië en Nederland hebben samengespannen over de toekomst van het grondstoffenrijke West-Irian. Andere dossiers, die onlangs zijn vrijgegeven na afloop van dein de Australische archiefwet bepaalde termijn van 30 jaar, maken duidelijk dat ook de Verenigde Staten en VN-functionarissen erbij betrokken waren.
Uit een bevolking van 800.000 zielen selecteerde Indonesië 1.025 Papoea’s die mochten deelnemen aan een onder auspiciën van de VN te realiseren zelf-beschikkingsproces, de zogeheten Act of Free Choice (Akte van Vrije Keuze). Volgens Indonesia waren de namen van de geselecteerde West-Papoea’s naar boven gekomen door middel van raadpleging, de zogeheten moesjewara. De stemming over de toekomst van West-Irian zou van 14 juli tot 4 augustus in acht regio’s plaatsvinden.
West-Papoeaanse voormannen en anderen, onder wie politici in Australia en Nederland, hadden eerder aangedrongen op een referendum, waarbij iedere inwoner zou kunnen antwoorden op de vraag of hij wel of niet wenste dat de provincie bij Indonesiableef. Het houden van een raadpleging over zelfbeschikking was in 1962 afgesproken toen, op initiatief van de Verenigde Staten, Indonesië en Nederland de overeenkomst sloten over de overdracht van Irian Jaya.
Hoewel er dus verschil van mening bestond over de door Indonesië gekozen procedure, gingen de Nederlandse en de Australische regering met de voorgestelde werkwijze akkoord. Uit een telegram van Den Haag naar Canberra blijkt dat overleg plaats had tussen de toenmalige regionaal directeur ‘Oosten’, mr. J. Rookmaaker, van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de toenmalige ambassadeur van Australit in Den Haag, C.T. Moodie. ,,Betreffende de Act of Free Choice was Rookmaaker het eens met de opmerking van onze ambassade dat het niet verstandig zou zijn voor de Indonesiërs om (in deze kwestie) een verkeerde indruk te maken, omdat dat op den duur afbreuk zou kunnen doen aan het idee dat de moesjewara een aanvaardbare procedure was. (..) De Nederlanders gingen geheel akkoord met de moesjewara als de best uitvoerbare manier om de Act of Free Choice te realiseren”, aldus het telegram.
Dubieus
Gordon Jockel, de toenmalige Australische ambassadeur in Indonesië, was waarnemer bij de Act of Free Choice in Irian Jaya. Volgens hem was de gevolgde consultatieprocedure of moesjewara dubieus. De inmiddels gepensioneerde Jockel zegt dat deWest-Papoea’s die deelnamen aan de Act of Free Choice, steekpenningen hebben gekregen van Indonesische functionarissen. ,,De Act of Free Choice is lange tijd voorbereid, waarbij allerlei vormen van beïnvloeding werden gehanteerd, zoals het geven van geschenken, feesten, amusement, medische hulp enzovoort.”
Papoealeider Zonggonao, die tot mei 1969 lid was van de Indonesische Vergadering van West-Irian (DRPD), zegt dat de geselecteerden met grof geweld werden bedreigd. De als deelnemers gekozen West-Papoea’s werden in een kamp gestopt en door militaire officieren geïndoctrineerd. Hun werd gezegd dat als zij niet voor Indonesië zouden stemmen, hun tong zou worden uitgesneden”, zegt hij.
Ook in een door inlichtingen-functionarissen geschreven rapport, waaruit blijkt dat op het hoogste niveau geheime samenwerking plaats vond tussen Nederland, Australië en Indonesië, wordt aangegeven dat de bewoners van West-Irian geen eerlijke beslissing zouden nemen. In dat van 27 juni 1969 daterend rapport, opgesteld door leden van de Nederlandse en de Australische inlichtingendiensten en dat in Jakarta en Canberra is verspreid, staan aanwijzingen voor de opvattingen van toenmalige overheidsfunctionarissen. West-Papoea’s worden ‘primitief’ genoemd en er staat dat ,,de mentale kloof tussen Papoea’s en Javanen reusachtig is”. ,,Naar Westerse opvattingen kan de Act of Free Choice niet op een eerlijke manier worden uitgevoerd. De ‘kiesmannen’ zullen ook door de Indonesiërs worden aangewezen. Maar het zou nog wel eens heel moeilijk kunnen blijken om voldoende Papoea’s te vinden die bereid zijn als ‘kiesmannen’ voor de Indonesiërs op te treden. Er zal dus geen vrije keuze door de bevolking plaatsvinden”, aldus het rapport van de inlichtingendiensten.
Slechts enkele weken eerder hadden, zo blijkt uit een ander document, Adam Malik, de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, en zijn Nederlandse collega Luns in Rome geheim overleg over Irian Jaya. Terwijl in het Nederlandse parlement de onenigheid over het zelfbeschikkingsproces in West-Irian toenam, stond in een telegram van de Australische ambassade in Rome aan Canberra, gedateerd 27 mei 1969, dat de betrekkingen tussen de twee landen op het gebied van ontwikkelingshulp en investeringen gevaar liepen. ,,Toen de Indonesiërs instemden met de besprekingen, meenden zij dat Luns in het parlement in grote moeilijkheden zou komen, tenzij hij zowel de rechter- als de linkervleugel – die beide Indonesië in de kwestie West-Irian kritiseerden – ervan zou kunnen overtuigen dat de Indonesische bedoelingen met betrekking tot de Act of Free Choice redelijk en bevredigend waren. Slaagt hij daar niet in, dan zou dat ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de omvang van de hulp die Indonesië van Nederland ontvangt en nog hoopt te zullen ontvangen.” Het telegram toont aan dat Nederland en Indonesië een overeenkomst hadden gesloten. ,,Het was dan ook in het belang van beide partijen dat de besprekingen werden gehouden en dat ze slaagden. Vanuit Indonesisch standpunt gezien waren ze succesvol”, staat er.
Isolement
Vier dagen na het overleg in Rome kwamen de Papoealeiders Zonggonao en Runawery op weg naar New York aan in het door Australië bestuurde gedeelte van Nieuw-Guinea. Australië was bereid hun een verblijfsvergunning voor Nieuw-Guinea te verlenen, mits zij schriftelijk verklaarden geen politieke activiteiten te zullen ondernemen. ,,Omdat wij weigerden die papieren te tekenen, namen zij ons in hechtenis. Daarna werden wij ondervraagd door de ASIO (de Australische Inlichtingendienst, AB) en overgevlogen naar het eiland Manus” zegt Zonggonao. Op Manus, 300 kilometer ten noordoosten van Australisch Nieuw-Guinea, werden tientallen West Papoeaanse vluchtelingen vastgehouden om te voorkomen dat zij politieke activiteiten ondernamen.
Ondanks het isolement waarin de twee mannen verkeerden, bood John Middleton die als Australisch/Nieuw Guinees parlementslid zich de zaak aantrok, aan om hun vliegtickets naar New York te betalen. Middleton, die nog altijd in Papoea-Nieuw-Guinea woont, zegt nu dat het hem ,,toen een redelijk gebaar leek om hun vliegreis naar New York te betalen”, omdat de West-Papoea’s steun nodig hadden in hun streven naar zelfbeschikking. ,,De emoties over die kwestie liepen hier toen nogal hoog op, want iedereen besefte wel dat het hele zaakje stonk. Het was nogal duidelijk dat de zogenaamde ‘vrije keus’ neerkwam op ‘geen keus’. Zij wilden documenten naar New York brengen die zouden aantonen dat de hele onderneming bedrog was”, voegt Middleton eraan toe.
Australië, dat officieel Zonggonao en Runawery ,,niet tegenhield en niet bijstond”, heeft hen er lijfelijk van weerhouden naar de VN te reizen. Middleton had de vliegtickets betaald, maar op bevel van Canberra verhinderde het districtshoofd op Manus dat zij het vliegtuig naar Port Moresby namen om van daar naar New York te vliegen.
Nederland weigerde de twee mannen reisdocumenten te verschaffen, en de Verenigde Staten verklaarden dat het nodig was om ,,gedurende enkele maanden het vertrek van de twee mannen uit Papoea-Nieuw-Guinea te verhinderen”. De toenmalige secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, Schiff, heeft zelfs tegen de Australische ambassadeur in Den Haag gezegd dat de Nederlandse regering had geweigerd Zonggonao en Runawery reispapieren te verschaffen.
In een officieel Australisch telegram van 4 juli 1969 – tien dagen voor het begin van de Act of Free Choice – van Den Haag naar Canberra staat dat Schiff ,,hoopte dat de Australische autoriteiten een manier zouden kunnen vinden om te voorkomen dat hun reisgelegenheid werd geboden, omdat een bezoek aan New York verwarring zouden kunnen stichten bij de Verenigde Naties en onvermijdelijk de aandacht zou trekken van de Nederlandse pers, met als waarschijnlijk gevolg druk op de regering alhier.”
Schandalige schertsvertoning
Intussen had de visie van het team van de Verenigde Naties dat ten tijde van de Act of Free Choice in Irian Jaya aanwezig was, schokkende implicaties. Volgens een in juli 1969 aan de Australische regering aangeboden officieel regeringsrapport van de Verenigde Staten ,,is de persoonlijke politieke indruk van het VN-team dat (..) 95 procent van de Irianezen onafhankelijkheid wenst en dat de Act of Free Choice een schertsvertoning is.”
De samenzwering werd bekroond bij de Verenigde Naties in New York, in de aanloop tot de Algemene Vergadering van de VN. In een telegram van 8 september 1969 van New York naar Canberra schrijft de Australische ambassadeur Sir Patrick Shaw ,,De Nederlandse ambassadeur Middelburg hoopt dat de behandeling van het onderwerp in de Vergadering kalm zal verlopen, met slechts twee verklaringen, van Nederland en Indonesië. Hij sprak enige bezorgdheid uit over het effect van lobbyen door WestIrianezen in New York.”
Het VN-team dat toezicht hield op de uitvoering van de zelfbeschikking, werd geleid door de Boliviaanse diplomaat FernandoOrtiz-Sanz. Volgens een door de Australische inlichtingendienst opgestelde analyse van zijn rapport ,,koesteren bepaalde elementen een sterke overtuiging ten gunste van onafhankelijkheid van West-Irian.”
Uit het rapport blijkt ook dat Ortiz-Sanz aanvankelijk als voorwaarde stelde dat het zelfbeschikkingsproces een referendum zou zijn op basis van hoofdelijke stemming. Onder druk van Indonesië, Australië, de secretaris-generaal van de VN en Nederland veranderde Ortiz-Sanz evenwel van gedachten en accepteerde hij de volksraadpleging naar Indonesisch model. In zijn eindverslag, dat op 6 november 1969 in de Algemene Vergadering van de VN de orde kwam, zei Ortiz-Sanz rechten van vrije meningsuiting, vrijheid van beweging en vrijheid van vergadering” in Irian Jaya niet in acht waren genomen. Dat vormde een inbreuk op de in 1962 in New York gesloten overeenkomst tussen Indonesië en Nederland, zei hij.
Ondanks Ortiz-Sanz’ bezwaren ratificeerde VN-secretaris-generaal Oe Thant de Act of Free Choice met woorden dat ,,de bevolking er de voorkeur aan had gegeven bij Indonesië te blijven”.
Commentaar: wat een gekonkel en wat heeft dit veroorzaakt—- genocide, maar nu hoor je niemand, ondanks de smeekbeden van Papoea’s om hulp om van die veroorzaakte mensenrechtenschennis verlost te worden!