Mensenrechten

  • Papoea’s wonen al duizenden jaren in Papua en zijn heel lang , tot bijna 1950 in een isolement gebleven en daarom is ook hun cultuur en identiteit heel lang bewaard gebleven
  • In de tweede wereldoorlog werd hun wereldje wreed verstoord door de invasie en bezetting van Japanners.
  • Achtereenvolgens kwamen de Amerikanen en na de oorlog kwam men weer onder het koloniale bewind van Nederland.
  • Na dit wapengekletter begon Nederland in 1949/1950 de infra structuur enigszins te verbeteren en probeerde men de Papoea’s voor te bereiden op eventuele onafhankelijkheid.
  • Indonesië ontkent nu dat men de Papoea bevolking moet zien als een inheemse bevolking
  • Om Nieuw-Guinea kwamen er politieke spanningen en na militaire schermutselingen tussen Nederland en Indonesië, werd mede door de interventie van de V.S. het conflict zogenaamd opgelost en bereikte men het New York akkoord. (15.8.1962).
  • Uiteindelijk viel het doek voor de Papoea’s in September 1969, de “Act of Free Choice”.
  • Kiezen in West Irian
  • “Ziet u wel – open aan alle kanten”
  • Over deze “Act of Free Choice” is al veel geschreven en zal ook in de nabije toekomst nog vaak worden besproken.
  • Het debacle begon echter al meteen na de overdracht, officieel 1 Mei 1963.
  • De schandelijke, frauduleuze manier, waarop de Indonesiërs met het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s zijn omgesprongen, is eigenlijk met geen pen te beschrijven.
  • Even schandelijk is de manier, waarop de V.N. waarnemers zich van hun goed omschreven taken hebben gekweten. De V.N. waarnemers, onder aanvoering van Ortiz Sanchez laten het compleet afweten en hebben ook openlijk toegegeven, dat de Papoea’s tegen inlijving bij Indonesië waren.
  • De rapporten liegen er niet om en nu 34 jaar later lopen er nog verschillende onderzoeken naar deze voor velen pijnlijke affaire.
  • Alleen al in de aanloop periode van 1962-1969  werden 30000 Papoea’s vermoord en nu anno 2003 zijn er minstens 100000 Papoea’s  door het brute, corrupte regiem van Indonesië omgebracht.
  • In Jayapura, West Papua, zetelt de ELSHAM (West Papoea Instituut voor Mensenrechten).
  • John Rumbiak, geboren in 1962 in Biak, is de supervisor van ELSHAM. In 1999 studeerde hij mensenrechten op de Columbia Universiteit in New York en in het voorjaar van 2001 volbracht hij een missie over mensenrechten, waarbij hij verschillende steden in Europa en Amerika aandeed.
  • Wanneer U de rapporten en berichten over Papua leest, kunt U zelf vaststellen hoeveel werk Elsham nog heeft te verzetten.
  • Na de overdracht is het uitgelopen op een ongekende tragedie en het is nauwelijks voor te stellen, hoeveel de Papoea’s hebben geleden.
  • Groeiende aandacht voor onderdrukte Papoea-bevolking.
  • In tegenstelling tot de vreemde taboe opstelling in Nederland is het wel opmerkelijk, dat er vanuit andere landen steeds meer druk wordt uitgeoefend op de Indonesische regering inzake hun repressie beleid in Papua.
  • Het aantal organisaties in de betreffende landen groeit nog elk jaar en er worden momenteel al meetings georganiseerd om te komen tot meer doeltreffende acties voor steun aan de Papoea’s.
  • Die steun is zeer divers, voor de mensenrechten, vrede, herziening van de “Act of Free Choice”  etc. . Elke organisatie heeft zijn eigen netwerk met andere organisaties in binnen en buitenland.
  • Dit heeft tot gevolg dat nieuws over de schendingen van de mensenrechten heel snel via internet wordt verspreid en dat steeds meer mensen hierbij worden betrokken. Ondanks de verschillen is men ervan overtuigd, dat de schendingen van de mensenrechten geen interne aangelegenheid is en dat dit door geen enkele politiek belang kan worden getolereerd. Betreffende organisaties komen tot verregaande acties en dit alles is niet onopgemerkt gebleven bij het Indonesische regiem.
  • In Oktober 2002 was er in Londen een meeting, waarbij meer dan 20 verschillende organisaties uit 15 landen vertegenwoordigd waren en die steun betuigden aan het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s, een recht van alle volken in de wereld. Men deed een beroep op de Indonesische regering een dialoog met Papoea-leiders (Presidium) aan te gaan om uit de impasse te komen.
  • Men deed een beroep op Kofi Anan, het gewraakte V.N. beleid in de Act of Free Choice te herzien. De Papoea’s kwamen met een voorstel Papua als vredeszone te verklaren.
  • Indonesië voert echter hard beleid van repressie en het leger doet alles het land instabiel te houden en de legitieme OPM(verzetsbeweging) als een terreurorganisatie aan te merken.
  • Ondergetekende heeft de stellige indruk, dat er in het verleden heel veel verkeerd is gegaan en heeft dat geprobeerd te verwoorden in een uitvoerig rapport.   Hier kan men lezen waar het Indonesië, Amerika en bondgenoten om te doen is: niet om de Papoea’s, men wil hun bodemschatten. De Papoea’s zijn tweederangsburgers in eigen land.
  • In dit verband gebruikt Indonesië alle middelen, diplomatie, militair geweld en economische steun van internationale bondgenoten.
  • Het zijn echter gewone burgers, zoals ondergetekende, die zich druk maken over het welzijn van de oorspronkelijke bewoners van Papua, namelijk de Papoea’s.
  • Lees het hele verhaal over dit grote onrecht, waaraan de Papoea’s gedurende afgelopen 40 jaar zijn blootgesteld. Alleen al in de aanloop naar het referendum 1962/1969, stierven er ca 30.000 Papoea’s onder het brute geweld van Indonesische militairen. Sindsdien volgden er nog honderdduizenden. Sinds voorjaar 2002 ben ik in de weer, belangrijke, meestal dramatische gebeurtenissen te rapporteren met de bedoeling dit eens wereldkundig te maken en een doekje open te doen over wat er allemaal in Papua gebeurt.
  • Het resultaat is schokkend en bizar, zo bizar, dat het tijd wordt, de Nederlandse burger kennis te laten nemen over de genocide, die plaatsvond en plaats vindt in voormalig Ned. Nieuw-Guinea.
  • Lees het complete verhaal en U heeft een goede indruk over wat er zich in Papua afspeelt.

 

  • Amnesty International en Human Rights Watch:
  • 10.7.2003:
  • Beide bovengenoemde organisaties hebben jarenlang campagne gevoerd voor aanpassing van de Indonesische Criminal Code om deze af te stemmen met het Internationaal Recht voor vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergaderen.
  • Na de gedwongen afzetting van President Suharto in Mei 1998 werden alle politieke gevangenen vrijgelaten en werd besloten een eind te maken aan gerechtelijke vervolgingen van politieke activisten.
  • Er zijn sindsdien al weer 46 politieke activisten gevangengezet, waarvan 39 sinds Megawati Sukarnoputri in Juli 2001 president werd.
  • “De weg naar meer politieke vrijheden en respect voor vrije meningsuiting worden ondermijnd door het gevangenzetten van vreedzame politieke, onafhankelijkheids en andere activisten”. Vertelde Brad Adams van Human Rights Watch, directeur van de Azië divisie.
  • “Met nog minder dan een jaar te gaan naar Indonesië’s eerste directe president verkiezing, worden individuelen opgesloten, die de regering bekritiseren en dat is een alarmerende ontwikkeling voor het electorale proces”.
  • De twee mensenrechten organisaties geven uitdrukking aan hun extra zorg over het verhoogde gebruik van een artikel onder de Criminal Code, dat het beledigen van de President of Vice President straft met tot 6 jaar gevangenis.
  • Sinds eind Mei 2002 zijn tenminste 14 politieke activisten gearresteerd  en gevangengezet en 3 worden er nog berecht.
  • In de meeste gevallen zijn betrokken activisten gearresteerd wegens deelname aan vreedzame demonstraties.
  • “Repressieve wetgeving zoals toegepast onder het autoritaire regiem van de vroegere President Suharto, behoort geen ruimte te krijgen in een land, dat heeft voorgenomen stappen te zetten naar een open democratie`, zei Ingrid Massage, interim directeur van de Pacific Program van Amnesty International.
  • Ignatius Mahendra, de voorzitter van de Yogyakarta afdeling van de National Democratic Student´s League (LMND) en Yoyok Eko Widodo, een lid van de Street Busters(SPI), zijn onder de laatste gevangenen, die wegens belediging van de president zijn gearresteerd.
  • Zij krijgen 3 jaar wegens het verbranden van portretten tijdens een vreedzame demonstratie in Januari van dit jaar.
  • Op 1 Juli kreeg Muhammad Nazar, een politiek activist in Aceh, 5 jaar, omdat hij deelnam aan een vreedzame onafhankelijkheids bijeenkomst eerder dit jaar.
  • Hij werd beschuldigd van haat verspreiden tegen de regering`.
  • `Alle legale voorzieningen, artikelen, die vreedzame politieke activiteiten criminaliseren, hadden al lang moeten zijn ingetrokken`, zegt Ingrid Massage van Amnesty International.
  • De Megawati regering zou een openbare bekendmaking moeten maken om deze veroordelingen te beëindigen.
  • De twee mensenrechten organisaties doen een beroep op donor landen, zoals Japan, de EU, de V.S en Australië om meer druk op Indonesië uit te oefenen om legale hervormingen door te voeren en aan de bestaande degenererende praktijken een eind te maken.
  • De unfaire berechtingen, waaraan gevangenen worden blootgesteld moeten ter discussie worden gesteld.
·          In veel gevallen worden arrestaties zonder machtiging uitgevoerd en gedetineerden krijgen geen advocaat toegewezen en zijn in sommige gevallen soms mikpunt van martelingen en andere ontoelaatbare handelingen,

 

  • Vanuit Papua zijn hierover talloze gevallen bekend en nog elke dag worden Papoea´s geconfronteerd met schaamteloze intimidatie. In sommige gebieden heeft men geen vrije toegang, zodat verschillende milities vrij spel hebben.
·        Via verschillende e- mails van mensen, die daar wonen en werken, zijn er alarmerende berichten over wangedrag van het leger, politie en beambten. Ook blanken ondervinden hinder en hoe men met Papoea´s omgaat, laat zich dan raden!
·          23 mannen zouden tijdens hun verhoor door de politie/militairen mishandeld zijn om ze te dwingen een “bekentenis” af te leggen over hun betrokkenheid bij geweld tijdens een demonstratie in Jayapura (Papoea) in maart. Voorafgaand aan het proces in mei werden zestien van de beklaagden naar verluidt door politieagenten geschopt en met geweerkolven belaagd

 

  • Betreffende berichten omschrijven de bedreigende sfeer, vrijheidsgevoelens worden geweld aangedaan en er komt iets beklemmends voor in de plaats.

 

·       JAARBOEK INDONESIË 2007

·        Betreft informatie over 2006

  • Verantwoordelijken voor mensenrechtenschendingen gingen vrijuit voor schendingen die plaatsvonden in Nanggroe Aceh Darussalam (NAD) en Papoea. Uit Papoea kwamen berichten over buitengerechtelijke executies, marteling en buitensporig geweld. In het hele land kwam mishandeling of marteling in detentiefaciliteiten en politiebureaus naar verluidt veel voor. In september werden drie mensen geëxecuteerd, waarna het debat over de doodstraf weer oplaaide. Ten minste dertien mensen werden ter dood veroordeeld. De vrijheid van meningsuiting lag aan banden, en ten minste acht mensen werden vervolgd omdat ze op vreedzame wijze hun mening uitten.
  • Feiten en cijfers
    Achtergrond
    Straffeloosheid
    Marteling en mishandeling
    Doodstraf
    Discriminatie van en geweld tegen vrouwen
    Nanggroe Aceh Darussalam
    Papoea
    Vrijheid van meningsuiting
    Veiligheidswetgeving
    Economische, sociale en culturele rechten
    Rapporten en bezoeken
    Archief jaarboek
  • Staatshoofd en regeringsleider: Susilo Bambang Yudhoyono
    Doodstraf: wordt gehandhaafd
    Internationaal Strafhof: niet geratificeerd
  • In mei ratificeerde Indonesië het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, maar eind 2006 was nog geen wetgeving aangenomen om de verdragsbepalingen op te nemen in het binnenlands recht. In juni werd Indonesië gekozen in de VN-Mensenrechtenraad en het land zegde toe het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof vóór 2008 te ratificeren. Religieuze minderheidsgroeperingen en kerken waren het doelwit van geweld. In Sulawesi braken her en der religieuze onlusten uit.
  • In juli werd een langverbeide Wet bescherming getuigen (Wet 13/2006) aangenomen, die onder meer voorzag in een orgaan voor de bescherming van getuigen en slachtoffers. Volgens niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) waren de in de wet genoemde waarborgen ontoereikend door onvolledige definities.
  • In oktober vernietigde het Opperste Gerechtshof de veroordeling van Pollycarpus Budihari Priyanto wegens de moord op mensenrechtenactivist Munir, die in 2004 werd vergiftigd op een vlucht naar Nederland. Niemand is ter verantwoording geroepen voor dit misdrijf.
  • De meeste mensenrechtenschendingen door de veiligheidstroepen werden niet onderzocht en schendingen uit het verleden bleven onbestraft. Het bureau van de procureur-generaal liet na vervolging in te stellen in twee zaken waarbij de Nationale Commissie voor de Rechten van de Mens (Komnas HAM) in 2004 bewijs had aangedragen dat veiligheidstroepen misdrijven tegen de menselijkheid hadden begaan.
  • In maart werd Eurico Guterres – een Timorees militielid dat veroordeeld was tot tien jaar gevangenisstraf wegens misdrijven tegen de menselijkheid begaan in Oost-Timor in 1999 – gevangengezet nadat het Opperste Gerechtshof zijn veroordeling uit 2002 bekrachtigde. Van de personen die door het ad hoc-Mensenrechtentribunaal schuldig zijn bevonden aan de in 1999 begane misdrijven, is hij de enige van wie het vonnis is bekrachtigd.
  • De Commissie voor Waarheid en Vriendschap die door Indonesië en Oost-Timor was opgezet om misdrijven begaan in Oost-Timor in 1999 te documenteren en verzoening te bevorderen, ging van start met haar werkzaamheden. De commissie was onder meer bevoegd om amnestie aan te bevelen voor mensen die verantwoordelijk waren geweest voor ernstige mensenrechtenschendingen.
  • In december vernietigde de Staatsrechtbank Wet 27/2004, op grond waarvan een Indonesische Commissie voor Waarheid en Verzoening was ingesteld. Mensenrechtenactivisten hadden bepalingen aangevochten die amnestie verleenden aan verantwoordelijken voor ernstige mensenrechtenschendingen en die het recht van slachtoffers op schadevergoeding beperkten. Het hof stelde echter dat de hele wet moest worden ingetrokken aangezien deze “onlogisch” was, sommige artikelen in strijd waren met de Grondwet, en het intrekken van afzonderlijke artikelen de rest van de wet onuitvoerbaar zou maken. Door het intrekken van de wet konden slachtoffers van mensenrechtenschendingen uit het verleden geen aanspraak maken op schadeloosstelling.
·         Achtergrond

 

 

·         Marteling en mishandeling
  • Marteling en mishandeling van gedetineerden en gevangenen kwam veel voor. en rubberstokken op hoofd en lichaam geslagen, zodat ze in de rechtbank schuld zouden bekennen. Beklaagden die tegenover de rechter verklaarden onschuldig te zijn werden naar verluidt geslagen en geschopt door de politie toen ze weer in hechtenis zaten.
  • Gevangenisomstandigheden voldeden bij lange na niet aan de internationale normen. Gedetineerden konden niet beschikken over behoorlijke bedden, medische zorg, behoorlijk voedsel, schoon water en hygiëneproducten. Ze stonden bloot aan lichamelijk en seksueel geweld en zaten opeengepakt in overvolle cellen. Minderjarigen werden soms samen met volwassenen in een cel geplaatst, en vrouwelijke gedetineerden werden soms bewaakt door mannelijke cipiers.

 

 

·         Doodstraf
  • Ten minste drie mensen werden in 2006 geëxecuteerd door een vuurpeloton Fabianus Tibo, Dominggus da Silva en Marinus Riwu uit Sulawesi. Hun zaak deed de discussie over de doodstraf weer oplaaien. Gevreesd werd dat hun proces oneerlijk was geweest, en twee van de drie mannen zouden zijn mishandeld voordat ze terechtgesteld werden. In 2006 werd bekendgemaakt dat nog eens negentien gevangenen zouden worden geëxecuteerd, onder wie drie mannen die schuldig waren bevonden aan de bomaanslagen in Bali in 2002. Geen van hen was eind 2006 echter terechtgesteld.
  • Ten minste 92 mensen zaten eind 2006 voor zover bekend in de dodencel.

 

 

·         Discriminatie van en geweld tegen vrouwen
  • In mei bekritiseerde de Nationale Commissie inzake Geweld tegen Vrouwen het gebrek aan genderspecifieke bepalingen in de voorgestelde herziening van het Wetboek van Strafvordering (KUHAP). Het nieuwe wetboek bevat onvoldoende bepalingen voor het onderzoeken en vervolgen van seksuele geweldsmisdrijven tegen vrouwen en gaat voorbij aan de specifieke behoeften van vrouwen in hechtenis.
  • In augustus vaardigde de regering een circulaire uit die het artsen en verpleegkundigen verbiedt “vrouwenbesnijdenis” (verminking van de vrouwelijke genitaliën) uit te voeren. Medici die toch doorgingen met deze praktijk zouden echter niet bestraft worden.
    Het parlement moest zich eind 2006 nog buigen over een omstreden wetsvoorstel inzake pornografie dat vrouwen strafbaar stelde die korte rokken droegen of weigerden bepaalde delen van hun lichaam te bedekken.
  • De door lokale overheden steeds vaker toegepaste sharia-verordeningen leken vrouwen onevenredig zwaar te treffen. In februari werd een vrouw veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf nadat een rechter na een oneerlijk proces had bepaald dat ze een prostituee was omdat ze ’s avonds alleen over straat liep terwijl ze make-up droeg. Alleen al in de gemeente Tangerang werden ten minste vijftien vrouwen gearresteerd wegens soortgelijke “vergrijpen” – één 63-jarige vrouw werd nota bene opgepakt terwijl ze fruit aan het kopen was.
  • Huishoudsters, die niet onder de nationale Wet inzake arbeidskrachten vallen, hadden te maken met schendingen van arbeidsrechten en stonden bloot aan lichamelijk, seksueel en psychologisch geweld. In juni werkte het ministerie van Werkgelegenheid aan een wetsontwerp inzake huishoudelijk personeel, dat echter tal van fundamentele arbeidsrechten niet regelde, zoals maximale werktijden, minimumloon of de specifieke behoeften van vrouwen.

 

 

·         Nanggroe Aceh Darussalam
  • De veiligheidssituatie in Nanggroe Aceh Darussalam (NAD) bleef stabiel, ofschoon het sporadisch tot schermutselingen kwam. Het wetsontwerp inzake het Bestuur over Aceh, dat in juli werd goedgekeurd door het parlement, voorzag in een mensenrechtentribunaal voor NAD dat schendingen zou gaan berechten. Het bevatte echter geen bepalingen om verantwoordelijken voor mensenrechtenschendingen uit het verleden voor de rechter te brengen. In september informeerden lokale organisaties Komnas HAM over massagraven die blootgelegd waren in NAD sinds het ondertekenen van een vredesakkoord in augustus 2005. De organisaties drongen er bij Komnas HAM op aan een grondig onderzoek in te stellen en te voorkomen dat nog meer graven blootgelegd zouden worden zonder de aanwezigheid van de vereiste forensische deskundigen.
  • In december vonden de eerste lokale verkiezingen plaats in NAD, waarop toegezien werd door de EU-Waarnemingsmissie voor Aceh, die haar verblijf verlengde tot 15 december.
  • Door het jaar heen werd bezorgdheid kenbaar gemaakt over het toenemende gebruik van sharia-wetten in NAD, en de nadelige gevolgen daarvan voor vrouwen. Vrouwen beklaagden zich erover dat ze onevenredig vaak staande gehouden werden door ‘Deugd en Ondeugd patrouilles’, en lastig werden gevallen wegens lichte vergrijpen en soms zonder enige reden. Ten minste 23 mensen zouden stokslagen hebben gekregen wegens gokken, overspel, het verkopen en consumeren van alcoholische dranken, en diefstal.

 

 

·         Papoea
  • Er waren berichten over buitengerechtelijke executies, marteling en mishandeling, buitensporig geweld tijdens demonstraties en het lastigvallen van mensenrechtenactivisten. Bij ten minste zes incidenten namen de veiligheidstroepen burgers onder vuur.
  • In januari werd een kind doodgeschoten en raakten ten minste twee mensen gewond nadat veiligheidstroepen het vuur openden in het dorp Waghete. Politie- en getuigenverslagen over het incident liepen sterk uiteen. Tal van waarnemers vreesden dat het incident een vergeldingsactie was voor de geruchtmakende actie van 43 mensen uit de regio Waghete die in januari asiel aanvroegen in Australië.
  • In maart werden vijf leden van de veiligheidstroepen gedood in Abepura na botsingen met demonstranten die de sluiting van de goud- en kopermijn PT Freeport eisten. Veiligheidstroepen zetten traangas in en vuurden rubberen kogels af op de menigte. Ten minste zes burgers – en mogelijk nog veel meer – raakten gewond, onder wie een voorbijganger. Drieëntwintig mensen werden vervolgd in verband met de gewelddaden. Eind 2006 waren ten minste 21 mannen na oneerlijke processen veroordeeld tot gevangenisstraffen die uiteenliepen van vier tot vijftien jaar. Alle gedetineerden zouden zijn mishandeld in politiehechtenis. Advocaten en mensenrechtenactivisten die betrokken waren bij de processen werden geïntimideerd en met de dood bedreigd.
  • Vrijwel alle buitenlandse journalisten en ngo’s werd het werken in Papoea nagenoeg onmogelijk gemaakt.
  • Functionarissen beweerden dat buitenlandse organisaties verdeeldheid zaaiden; ten minste één internationaal team van journalisten kreeg toegang tot Papoea, zij het in beperkte mate en onder streng toezicht.
  • Ten minste acht gewetensgevangenen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen, en acht anderen die in voorgaande jaren veroordeeld waren zaten nog altijd vast. Hieronder bevonden zich vreedzame politieke activisten, vakbondsleiders, geestelijken en studenten.
  • In februari en maart werden zes vakbondsleiders – Robin Kimbi, Masri Sebayang, Suyahman, Safrudin, Akhen Pane en Sruhas Towo – veroordeeld tot gevangenisstraffen van veertien maanden tot twee jaar, ogenschijnlijk vanwege rechtmatig vakbondswerk. De mannen waren in september 2005 in de provincie Riau gearresteerd na een staking en demonstratie op een palmolieplantage die eigendom is van het bedrijf Musim Mas. De staking brak uit nadat het bedrijf had geweigerd te onderhandelen met de vakbond, SP Kahutindo, over kwesties zoals de naleving van minimale, bij wet vastgelegde arbeidsvoorwaarden. Vier van de mannen – Suyahman, Safrudin, Akhen Pane en Sruhas Towo – werden in november vrijgelaten.
  • In december trok de Staatsrechtbank de artikelen 134, 136 en 137 van het Wetboek van strafrecht in, die maar liefst zes jaar gevangenisstraf oplegden voor het “beledigen van de president of vice-president”, omdat ze in strijd waren met de Grondwet. Deze artikelen werden sinds jaar en dag gebruikt om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen en activisten gevangen te zetten.
·         Vrijheid van meningsuiting

 

·         Veiligheidswetgeving
  • In april liet de politie weten dat circa tweehonderd mensen gearresteerd waren sinds het begin van de terrorismebestrijdingsoperaties na de bomaanslag in Bali in 2002. Ten minste 56 mensen werden gearresteerd op grond van antiterrorismewetgeving, en 24 eerder opgepakte mensen werden veroordeeld. Ofschoon regering en parlement in februari lieten weten dat antiterrorismewetgeving (Wet 16/2003) zou worden herzien, was daarvan in de rest van het jaar niets te merken.
  • Er waren aanhoudende berichten dat terrorismeverdachten tijdens hun verhoor mishandeld werden door politieagenten. In april schoot de politie twee van terrorisme verdachte personen dood bij een inval in Wonosobo (Midden-Java).

 

·         Economische, sociale en culturele rechten
  • Grootschalige uitzettingen werden uitgevoerd zonder de betrokken mensen naar behoren te raadplegen en schadeloos te stellen; ook gebruikten de autoriteiten vaak buitensporig geweld.
  • In januari vonden twee grootschalige uitzettingen plaats in het oosten van Jakarta, waarbij ruim zeshonderd gezinnen naar verluidt dakloos werden en geen billijke schadevergoeding of alternatieve huisvesting aangeboden kregen. De reeks gedwongen uitzettingen had te maken met de uitbreiding van het spoorlijn Oost-Jakarta-Cikarang.
  • In mei kwam bij exploratieboringen in het oosten van Java door de olie- en gasmaatschappij Lapindo Brantas een gigantische stroom heet en giftig modder vrij die eind 2006 nog niet was ingedamd. De modderstroom verdreef circa tienduizend mensen van huis en haard, en overspoelde hele dorpen, akkerlanden en wegen. In gebieden dichtbij de modderstroom werden ruim duizend mensen in het ziekenhuis opgenomen met ademhalingsproblemen, en gevreesd werd voor vervuiling van het grondwater. Lapindo Brantas bood de mensen die ontheemd waren geraakt een buitengerechtelijke schadevergoeding van circa 35 euro per maand aan, en reserveerde naar verluidt 6,9 miljard roepie (750.000 euro) als compensatie voor verloren gegane oogsten.
    De slachtoffers protesteerden dat de schadevergoeding ontoereikend was. In september gaf de president Lapindo Brantas opdracht 1,5 biljoen roepie (163 miljoen euro) te betalen om de openbare infrastructuur te herstellen. Ook liet hij bijna drieduizend gezinnen permanent elders onderbrengen, en zorgde ervoor dat ze werk en financiële tegemoetkoming aangeboden kregen. De regering hield zich op de vlakte over andere rechten, waaronder het recht op behoorlijke huisvesting en water.
  • Eind 2006 waren honderdduizenden mensen nog altijd dakloos als gevolg van de aardbeving die op 27 mei plaatsvond in Yogyakarta, waarbij 5900 mensen om het leven kwamen en 1,5 miljoen mensen ontheemd raakten.

 

 

·         Rapporten en bezoeken
  • Indonesia: Comments on the draft revised Criminal Procedure Code (AI Index: ASA 21/005/2006)
  • In februari en maart brachten afgevaardigden van Amnesty International een bezoek aan Java om onderzoek te doen naar de arbeidsomstandigheden van huishoudsters in Indonesië. Amnesty-delegaties bezochten Indonesië daarnaast in juli en september.

 

·         Archief jaarboek
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Je kunt een wereld het beste tegen oorlog beschermen door continu een wereld van vrede en verdraagzaamheid te scheppen.
    Een wereld waar mensen respect hebben voor elkaar, en vertrouwen hebben in elkaar. Grootschalige bekendheid van de 30 mensenrechten vormt hier een goede eerste stap voor.
  • Het belang van Mensenrechten.
    Bekendheid van mensenrechten is niet alleen belangrijk voor landen in oorlog of in grote armoede. De kracht van mensenrechten is juist dat iedereen ze kent en ze overal worden toegepast. Want helaas worden ook in Nederland op regelmatige basis mensenrechten geschonden. Soms bewust, vaker onbewust omdat mensen simpelweg niet bekend zijn met onze 30 universele mensenrechten.
  • Wat zijn mensenrechten?
    Iedereen heeft bepaalde rechten, gewoon omdat hij of zij een mens is. Dat zijn rechten omdat je die dingen mag zijn, mag doen of mag hebben. Deze rechten zijn er voor jouw bescherming tegen mensen die jou zouden willen schaden of pijn doen. Ze zijn er ook om ervoor te zorgen dat we met elkaar in vrede kunnen leven.
  • Er zijn dertig basis-mensenrechten.
    Iemand die erop toezag dat deze rechten werden opgeschreven voor iedereen in elk land, was mevrouw E. Roosevelt, de echtgenote van Franklin D. Roosevelt, die president van de Verenigde Staten was van 1933 tot 1945.
  • Mevrouw Roosevelt zei over deze mensenrechten:
  • Waar beginnen de universele rechten eigenlijk?
    Op elke hoek van de straat, in elk gehucht dat te klein is voor een landkaart. Het is een zaak van het individu, of het bedrijf waar het individu werkt. Dat zijn de plaatsen waar iedere man, iedere vrouw en ieder kind gelijk behandeld wil worden, gelijk berecht wil worden, gelijke kansen wil hebben. Als deze rechten op deze plaatsen geen betekenis hebben, hebben ze dat nergens. Als mensen deze rechten op kleine schaal niet in acht nemen, kunnen we ook geen verbetering verwachten op grote schaal.

 

  • Mensenrechten 2Inheemse volkeren, zoals de Papoea’s hebben volgens het internationaal recht, het recht om in vrijheid en vrede te leven. Hun leefomstandigheden, cultuur en bezittingen dienen te worden beschermd en in dat opzicht kunnen zij zich beroepen op hulp van andere landen en de internationale samenleving.Indonesië ontkent echter, dat men de Papoea bevolking moet zien als een inheemse en dat heeft tot gevolg, dat het traditionele gewoonte recht van de Papoea’s ondergeschikt wordt gemaakt aan hun nationaal belang.
    Dit is natuurlijk een belachelijk standpunt, daar de Papoea’s voor 2 generaties terug  eigenlijk nog in het stenen tijdperk leefden.
    Het druist ook helemaal in tegen de basis principes van het V.N. handvest
    Door het hardhandige optreden van de alom aanwezige Indonesische militairen en hun inhumane activiteiten, zoals beschreven in de vele hoofdstukken op deze website: Periode van 1962-2009: West Papua – Het vergeten volk- , wordt hun dat basis recht dus onthouden.Sinds de overname van Indonesië in 1963 zijn sindsdien honderdduizenden Papoea’s omgekomen.
    Het mensenrechten vraagstuk heeft ook in Nederland een hoge prioriteit, maar in het geval van Papua en Aceh wordt er vrijwel niets ondernomen.
    In 1974 was er de verklaring van de Algemene Vergadering: “alle vormen van repressie en mensonwaardige behandeling van mensen, zoals moorden, martelingen, massa arrestaties en andere gewelddadigheden moeten worden tegengegaan en de daders van militaire operaties, die delicten tegen burgers begaan, moeten als criminelen worden beschouwd”.
  • De legale status van strijders, die vechten tegen koloniale en militaire regiemes voor het recht op zelfbeschikking werd door de U.N. Vergadering in 1973 als volgt gedefinieerd: “Dergelijke inspanningen zijn legaal en volledig in overeenstemming met de grondbeginselen van het internationaal recht.
    De opstelling, repressie van het Indonesische leger is volledig in tegenspraak met het U.N. Handvest. Deelnemers van afscheidingsbewegingen en vrijheidsstrijders, in dit geval Papoea leden van de OPM vallen onder het oorlogsrecht, krijgsgevangenen, zoals vastgelegd in de 3e  Conventie van Genève.
    Amnesty International heeft geen toegang tot het gebied, maar heeft wel veel rapporten ontvangen over moorden, mishandelingen van politieke gevangenen.
    De mishandelingen variëren van martelingen zoals slaag, onderdompeling in watertanks, brandwonden d.m.v. brandende sigaretten, elektrische schokken, het stampen op tenen etc.
    Advocaten, die de verschillende gedetineerden bezochten, melden, dat gevangenen medische zorg en bezoek wordt onthouden. Velen worden overgebracht naar Java, zonder acht te slaan op familie en hun advocaten.
    Het is niet alleen het psychologische effect, dat deze afscheiding veroorzaakt.
    In Indonesië vertrouwen veel politieke gevangenen op bezoekers voor wat betreft voedsel en kleding en medicamenten, omdat het gevangenis systeem hier in veel opzichten te kort schiet.Speciale aandacht wil ik vestigen op hoofdstuk 25, de massa slachting op Biak in 1998.
    Op 16.11.2003 vertrok ik namelijk voor een maand naar West Papua en verbleef ik ook een tijdje in Biak.
    De strekking van het rapport, geschreven door Kel Dummet, was voor mij heel herkenbaar, want ik hoorde dezelfde verhalen en voelde de dreigende spanning bij de daar levende Papoea’s.
    Het wemelt er van de militairen en door het gebeuren in 1998 kan men zich voorstellen wat voor impact dat moet hebben voor de plaatselijke bewoners.
    Er is mij ook gemeld, dat er een massa graf is op Biak en er is nog een getuige, die dit massa graf nog weet aan te wijzen.
    Amnesty International lijkt mij de geëigende organisatie om dit te melden, maar helaas bewaar ik aan de Nederlandse afdeling geen beste herinneringen. Mijn e-mails over mensenrechten schendingen werden niet beantwoord en überhaupt kan ik op hun website niets vinden!
    Na mijn bezoek, voor het eerst na 41 jaar, kies ik voor een hardere opstelling, eenvoudig omdat mijn bange vermoedens over wat er in Papua zoal gebeurt, alleen maar werden bewaarheid, zo niet nog erger zijn.
    Krijg ik dus toch nog gelijk, dat er in Nederland een taboe sfeer rust op het hele Papoea gebeuren.Als een van de weinige auteurs bezig ik het woord “genocide” en nu ik terug ben uit Papua, kan ik er niet omheen sommige details beter te benadrukken en te voorzien van foto’s.
    Voor de ergste vorm van genocide is het moeilijk bewijs hiervoor te vinden, omdat Indonesische militairen hun gore wandaden vaak in het geniep uitvoeren, in ver afgelegen gebieden en ook bewijsmateriaal direct verwijderen en zelfs niet terugdeinzen ooggetuigen te laten verdwijnen.
    Er zijn verhalen over verspreiding van het HIV/Aids virus, het veroorzaken van varkens epidemie, het oppakken en laten verdwijnen van in hun ogen gevaarlijke Papoea’s, het toedienen van verkeerde medicijnen, spuiten etc..  Ook als het om studenten oppositie gaat worden unfaire processen en gevangenschap selectief gebruikt.
    In het nog niet zo lange verleden werden complete kampongs gebombardeerd, waarbij ook hun leefomstandigheden, tuinen, etc. werden verwoest.
    Dit is de oorlogsvoering tegen de inheemse bevolking. In dit verband verwijs ik naar website:
    http://www.converge.org.nz/papua/human-rights.html
    Op deze site staat een gespecificeerd overzicht van Papoea’s, die zijn vermoord of zo maar zijn verdwenen.Alleen Jan Pronk, als Minister van Ontwikkelingssamenwerking deed daadwerkelijk pogingen om Indonesië te confronteren met de mensenrechten situatie. Deze pogingen strandden echter, omdat de Nederlandse regering het standpunt innam, dat er in Indonesië geen sprake was van systematische schendingen van de mensenrechten. In 1991 bracht Minister Pronk meerdere bezoeken aan Indonesië, hij ontmoette er ook vertegenwoordigers van milieu en mensenrechten. Bij de opening van de IGGI conferentie pleitte Pronk voor economische en politieke desregulering. Tijdens de officiële besprekingen stonden de mensenrechten echter niet op het programma.
    Ten aanzien van de mensenrechten problematiek in Indonesië houdt de Nederlandse regering er een kritiekloze houding op na, terwijl toch Nederland als oud koloniale macht en partij in het New York Akkoord, toch invloed had kunnen laten gelden.
    De V.N. en haar lidstaten zouden toch op zijn minst internationaal toezicht op Papua kunnen laten plaatsen of zelfs dreigen dit te willen doorvoeren.
    Echter niets van dit alles!
    Ernstige schendingen van de mensenrechten worden door de Indonesische regering afgedaan als betreurenswaardige incidenten.9.12.2003: van tkumar@asia.org
    Mr. Gerald LeMelle, Amnesty International, schreef een brief naar het U.S. Department, Colin L. Powell met betrekking tot het CGI Congres op 10 en 11 December in Jakarta.
    Hij beschouwde dit congres als een ideale gelegenheid om Indonesië te confronteren met hun mensenrechten problematiek.
    Hij schreef, dat het trage democratiseringsproces sinds 1998 ook negatieve invloed heeft op mensenrechten situatie in Indonesië.
    Veel legale en gerechtelijke hervormingen zijn nog niet doorgevoerd met als gevolg dat het rechtswezen zeer zwak opereert en de bestaande wet weinig bescherming biedt tegen mensenrechten schendingen.
    Recente rechtszittingen over misdaden, begaan in 1999 in Oost Timor, tonen dermate structurele zwakheden aan, dat daders alsnog vrijuit gaan.
    Nu in 2003 zijn er nog steeds ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals in Aceh en Papua.  Executies, verdwijningen en martelingen zijn aan de orde van de dag.
    Aceh is verboden toegang voor mensenrechten organisaties, human right watchers, journalisten, hulp organisaties.
    Amnesty International komt middels betreffende brief met aanbevelingen, die overeenkomen met internationale standaards voor wat betreft mensenrechten en die aangeven, dat mensenrechten organisaties vrije toegang moeten hebben om hun werk te kunnen verrichten, zonder te worden geïntimideerd, bedreigd en ook zelf gevrijwaard te blijven van mensenrechten schendingen.
    De CGI zou ook moeten verzoeken politieke gevangenen onmiddellijk vrij te laten.
    Donateurs van Indonesië zouden de Indonesische regering moeten verzoeken, te bewerkstelligen, dat er een geloofwaardig mechanisme in het leven wordt geroepen, waarbij aanwijzingen van schendingen kunnen worden onderzocht en dat daders eerlijk worden berecht naar internationale standaards.

 

  • John Rumbiak: ( 20.3.2004)
  • John Rumbiak is een welbekend Papoea mensenrechten advocaat en supervisor van de Papoea mensenrechten organisatie Elsham in Jayapura. Daar hij zijn leven niet meer zeker is in West Papua, is hij uitgeweken naar Amerika, alwaar hij nu woont en werkt. Naar nu bekend is geworden start hij in Mei een 14 daagse rondreis langs de Westkust van de V.S.. De start zal zijn in Seattle en achtereenvolgens bezoekt hij San Francisco, Santa Cruz/Monterey, Santa Barbara, Los Angelos en San Diego.
  • John Rumbiak is een onvermoeide leiding gevende mensenrechten activist en een groot pleitbezorger voor zelfbeschikking van West Papua en een grote inspiratiebron voor al diegenen, die werken voor meer vrede en rechtvaardigheid in deze door terreurdaden geteisterde wereld. Ondanks herhaaldelijke doodsbedreigingen en vervolging heeft hij de dood van 37 inheemse Papoea’s gedocumenteerd. Door zijn eigen diepte onderzoek naar de moord op 2 V.S. onderwijzers bij Freeport heeft hij de betrokkenheid van het Indonesische leger aangetoond
  • Het werk van John Rumbiak heeft een revolutie teweeg gebracht in de mensenrechten problematiek van West Papua en het gaf de aanzet tot nationale en internationale debatten over deze gevoelige politieke zaken. Hij was ook nauw betrokken in de creatie van een “zone of peace” in West Papua. Door zijn werk, inbreng en inzet bracht hij de lang verborgen gebleven gewelddadigheden van het Indonesisch leger onder de aandacht van de internationale wereld.
  • Mr. Rumbiak is de grote promotor van de Papoea issue en van hieruit wens ik hem veel succes bij zijn 14 daagse reis langs de Amerikaanse westkust. Ongetwijfeld zal hij zijn Amerikaanse toehoorders weten te boeien!

 

  • Jacob Rumbiak: (20.3.2004)
  • Evenals John Rumbiak is ook Jacob Rumbiak niet meer welkom in West Papua. “Als ik terugkom, ben ik een dood man”, zegt hij Zij biografie staat vermeld in hoofdstuk 2. Hij is professor in de wetenschap en heeft 10 jaar gevangengezeten , omdat hij zich uitsprak tegen de Indonesische controle over West Papua. Hij woont en werkt in Australië en promoot ook de strijd van de Papoea’s. Volgens Jacob zijn er sinds 1962 zo’n 300000 (volgens de kerken 500000) Papoea’s vermoord of verdwenen. Het is nu officieel, dat er in West Papua sprake is van genocide. De georganiseerde immigratie heeft er toe bijgedragen, dat de verhouding nu ca 50/50% van de totale bevolking is. Weldra zijn wij in de minderheid.
  • Jacob is nu met 2 Australische geestverwanten, Ned en Marcus Byrne, in Japan. Marcus woont in Melbourne, waar hij, met nog een broer en zus Louise, de Australian West Papua Association(AWPA) runt. Jacob Rumbiak is getrouwd met Louise Byrne. Louise is geweldig, zij is politiek actief in Eritrea en Oost Timor en zij doet moeite om Jacob te helpen als vrij man naar zijn geboorteland te laten terugkeren. Jacob heeft in 12 verschillende Indonesische gevangenissen gezeten. Hij zat 3 jaar in een 30 meter hoge toren: je ziet , hoe gevaarlijk ik was!, zegt hij zelf. Jakarta is bang voor iedere Papoea, die goed op de hoogte is van de geschiedenis en rechten. Jacob is geen terrorist, hij heeft geluk gehad en is professor geworden. Veel van zijn vrienden en supporters waren niet zo gelukkig!
  • Het is alleen maar erger geworden, sinds Megawati Sukarnoputri aan de macht is. Wij hebben films, hoe zij het leger instrueert geen acht te slaan op mensenrechten.  Met het oog op de verkiezingen in April, riep zij op 3 Januari de nood toestand in Papua af. “Mijn land is nu een oorlogszone”.  Megawati bezocht onlangs West Papua. West Papoea’s kunnen echter niet worden gehersenspoeld, zij zullen de verkiezingen boycotten. Wij hebben 312 stammen in de hooglanden en 200 kleine eilandjes, spreken verschillende talen en dialecten, maar hebben dezelfde gewoonten. Ik kom zelf van het Numfoor eiland, dicht bij Biak. Jacob praat in Tokyo met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, wetende, dat een veroordeling van de Indonesische politiek tegen West Papua, van regeringsniveau moet komen.
  • Jacob heeft een duidelijke boodschap voor Japanse ministers: Vrede in West Papua is van vitaal belang voor de stabiliteit in de regio. Japan moet erop aandringen, dat Indonesië zijn militairen terugtrekt en de problemen eindelijk eens via een vreedzame dialoog moet oplossen. Als er oorlog is, krijgt Japan niet de natuurlijke bronnen, waarop het vertrouwt. Voor de rest van zijn verblijf houdt hij seminars om Japanners bewust te maken over de situatie in zijn geboorteland en zich van hun steun te verzekeren. Jacob had gehoopt zijn oma en vader in Japan te ontmoeten, maar zij kregen geen toestemming het land te verlaten. Ik heb mijn oma in 33 jaar niet meer gerzien. Ned heeft haar voor mij gevonden. Niemand van mijn familie wist waar ik was; velen dachten, dat ik dood was.Zijn oma, Yakomina, is 102 en zond hem een bericht.  Ofschoon zij 5 invasies heeft meegemaakt, leeft zij in de hoop, dat haar kleinkind het land onafhankelijkheid zal brengen. Zij wacht erop, zegt zij.

 

  • 17.9.2004: Persbericht Indonesische Mensenrechten Organisatie:

    John Rumbiak, supervisor van Elsham zal tussen 20 September en 19 Oktober in Nieuw Zeeland verblijven. Gedurende zijn rondreis zal hij daar de voortdurende crisis in het door Indonesië gecontroleerde West Papua onder de aandacht brengen. Aandachtspunten zijn de mensenrechten schendingen en de rechtsmisstanden in Indonesië. Wegens het niet berechten van verantwoordelijke criminelen vanuit het militaire apparaat wegens mensenrechten schendingen worden miljoenen mensen het slachtoffer van voortgaande vergrijpen.De Oost Timor affaire is hiervan een school voorbeeld, waarbij leger gangs de meest gewelddadige acties op burgers botvierden en waarbij leger officieren vrijuit gingen.
    De hele wereld keek mee, bewijzen genoeg, zelfs filmbeelden. 1500 mensen kwamen om!Tijdens zijn reis door Nieuw Zeeland ontmoet John Rumbiak politici en leden van mensenrechten organisaties. Hij bezoekt de conferentie op de universiteit van Canterbury en hij houdt lezingen in Whangarei, Taurenga, Auckland, Wellington, Christchurch en Dunedin.

 

  • 14.1.2005: Jakarta Post: Mensenrechten organisatie benoemt 7 medewerkers.
  • Het hoofd van de Nationale Commissie voor de Mensenrechten(Komnas HAM). Abdul Hakim Garuda Nusantara, heeft op Maandag  7 vertegenwoordigers voor West Papua aangesteld.
  • De 7 nieuwe medewerkers zijn benoemd voor een periode van 3 jaar (2005-2008).
  • Het zijn dominee Freddy Toam, Friets Ramandey, Abina Wasanggai, Albert Rumbekwan, Sandra Mambrasar, Juhari en Yance Waropen.
  • De Commissie wordt gesteund uit provinciale en staats budgetten.

 

  • Abdul Hakim verklaarde, dat wet  29/1999, artikel 79, paragraaf 4, Komnas HAM in staat stelde om een dergelijk vertegenwoordigend kantoor  in de provincie Papua op te zetten om de mensenrechten problemen aldaar het hoofd te bieden.
  • “Door decentralisatie hopen wij, dat de lokale mensenrechten problemen kunnen worden opgelost, gebaseerd op lokale tradities en gewoonten”.

 

  • 9.2.2005:  Het Indonesische verraad aan constitutionele burgerrechten

 

  • De claim op de eenheidsstaat – “Van Sabang tot Merauke” heeft op de Indonesische regering, het militaire regiem, blijkbaar een dusdanige prioriteit, dat al het andere maar even moet wijken.
  • Als nooit tevoren wordt er jacht gemaakt op politieke en mensenrechten activisten, GAM en OPM leden.
  • Zelfs na de tsunami ramp moest de jacht op GAM leden gewoon doorgaan en nam men zelfs maatregelen om toezicht te blijven houden op hulpgoederen en slachtoffers van de ramp werden om controle doeleinden gedwongen in kampen ondergebracht.
  • Ook president Yudhoyono heeft dus een politiek geadopteerd en orders uitgevaardigd, die de burgervrijheden bedreigen.
  • Veiligheidsdiensten werden uitgebreid, in Atjeh is er nog steeds een noodtoestand, razzia’s in het binnenland van West Papua, geweld tegen mensenrechten activisten, politieke activisten.
  • In beide conflict gebieden zijn vele burger slachtoffers gevallen en dit gaat gewoon maar door.
  • Mensenrechten organisatie Imparsial noemt dit verraad aan de burgerrechten.
  • In verafgelegen gebieden zoals in West Papua zijn hele gebieden afgesloten en wordt niemand toegelaten en is er dus helemaal geen controle.

 

  • In rapporten kan men lezen, dat Papoea gevangenen in gevangenissen voortdurend worden afgeranseld en gemarteld. Er wordt tot in detail aangegeven wat er met de gevangenen gebeurt.
  • Het zijn excessen, te gruwelijk om te lezen!

 

  • Ook Watchdog heeft kritiek op de groeiende betrokkenheid van de nationale veiligheidsdienst(BIN).
  • Dit voert tot bewuste genocide, want naast de moord op Munir, medeoprichter van Impartial en vroegere directeur van Komnas HAM, zijn minstens 165 lokale mensenrechten activisten het slachtoffer geworden van de misdadige praktijken van het Indonesisch leger.
  • In Indonesië is de cirkel van “impunity” van toepassing en de verschillende presidenten hebben dit maar niet kunnen doorbreken.
  • Het bestaande proces wordt dus niet afgestopt en ook Duitse deskundigen van Papua Netzwerk, o.a.Hr. Zöllner, herkennen de bestaande problemen en politieke gevoeligheden en weten te vertellen, dat Papoea’s in het binnenland een specifiek doelwit vormen van racisme door Indonesische strijdkrachten.
  • Hier wonen veel Papoea’s en er wordt bewust gediscrimineerd(krulhaar). Er kan hier zo maar een helikopter landen om militairen te droppen en de razzia begint, met gevolgen, zoals men heeft kunnen lezen over de duizenden Papoea vluchtelingen in de Puncak Jaya.

 

  • Er komen ook steeds meer geluiden over genocide –  zelf behoorde ik tot een van de eersten, die dit woord heel voorzichtig gebruikte, maar inmiddels lees ik dit ook in andere rapporten en wordt terecht de roep om internationaal toezicht steeds luider.
  • Het initiatief van Kofi Annan voor het vormen van een internationale onderzoekscommissie is in dit verband dan ook toe te juichen.
  • West Papua wordt een hot item en als er internationaal niet wordt ingegrepen, krijgen wij zo maar te maken maar een tweede Oost-Timor.

 

  • Als men in overweging neemt dat het Indonesisch leger bekend staat als de grootste mensenrechten schender ter wereld, is deze visie helemaal niet zo denkbeeldig.
  • Een leger met top officieren, aangemerkt als oorlogsmisdadigers en notoire mensenrechten schenders, aangevuld met extremistische moslim milities, belooft niet veel goeds, in aanmerking genomen, dat men zich ook nog gedekt voelt door de cirkel van “impunity”.

 

  • 7.2.2005: Oost -Timor –  gerechtigheid voor wie?
  • Velen hebben al kritiek geuit over het presidentschap van Yudhoyono.
  • Een speerpunt van zijn campagne belofte was het actuele probleem van de corruptie aan te pakken.
  • Aan de ene kant toont deze belofte een begin te willen maken met goed regeringsbeleid en democratie
  • na te streven.
  • Hij gaat echter totaal voorbij aan het probleem van de mensenrechtenschennis, begaan gedurende een periode van tientallen jaren.
  • Nu gaat het hierbij niet alleen om misdaden, die plaatsvonden in Oost-Timor gedurende de illegale Indonesische bezetting voor 1999.
  • Het gaat ook om andere misdaden, zoals het vermoorden van leden van de Indonesische Communistische Partij(PKI) in 1965 en meer recent de ongeregeldheden in Mei 1998, waarbij duizenden mensen werden vermoord.
  • Deze lijst kan nog worden aangevuld met mensenrechten schendingen in Atjeh, Papua en Maluku.

 

  • In relatie tot deze mensenrechten schendingen in Oost- Timor hadden de Oost Timorese minister van Buitenlandse Zaken, Ramos Horta en zijn Indonesische collega, Hassan Wirayuda in December 2004 in Washington een ontmoeting met de U.N Secretaris-Generaal Kofi Annan en Colin Powell.
  • Op deze bijeenkomst kwamen de 2 ministers met een voorstel om een speciale, nieuwe commissie in het leven te roepen en wel “the International Truth and Friendship Commission.
  • Deze commissie zou de mensenrechten schennis in Oost- Timor moeten regelen.
  • Het is niet duidelijk wat precies het mandaat van deze commissie zou moeten zijn.
  • Volgens Horta zou de commissie tot taak moeten hebben om namen te noemen, wie die schendingen begingen.
  • Horta, voorstander van zo’n commissie, voerde hiervoor campagne, terwijl hij geen rekening hield met kritische geluiden van slachtoffers.
  • Natuurlijk kreeg dit voorstel ook bijval van de Indonesische regering, omdat men de eisen van de slachtoffers om daders voor een internationaal gerecht te brengen, niet wil inwilligen.
  • Met andere woorden het voorstel van Horta en Wirayuda zou voor daders het pad effenen hun berechting te ontlopen door niet voor internationaal tribunaal te hoeven verschijnen.

 

  • In schril contrast staat de mening van de slachtoffers: een internationaal tribunaal zou een eind maken aan de genoten onschendbaarheid van diegenen, die mensenrechten schendingen begingen in Oost-Timor en Indonesië.
  • Het voorstel van Horta en Wirayuda komt vreemd over, omdat Kofi Annan bezig is een Commissie van Onderzoek  in te stellen om het Human Rights Court in Jakarta en het speciale gerechtshof  in Dili te beoordelen.
  • Betreffende gerechtshoven hebben een mandaat  om schenders van mensenrechten voor en na het referendum in 1999 te berechten, maar hebben dit nagelaten
  • Het is echter overduidelijk dat genoegdoening voor de slachtoffers uitbleef.
  • Het gerechtshof in Jakarta maakte er een dusdanige show van dat de belangrijkste daders vrijuit gingen, terwijl het gerechtshof in Dili zich veel te soepel opstelde en naliet belangrijke mensen, die nu nog macht bezitten in Indonesië, voor het gerecht te brengen.

 

  • Wat is echter de verborgen agenda achter dit vreemde voorstel?
  • Het heeft er de schijn van dat de commissie de bedoeling heeft bilaterale betrekkingen tussen Oost-Timor en Indonesië  te ontwikkelen, vooruitlopend op rechtvaardigheid voor slachtoffers van mensenrechten schendingen.
  • Het is hier duidelijk dat pragmatische politiek altijd voorbij gaat aan rechtvaardigheid voor slachtoffers ten gunsten van leiders, die de betreffende slachtoffers vertegenwoordigen.
  • De internationale gemeenschap, via de V.N. heeft hier een nobele missie om misdadigers van mensenrechten schennis toch nog voor het gerecht te brengen.
  • Het is dus toe te juichen, dat de V.N. het idee om een Commissie van Onderzoek in te stellen, daadwerkelijk gaat uitvoeren.
  • Als zo’n onderzoek plaatsvindt en er geen hoop is voor gerechtigheid via het huidige mechanisme dan zou een internationaal tribunaal moeten plaatsvinden.
  • Dit zou van toepassing moeten zijn op alle V.N. bevindingen en aanbevelingen.
  • Het ergste is dat het voorstel van Horta en Wirayuda laat zien, waar de werkelijke belangen van de leiders liggen en dat is zeer zeker niet rechtvaardigheid voor slachtoffers.

 

  • De auteur is een mensenrechten advocaat en doceert op de Universiteit van Dili.

 

  • Opmerking:
  • Een Commissie van Onderzoek, gelanceerd door Kofi Annan, zou een grote stap voorwaarts zijn en zeker bijdragen tot verbetering van de mensenrechten problematiek.
  • Het zou zeker impact hebben op daders en de vele incidenten zouden op een bevredigende manier worden afgewikkeld en toekomstige incidenten een halt toeroepen!
  • De internationale federatie voor Oost-Timor(IFET), een samenwerkingsverband van 35 organisaties uit 23 landen kwam met een verzoek aan Kofi Annan, direct zo’n V.N. onderzoekscommissie in te stellen met een verplichting richting internationale gemeenschap om wandaden tegen de menselijkheid af te straffen.
  • In de Oost-Timor affaire zijn de namen al bekend, de waarheid is boven tafel, alleen de daders moeten nog worden berecht!
  • De V.S. vredesraad kwam in 1999 al met resolutie 1272 om de verantwoordelijken van mensenrechtenschennis te vervolgen.

 

  • PRESS RELEASE                                                                                    March 1, 2005ELSHAM Scoops Regional Human Rights AwardThe Pacific Concerns Resource Centre wish to congratulate the Institute for Human Rights Study and Advocacy (ELSHAM) for scooping the Human Rights regional award for its outstanding work of Human Rights promotion in the Pacific.ELSHAM won ahead of seven Pacific civil society organisations for its dedication and sacrifice in promoting the rights of the people of West Papua and for monitoring ongoing human rights abuses by the Indonesian military.In announcing the winner New Zealand Ambassador Michael Green said: “ELSHAM has established a noteworthy record of monitoring and reporting human rights abuses in West Papua, bringing them to the attention of the provincial and central governments and to the international community.”“Its campaign in 2004 to publicise military operations in the highlands was instrumental in ending military activities, in bringing about a parliamentary investigation, and in securing humanitarian assistance for the affected peoples,” Ambassador Green added.“ELSHAM’s work exposes powerful institutions to unaccustomed scrutiny. It can be difficult and dangerous but ELSHAM’s persistence against the odds has earned it a reputation as a key source of information on human rights violation in West Papua and as the principal advocate for the human rights for the peoples of West Papua, he said.

    PCRC’s Decolonisation campaigner Rex Rumakiek, a West Papuan national, received the award on ELSHAM’s behalf.

    “The award is a welcomed victory in our continual quest to highlight West Papua’s plight.  It should serve to remind our Pacific leaders that West Papua belongs and is part of the Pacific region and deserves our immediate action,” Rumakiek said. ELSHAM was nominated by PCRC.

    PCRC also wish to acknowledge the other regional award winners: the National Peace Council of Solomon Islands for its peace building work especially its community inclusive work in disarmament and the Cook Islands based Pacific Islands AIDS Foundation (PIAF) for its advocacy role on the rights of the people living with HIV/AIDS.

    The award was organised by the Suva-based Regional Rights Resource Team (RRRT). Currently a UNDP project fully funded by UK DFID, RRRT provides training, advocacy, technical support and policy advice in human rights to promote social justice and good governance throughout the Pacific region.

    For more information please contact Rex Rumakiek, Assistant Director-Decolonisation or Peter Emberson, Information Officer.

    PACIFIC CONCERNS RESOURCE CENTRE Inc.

    83 Amy Street, Toorak,

    Private Mail Bag, Suva, Fiji Islands.

    Telephone: +679 330 4649 / Facsimile: +679 330 4755

    E-mail: PCRC@connect.com.fji

    ——————————————————————————–

  • > 31. Januar 2005
    >
    > Watch Indonesia! – Deutsche Kommission Justitia et Pax – Misereor –
    > missio – Menschenrechtsreferat des Diakonisches Werkes des EKD> Aide-Mémoire
    > zur 61. Sitzung der Menschenrechtskommission der Vereinten Nationen
    > 14. März bis 22. April 2005
    >
    > Die Strafverfolgung schwerer Menschenrechtverletzungen
    > Die Vereinten Nationen sollten ihr Engagement in Osttimor verstärken und
    > die drohende Straflosigkeit verhindern> Die bisherigen Strafverfolgungsbemühungen sind gescheitert
    >
    > Fünf Jahre nach der von den Vereinten Nationen (VN) durchgeführten
    > Volksbefragung (Popular Consultation) zur Frage der Unabhängigkeit
    > Osttimors und dem darauf folgenden Ende der indonesischen Okkupation ist
    > die Strafverfolgung der Verantwortlichen wegen Völkerrechtsverbrechen in
    > Osttimor 1999 ins Stocken geraten. Weder das ad hoc
    > Menschenrechtsgericht in Jakarta noch das von den VN gegründete
    > Sondergericht in Osttimor waren in der Lage, diejenigen, die die größte
    > Verantwortung für die Verbrechen tragen, vor Gericht zu stellen.
    > Gerechtigkeit für die Opfer in Osttimor scheint unerreichbar zu bleiben.
    > Dadurch steht nicht nur die Fähigkeit der VN, der Straflosigkeit für
    > Völkerrechtsverbrechen weltweit mit effektiven Mitteln entgegenzutreten,
    >  sondern auch die Entwicklung des Rechtsstaates in Indonesien und
    > Osttimor auf dem Spiel.
    >
    > Die schweren Menschenrechtsverletzungen, die in Osttimor im Jahr 1999
    > von pro-indonesischen Milizen mit Unterstützung des indonesischen
    > Militärs begangen wurden, waren schon mehrfach auf der Tagesordnung der
    > Menschenrechtskommission der VN (MRK). Darüber hinaus verlangte der
    > VN-Sicherheitsrat in Artikel 16 der Resolution 1272 (1999) vom 25.
    > Oktober 1999, durch die die VN Übergangsverwaltung UNTAET (United
    > Nations Transitional Administration for East Timor) in Osttimor
    > etabliert wurde, ausdrücklich die Strafverfolgung derjenigen, die die
    > Verbrechen zu verantworten haben. Unverzüglich nach der Gewalteskalation
    > im September 1999 berief die MRK eine Sondersitzung ein – die vierte
    > ihrer Art in der Geschichte der Kommission – und verabschiedete eine
    > Resolution, in der sie den VN-Generalsekretär aufforderte, eine
    > Untersuchungskommission einzurichten. Diese Kommission schlussfolgerte
    > in ihrem Bericht an den VN-Generalsekretär, dass das Ausmaß der
    > Gewalttaten in Osttimor die Einrichtung eines internationalen
    > Strafgerichts erforderlich mache.> Das ad hoc Menschenrechtsgericht in Jakarta: Nicht willens
    >
    > Die Regierung Indonesiens versicherte mehrfach gegenüber der MRK, dass
    > sie die Verantwortlichen strafrechtlich verfolgen und bestrafen würde.
    > Inzwischen sind die Strafverfahren für die 18 angeklagten Personen
    > abgeschlossen. Davon wurden nur sechs Personen zu einer Haftstrafe
    > verurteilt. Doch nur der ehemalige Gouverneur Osttimors, Abilio Soares,
    > verbrachte tatsächlich ein paar Wochen im Gefängnis, bevor auch sein
    > Urteil vom Obersten Gerichtshof revidiert und er freigesprochen wurde.
    > Die beantragte Haftstrafe von zehn Jahren für Milizenanführer Eurico
    > Guterres wurde um die Hälfte reduziert, und er bleibt auf freiem Fuße,
    > solange sein Berufungsverfahren noch nicht abgeschlossen ist. Der
    > ranghöchste Angeklagte, Generalmajor Adam Damiri, wurde zwar vom ad hoc
    > Menschenrechtsgericht zu einer Haftstrafe von drei Jahren verurteilt,
    > jedoch auch in letzter Instanz freigesprochen. Die Tatsache, dass
    > überhaupt einige der Angeklagten durch das ad hoc Menschenrechtsgericht
    > verurteilt wurden, ist dem Mut einzelner Richter zuzuschreiben, die
    > nicht zögerten, das Gesetz anzuwenden, obwohl die Staatsanwaltschaft
    > ihnen durch ihre mangelhafte Strategie oftmals keine Grundlage dafür
    > bot. Neben der erschreckend geringen Anzahl an Verurteilungen geben die
    > Urteile des ad hoc Gerichts und der Berufungskammern zudem nicht die
    > eigentliche Natur und Abläufe der Verbrechen wieder. Die Ursache der
    > Verbrechen wird in spontanen Zusammenstößen zweier konkurrierender
    > Gruppierungen in Osttimor gesehen. Die de facto Kontrolle, die das
    > Militär und die indonesische Zivilverwaltung über die Milizen ausübten,
    > wurde weder geprüft noch dargelegt.
    >
    > Darüber hinaus ist es der Staatsanwaltschaft nicht gelungen, einige der
    > Hauptverdächtigen wie zum Beispiel General Wiranto, den damaligen
    > Oberkommandierenden des indonesischen Militärs und früheren
    > Verteidigungsminister, und Joao Tavares, den ehemaligen Kommandeur der
    > Milizen, anzuklagen.
    >
    > Diese Kultur der Straflosigkeit stellt nicht nur eine schwere
    > Missachtung der Würde und der Rechte der Opfer dar, sondern Indonesiens
    > Justizsystem missachtet zugleich die Entscheidungen des
    > VN-Sicherheitsrates sowie die Empfehlungen der MRK und stellt dadurch
    > die Glaubwürdigkeit der VN insgesamt aufs Spiel.> In Osttimor haben die von den VN eingerichtete Anklagebehörde (Serious
    > Crimes Unit) und das Sondergericht (Special Panels for Serious Crimes)
    > einen großen Beitrag zur strafrechtlichen Vergangenheitsaufarbeitung
    > geleistet. Bis zu 400 Personen wurden angeklagt, wovon 70 eine
    > Haftstrafe verbüßen. Nichtsdestotrotz konnte das Gericht bisher keiner
    > der von der Serious Crimes Unit angeklagten Personen aus indonesischen
    > Militär- und Verwaltungskreisen habhaft werden, was auf die mangelnde
    > Kooperation seitens Indonesiens, der VN und der osttimoresischen
    > Regierung zurückzuführen ist. Dieses Ergebnis erzeugt bei der
    > Bevölkerung Osttimors den Anschein ungleichwertiger Behandlung jener
    > Täter, die osttimoresischer Herkunft sind und meist als Mitläufer in den
    > Milizen agierten.
    >
    > Mitunter müssen mit Abzug der VN-Mission UNMISET im Mai 2005 die
    > Ankläger und Richter des Sondergerichts in Osttimor ihre Arbeit
    > einstellen. Dies hätte das katastrophale Ergebnis zur Folge, dass fast
    > die Hälfte aller Mordfälle unaufgeklärt blieben. Mit der Beendigung der
    > Arbeit des Sondergerichts würde die durch die VN initiierte
    > Verbrechensaufklärung im Ergebnis als gescheiterter Versuch der
    > Strafverfolgung von Völkerrechtsverbrechen in die Geschichte eingehen.
    >
    > Die Lösung dieser Problematik kann jedoch nicht darin liegen, das
    > bestehende Sondergericht zu schließen, ohne einen geeigneten Ersatz zu
    > schaffen. Die VN stehen in der Pflicht, das existierende Gericht
    > entweder zu reformieren und mit erweiterten Kompetenzen auszustatten
    > oder neue, effektivere Mechanismen der Strafverfolgung zu schaffen.
    > Somit sollte auch die MRK sich dieser dringlichen Situation annehmen und
    > Empfehlungen zu einer Lösung abgeben. Im Folgenden präsentieren wir
    > einige Reformvorschläge, die die MRK in ihren Beratungen unterstützen
    > sollen.> Die Notwendigkeit einer internationalen Expertenkommission
    >
    > Der VN-Generalsekretär hat mehrfach dargelegt, dass er sich der
    > Strafverfolgung von Völkerrechtsverbrechen verpflichtet fühlt. Bei
    > mehreren Gelegenheiten verlieh er seiner Bereitschaft Ausdruck, eine
    > unabhängige Expertenkommission einzusetzen, die den
    > Strafverfolgungsprozess in Indonesien und Osttimor evaluieren und
    > Empfehlungen abgegeben könnte, wie Verantwortlichkeit hergestellt werden
    > kann. Wir fordern die MRK auf, den VN-Generalsekretär in diesem
    > wichtigen Unterfangen zu unterstützen, indem Empfehlungen zur
    > Zusammensetzung und Funktionsweise der Kommission gegeben werden, sowie
    > die notwendige Kooperation angeboten wird.

    > Der Vorschlag einer Wahrheits- und Freundschaftskommission zwischen
    > Indonesien und Osttimor
    >
    > Im Dezember 2004 gaben die Regierungen von Indonesien und Osttimor die
    > Gründung einer gemeinsamen Wahrheits- und Freundschaftskommission (Truth
    > and Friendship Commission) als Alternative zur Weiterführung der
    > Strafverfolgung bekannt. Sie unterrichteten den VN-Generalsekretär von
    > diesem Vorhaben. Dieser Vorschlag traf auf den erklärten Widerstand
    > zahlreicher Menschenrechts- und Nichtregierungsorganisationen in
    > Osttimor und Indonesien, die befürchten, es handle sich um den Versuch,
    > die Vergangenheit unter den Teppich zu kehren.
    >
    > Wir teilen diese Befürchtungen, da dieser Vorschlag den Opfern das Recht
    > auf die Ahndung der an ihnen verübten Völkerrechtsverbrechen nimmt und
    > die Straflosigkeit für derartige Verbrechen manifestiert. Der Vorschlag
    > enthebt Indonesien der Pflicht, die Täter aus Militär- und
    > Verwaltungskreisen ernsthaft strafrechtlich zu verfolgen. Mitunter
    > negiert der Vorschlag die bereits erfolgte Arbeit einiger
    > Aufarbeitungskommissionen, wie der Wahrheits- und Versöhnungskommission
    > in Osttimor (CAVR), deren Bericht im Sommer 2005 erscheinen wird.
    > Zusätzlich würde die Etablierung dieser neuen Kommission das Engagement
    > der VN ausschließen. Da die VN den Strafverfolgungsprozess initiierten
    > und organisierten, haben sie ein fundamentales Interesse an der
    > Verhinderung seines Scheiterns Die VN sollten involviert bleiben und die
    > begangenen Strukturfehler behoben werden, so dass das negative Ergebnis
    > ihrer bisherigen Bemühungen revidiert werden kann.
    >
    > Eine internationale Expertenkommission würde es den VN ermöglichen, den
    > Strafverfolgungsprozess zu evaluieren und die Grundlage für Reformen
    > durch ihre Expertise zu schaffen. Die Unterstützung der osttimoresischen
    > Regierung für die Wahrheits- und Freundschaftskommission ist kein
    > unüberwindbares Hindernis, da eine internationale Expertenkommission für
    > Osttimor als Puffer gegen den Druck des mächtigen Nachbarn Indonesiens
    > wirken könnte.

    > Strafverfolgungsmechanismen
    >
    > Für die Lösung der Frage, wie man Gerechtigkeit für Osttimors
    > Bevölkerung erreichen kann, bedarf es der gemeinsamen Bemühungen der VN
    > und der Staatengemeinschaft sowie der Opfer und ihrer anwaltschaftlichen
    > Fürsprecher. Im Folgenden schlagen wir drei Mechanismen vor, die
    > Verantwortlichkeit schaffen können, vorausgesetzt sie erhalten genügend
    > Unterstützung.
    >
    > 1. Als Minimallösung schlagen wir vor, dass der Strafverfolgungsprozess
    > vor dem Sondergericht mit Unterstützung durch die VN in Osttimor
    > weitergeführt wird, damit dieses sein Mandat erfüllen kann. Wegen des
    > Widerstandes gegen die Strafverfolgung durch Osttimors Regierung, wie
    > mehrfach von Präsident Xanana Gusmao geäußert, und der allgemeinen
    > Schwäche des osttimoresischen Justizsystems ist eine Strafverfolgung
    > ohne die Unterstützung der VN nicht zu erwarten. Osttimoresische
    > Menschenrechtsorganisationen und Vertreter der Kirche fordern anhaltend
    > Gerechtigkeit für die Opfer.
    >
    > Das Mandat des Sondergerichts sollte über Mai 2005 hinaus verlängert
    > werden und die Anklagebehörde, die Verteidigung und die Kammern mit den
    > notwendigen Ressourcen ausgestattet werden. Internationale Unterstützung
    > sollte erst eingestellt werden, wenn die lokalen Juristen die Aufgabe
    > selbst übernehmen können.
    >
    > 2. Der zweite Vorschlag bezieht sich auf eine Reform des Sondergerichts,
    > die eine Strafverfolgung effektiver gestalten würde.
    >
    > Hier bietet das Sondergericht für Sierra Leone einige Anhaltspunkte. In
    > diesem Gerichtssystem ist die politische Einflussnahme minimalisiert
    > durch den unabhängig vom nationalen Justizwesen agierenden
    > internationalen Chefankläger. Dies ist in Osttimor nicht der Fall, denn
    > dort ist der Chefankläger zugleich der oberste Staatsanwalt Osttimors,
    > der unter politischen Druck der Regierung geraten ist. Sein
    > internationaler Vertreter (Deputy General Prosecutor) leitet zwar die
    > Anklagebehörde für Völkerrechtsverbrechen, hat jedoch nicht die
    > Befugnis, Haftbefehle an Interpol weiterzuleiten, um dadurch die
    > Kooperation der Strafverfolgungsbehörden weltweit zu sichern. Da
    > Osttimor heute ein unabhängiger Staat ist, wäre diese Reform nur mit
    > einer Gesetzesänderung zu erreichen, die mit starkem Engagement der VN
    > eingeleitet werden müsste.
    >
    > Die Reform der Staatsanwaltschaft würde jedoch nicht das Problem der
    > mangelnden Kooperation seitens Indonesiens lösen. Das Sondergericht
    > würde weiterhin in Osttimor angesiedelt sein und die Hauptverdächtigen
    > in Indonesien. Somit müsste die Reform des Sondergerichts von einem
    > wirksamen Kooperationsmechanismus begleitet sein, der in der Übertragung
    > von auch schon den ad hoc Tribunalen zum ehemaligen Jugoslawien und
    > Ruanda verliehenen Kompetenzen des Sicherheitsrates nach Kapitel VII der
    > VN Charta zu finden sein könnte.
    >
    > 3. Die dritte Option, die weiterhin auf dem Verhandlungstisch bleiben
    > sollte, ist die Etablierung eines internationalen ad hoc
    > Strafgerichtshofs durch den Sicherheitsrat nach dem Vorbild der beiden
    > bereits existierenden ad hoc Tribunale.
    >
    > Dieses Tribunal könnte in einem südostasiatischen Staat in der Nähe von
    > Indonesien und Osttimor angesiedelt werden und mit sowohl
    > internationalen als auch aus den beiden Staaten stammenden Fachkräften
    > ausgestattet werden. Sein internationaler Status als Unterorganisation
    > der VN und die geographische Distanz von den betroffenen Staaten würden
    > seine Unabhängigkeit und Glaubwürdigkeit garantieren.
    >
    > Die erhebliche Finanzierungslast, die als Hauptkritikpunkt an den beiden
    > internationalen ad hoc Tribunalen hervortrat, könnte gering gehalten
    > werden, indem nach dem Vorbild des Sondergerichts für Sierra Leone auf
    > freiwillige Beiträge der Staaten in Kombination mit einer
    > Grundfinanzierung durch die VN gesetzt wird. Zudem könnte der Zeitrahmen
    > der Strafverfolgung auf wenige Jahre begrenzt werden, da die Vorarbeit
    > schon durch das Sondergericht in Osttimor geleistet wurde.
    >
    > Da Opfervereinigungen und andere zivile Akteure ausnahmslos die
    > Etablierung eines solchen Tribunals unterstützen, sollte diese Option
    > weiter bedacht und umgesetzt werden, obwohl sie diejenige Option
    > darstellt, die politisch am schwierigsten zu erreichen sein mag.
    >
    > Sollte das Sondergericht in Osttimor tatsächlich im Mai 2005 geschlossen
    > werden, müssten die VN eingestehen, dass der Strafverfolgungsprozess
    > gescheitert ist: Nicht nur konnten keine der Hauptverantwortlichen aus
    > indonesischen Militärkreisen ernsthaft verfolgt werden, sondern auch in
    > Osttimor hätte die VN es verfehlt, nachhaltig für umfassende
    > Strafverfolgung zu sorgen. Neben der Glaubwürdigkeit der VN als Akteur
    > auf dem Gebiet der Menschenrechts- und Friedensarbeit steht die
    > Glaubwürdigkeit von Osttimors jungem Rechtsstaat auf dem Spiel. Wir
    > erkennen die Schwierigkeiten, die mit der Lösungsfindung durch die VN
    > auf diesem Gebiet einhergehen, zwar an, sind jedoch der Meinung, dass es
    > im Fall Osttimor eine realistische Chance gibt, die politischen
    > Hindernisse zu überwinden.

    > Angesichts der dargestellten Situation möchten wir der MRK für ihre 61.
    > Sitzung folgende Empfehlungen aussprechen. Sie möge:

    > zum Ausdruck bringen, dass es nicht hingenommen werden kann, dass die
    > Prozesse in Jakarta sich zu Scheinverfahren entwickelten und zu
    > Straflosigkeit führten;
    >
    > die Regierung Indonesiens anhalten, die Angeklagten an das VN
    > Sondergericht in Osttimor auszuliefern und somit ihrer Pflicht nach dem
    > Völkerstrafrecht nachzukommen;
    >
    > Bedauern über die geringe Unterstützung der Strafverfolgung durch die
    > Regierungen von Indonesien und Osttimor als auch der VN zum Ausdruck
    > bringen;
    >
    > den VN-Generalsekretär aufzufordern, eine internationale
    > Expertenkommission einzurichten, und ihn in diesem Unterfangen
    > unterstützen;
    >
    > die Etablierung eines Internationalen Strafgerichtshofes für Osttimor
    > initiieren;
    >
    > alternativ, die Reform des Sondergerichts der VN in Osttimor nach dem
    > Modell des Sondergerichts für Sierra Leone unterstützen;
    >
    > als Minimalansatz, die Weiterführung des Sondergerichts in Osttimor
    > durch die VN nach Mai 2005 und die Zuteilung zusätzlicher Ressourcen
    > befürworten.

    > Watch Indonesia!, Planufer 92d, 10967 Berlin,
    > Phone: +49-30-69817938, Fax: +49-30-69817938
    > e-mail: watchindonesia@snafu.de, homepage: http://home.snafu.de/watchin
    >
    > Deutsche Kommission Justitia et Pax,
    > Kaiser-Friedrich-Straße 9, 53113 Bonn,
    > Phone: +49-228-103217, Fax: +49-228-103318
    > e-mail: Justitia-et-Pax-Deutschland@dbk.de, homepage:
    > http://www.justitia-et-pax.de
    >
    > Menschenrechtsreferat des Diakonisches Werkes,
    > Stafflenbergstraße 76, 70184 Stuttgart
    > Phone: +49-711-2159-496, Fax: +49-711-2159-368
    > e-mail: J.Brandstaeter@diakonie-human-rights.org
    >
    > Misereor, Mozartstraße 9, 52064 Aachen
    > Phone: +49-241-442-424, Fax: +49-241-442-188
    > e-mail: Pils@misereor.de, homepage: http://www.misereor.de
    >
    > missio, Human Rights Office, Goethestraße 42, 52064 Aachen
    > Phone: +49-241-7507-253, Fax : +49-241-7507-61-253
    > e-mail: humanrights@missio-aachen.de, homepage: http://www.missio.de
    >
    > —
    >
    > ***********************************************************************
    > Watch Indonesia! e.V.                  Tel./Fax +49-30-698 179 38
    > Planufer 92 d                          e-mail: watchindonesia@snafu.de
    > 10967 Berlin                           http://home.snafu.de/watchin
    >
    > Bitte beachten Sie unsere neue Bankverbindung.
    >
    > Konto: 2127 101 Postbank Berlin (BLZ 100 100 10)
    > IBAN: DE96 1001 0010 0002 1271 01, BIC/SWIFT: PBNKDEFF
    >
    > Bitte unterstützen Sie unsere Arbeit durch eine Spende.
    > Watch Indonesia! e.V. ist als gemeinnützig und besonders
    > förderungswürdig anerkannt.
    > ***********************************************************************

  • 22.3.2005:  Kofi Annan gaat V.N. hervormen: Plan moet VS-kritiek tegengaan.
  • De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, wil dat de Veiligheidsraad snel wordt uitgebreid van vijftien tot vierentwintig leden. Ook moet de mensenrechtencommissie van de VN worden gereorganiseerd en moeten landen, die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten, worden geweerd.
  • Dit melden Amerikaanse kranten, die beslag wisten te leggen op een concept van het rapport, dat Annan gisteren presenteerde.
  • De afgelopen maanden heeft Kofi Annan advies ingewonnen over hervorming van de Verenigde Naties omdat het instituut zijn geloofwaardigheid als bewaker van vrede en veiligheid heeft verloren.
  • Het geloof kreeg een flinke opdoffer door het optreden tegen Irak.
  • Het 63 pagina’s tellende advies van de secretaris-generaal wordt op een speciale top in September behandeld.
  • Hij streeft naar een apart internationaal verdrag tegen terrorisme en wil dat er regels komen voor preventief gebruik van geweld, aldus de krant Los Angelos Times.
  • Ook wordt gesteld, dat naties die de mensenrechten schenden, niets te zoeken hebben in de commissie die op de mensenrechten toeziet.
  • Hij wil een kleinere commissie, met leden die door de Algemene Ledenvergadering zijn benoemd.
  • Ook is er beter toezicht nodig op contracten en sancties opdat een nieuw “olie-voor –voedsel”- schandaal zoals in Irak , wordt voorkomen.
  • In het kader van het schoon schip maken wil Annan een beleid voeren van zero tolerance inzake seksuele misdragingen en misdragingen van naar brandhaarden uitgezonden VN-militairen.
  • Kofi Annan wil dat de uitbreiding voor het eind van het jaar geregeld is, aldus de Washington Post.
  • John Bolton, een man die zich in het verleden kritisch heeft uitgelaten over de VN, is onlangs door president Bush voorgedragen als permanent vertegenwoordiger bij de VN met het doel om veranderingen op gang te brengen.

 

  • Opmerking:  Als deze lijn inderdaad wordt doorgetrokken komt een land als Indonesië automatisch in de problemen met betrekking tot de bestaande mensenrechten problematiek in dat land.
  • Zoals reeds gemeld blijven de excessen in West Papua voortduren en komt het waarschijnlijk nooit meer goed. Teveel Papoea’s zijn slachtoffer geworden van dit brute, corrupte regiem en te lang zijn Papoea’s vernederd en van hun rechten beroofd geweest.
  • De V. N. is ook de geëigende instantie zich voor de Papoea’s in te zetten en op te komen!
  • Gerard Thijssen> From: Samoxen@.
    > Sent: Wednesday, October 19, 2005 10:48 AM
    > Subject: Moses Werror: What they did to Papuans since 1962
    >
    > Message from Moses Werror, Chairman OPMRC:
    > What they did to Papuans since 1962
    >
    > TO : The Secretary General of the United Nations,
    > The Honorable World Leaders.
    >
    > Thank you for US Congress and UK Parliament support and please we are
    > waiting for support from Australia and New Zealand as closer neighbors,
    >
    > The Congress members are prepared for the Indonesian government sending a
    > delegation to United States in mid of August 2005 to meet with US Congress
    > members and the US government regarding the recent US House of
    > Representatives passing of the special Bill which clearly supports West
    > Papua’s case for the result of the 1969 Act of Free Choice to be reviewed.
    >
    > Therefore we the Representative of OPM as organization and people of Papua
    > are sending our official statement on facts of what Indonesian iron
    > government has been doing against the Papuan people since 1962 until today
    > 2005 in West Papua to use them when there any meeting for discussion
    > regarding the West Papua’s case and your recent majority support West
    > Papua for self-determination.
    >
    > The brutality actions against the Papuan were reported at the West Papua’s
    > Congress II, which was held in Jayapura West Papua May and June 2000. The
    > eye witnesses of the Indonesian army and security what they did to the
    > Papuan people since 1962 and continued going on today in Central highland
    > of Papua, Puncak Jaya districts. This report was compiled by the History
    > Committee at the Congress Papua II and I, Moses Werror was deputy chairman
    > presented that report at the congress.
    >
    > The details of the report such as followings:
    >
    > (1) Forced husband and wife have sex in the public,
    > (2) Forced girls under 20 year have sex with them and after pushed bayonet
    > into the girls vaginas,
    > (3) Killed father and forced wife and children to eat his fresh,
    > (4) Arrested people and tighten their legs, hands and hit them to die,
    > (5) People inside the army custody/jails they were forced to drink their
    > urine and eating their dirt/faeces.
    > (6) Pushed the people into the river side and standing on them until died,
    > (7) Put the people into drum full of water and put the electrical wire
    > into their fingers nails,
    > (8) Put people alive into Copra bags with stones and taken them by plane
    > drop them into sea,
    > (9) Recently in central highland/Timika arrested people and put them into
    > container locked up throw them into river.
    > (10)Cutting people body which knife and put lemon onto the wounds, or
    > burned people with cigarette and so many things they did to Papuans.
    >
    > These brutality acts were reported by the eye witnesses who mostly still
    > alive today.
    >
    > There false and dishonest claims history by the Indonesian government
    > regarding to West Papua status such as followings:
    >
    > (1) The Papuan youth did not taken part in the Indonesian youth national
    > oath as claimed by Indonesia.
    >
    > (2) In the original proclamation document August 17, 1945 West Papua was
    > not included in the document. It was just from Sabang Sumatra to Maluku
    > not to Merauke.
    >
    > (3)That was agreed at the Round table conference between Dutch Indonesian
    > government in Den-Haag the Netherlands 1949 when the Dutch government had
    > transferred the sovereignty to the United States of Republic of Indonesia.
    >
    > (4) After he returned to Indonesia, Soekarno changed the word Maluku for
    > Merauke in West Papua as the base for Indonesia’s claims on West Papua in
    > 1950.
    >
    > (5) The Papuan leaders did not sign the The New York Agreement documents.
    >
    > (6) The official recognition of West Papua national flag and the symbols
    > by the Dutch Parliament and the government before Indonesian forces
    > stepping on Papualand 1962.
    >
    > (7) President Abdurahman Wahid and Megawati had recognized West Papua
    > national flag the morning star and allowed with President’s official
    > statement on June 7, 2000 that it can be raised side by side with
    > Indonesian Red and white flag but the size of Papuan flag should be
    > smaller than Indonesian flag. It was stated that recognized as cultural
    > symbol.
    >
    > (8)  The delaying of implementation full 21 Law of Special Autonomy was
    > because one article from the 21 Law had stated that recognized the Morning
    > Star flag as a cultural symbol and it can be raised at the agreeable
    > places such as educational institutions and Traditional leaders
    > residences.
    >
    > (9)  West Papua had own government system during the Allied forces in
    > Pacific war that when Indonesia had proclaimed it independence.
    >
    > (10) The actual status of the territory during the Dutch East Indies was a
    > hunting ground and was under the residency of Ambonia and Sultan of Tidore
    > just till the Island of Raya Ampat in Sorong and Fak Fak areas not whole
    > Papualand. So the Indonesian historians’ claims were wrong.
    >
    > (11) All claims of Papualand were between two colonialist governments and
    > nothing to do with the Papua people ever since.
    >
    > (12) The Pepera or Act of Free Choice was not conducted according in the
    > spirit of the New York Agreement and that before the election those
    > handpicked up people were accommodated into the boarding centers and
    > guided them to vote support Indonesia and warning them who vote against
    > Indonesia then their tongues would cut off. Gave them money, goods and
    > prostitutes women as well.
    >
    > We Papuan people gave Indonesia more than 40 years but they were not
    > honest and they have been treating us as animals in desert of Africa so we
    > have decided to leave and build our own independence country same as Papua
    > New Guinea, Solomon Island, Vanuatu, Fiji, East Timor Leste and others in
    > South Pacific.
    >
    > Please accept our case and reviewing in this year to save so many lives of
    > Papuan people. For your support we thank you and God of Papuan People
    > blesses you all.
    >
    > The writer is ex Indonesian Papua diplomat from 1961 to 1969. Went with Dr
    > Soebandrio Indonesian delegation to United Nations General Assembly in
    > 1961 and posted into Indonesian Embassy in Canberra Australia from 1962 to
    > 1967.
    >
    > Now head of the international campaigning for freeing West Papua based in
    > Madang Papua New Guinea since 1971.
    >
    > Moses Werror Chairman OPMRC
    > Madang PNG Headquarters
    > *****
    >
    > West Papua under Indonesian rule since 1962
    > by Moses Werror (2002)
    >
    > This paper sets out to outline the past events about the Netherlands and
    > Indonesia disputes and claims over the Western part of the New Guinea
    > Island.  It was previously named the Netherlands New Guinea, then became
    > West Irian, West Papua and Irian Jaya now Papua. Capital Hollandia renamed
    > Kotabaru, Soekarnopura, Jayapura now Hollandia Numbay.
    >
    > An introduction of the early struggle, it’s started in Babo-Bentuni on the
    > Sorong region in 1930s it was an old struggle in Melanesia. Later the
    > Papuan nationalism was introduced and taught at the Protestant Missionary
    > Teachers College in Miei-Wandamen by the late Reverend Izaak Samuel
    > Kijne,the principle of the College. He composed two nationalist songs: ”
    > Hai Tanahku Papua (Oh My Land Papua)and Dari Ombak Besar Dari LautanTeduh(
    >>From the great wave of the Pacific Ocean).
    >
    > In 1940 the Koreri movement under Ms Anganita Manufandu and Stefanus
    > Simopiaref of Biak Island in Gijlvink Bay now Teluk Cenderawsih fought
    > Dutch and Japanese forces, both and the followers were captured and killed
    > in Kuawi- Manokwari by the Japanese soldiers.
    >
    > This year-2002, it marks 40 years under Indonesian rule, and the Secret
    > war campaigns to eliminate the West Papuans which resulted in 600,000 or
    > more people being killed ,and 30,000 people or more left their homes and
    > sought refuge in neighboring Papua New Guinea or exiled to third
    > countries.
    >
    > The human rights violation in West Papua is an on going international
    > crime since the Netherlands and Indonesian Round Table Conference in
    > 1949,in the Hague. The Netherlands transferred sovereignty to the United
    > States of the Republic of Indonesia, but excluded Western New Guinea.It
    > was agreed to discuss the political status later in the year.
    >
    > While waiting for the next meeting, unacceptable changes were taking place
    > during this time for the territory ownership.  Moderate and extremist
    > groups from the Netherlands and Indonesia were divided in their approach
    > to the dispute.  Moderate groups favored internationalizing the territory
    > supporting the proposal of the former Prime Minister of the Netherlands,
    > Mr De Quay in 1960; for his Foreign Minister, Mr Joseph Lunz, to introduce
    > a resolution on the self determination at the United Nations. But the
    > extremist group in Indonesia disagreed and demanded that the Dutch must
    > transfer territory unconditionally as part of the East Indies Colonial
    > Empire.  And the extremist group in the Netherlands also put pressure on
    > the government to have the United Nations decide on the territory’s
    > political status, whatever decision would be made, the Netherlands must
    > accept it.
    >
    > In April,1961 the Dutch New Guinea Council was established, the majority
    > being Papuans, with 13 as elected representatives were elected in a
    > democratic election, and 9 members appointed by the Governor. During its
    > lifetime, had passed a resolution directing the National Congress to
    > establish a way of achieving self-government.  The National symbols were
    > adopted and a private Bill on the symbols was submitted to Holland. On
    > November 18,1961 Holland officially recognized the flag, coat of arms,
    > anthem and territorial name. On the December 1, 1961 the territorial name
    > and symbols came into force.
    >
    > They decided to set up a republic in1970, and was supported by the Dutch
    > government at that time.  But United States put pressure on the Dutch
    > government to withdrew her support for the plan which put the Dutch
    > government in a very weak position.
    >
    > In November, 1961 at the United Nations General Assembly Session, Foreign
    > Minister Joseph Lunz introduced a resolution on the self-determination.
    > The Dutch delegation members were Dr De Rijcke a Dutchman, Mr Nicolas
    > Jouwe, Mr Herman Womsiwor, Mr Nicolas Tanggahma. Indonesia Foreign
    > Minister Dr Soebandrio, challenged the resolution. The Indonesia
    > delegation members were Mr Soegiro, as Indonesian, Mayor Dimara, Mr
    > Inderi, Miss Marry Papare and myself, Moses Werror.
    >
    > On the first day at a Chinese restaurant on Broadway in New York City at
    > lunch hour we were told by the Chinese owner of the restaurant that the
    > Dutch delegation will come for lunch too.  Dr Soebandrio instructed us go
    > to meet them and talk to them. Whatever we decided, he would support it.
    >
    > When they arrived, we moved to sit with them but they left us without
    > saying a word. I suppose that put the first loss to the Dutch government.
    > At the United Nations we were not given an opportunity to speak for
    > ourselves until we left. Afterwards we learned that Dr De Rijcke had
    > received a bribe of about US$ 750,000 from the Indonesian Consul General
    > in Singapore for providing them with documents regarding the plan for
    > establishing a republic in 1970.
    >
    > Meanwhile in the international circles, the United States and the European
    > countries kept neutral on the dispute and Australia wasn’t sure of her
    > position.  In April, 1961 after President Soekarno and Foreign Minister
    > Soebandrio paid a visit to the President John. F. Kennedy at the White
    > House, and the General Nasution paid a visit to Australia and New Zealand,
    > Australia withdrew her support for the Netherlands.
    >
    > President John. F. Kennedy’s statement concerning the solution to the
    > dispute was: “Our only interest is to see if we can have a peaceful
    > solution which we think is of the long range interest to the free world
    > and our allies.” It was a political statement of support for Indonesia,
    > but the fate of the West Papuans was sealed and forgotten.
    >
    > In return the Indonesian and the Dutch government invited Senator Robert
    > Kennedy to visit Jakarta and the Hague.  On his arrival in the Netherlands
    > he made this statement:  “For those 700,000 Stone-Age Papuans it is better
    > to join Indonesia, because Indonesia is vitally very important to the
    > United States in strategy, politics, economics and security in the
    > region.” In meantime the President Kennedy instructed his Ambassador Mr
    > Elsworth Bunker to mediate the dispute on behalf of his government and
    > find a peaceful solution. Mr Bunker drafted an agreement known as Bunker
    > Plan. It was accepted by the Dutch and Indonesia governments.
    >
    > The document was signed on August 15,1962 at the United Nations by
    > representatives from the Netherlands and Indonesia and witnessed by the
    > Secretary General of United Nations , Mr U Thant, without the West Papuan
    > leaders signature’s. It was an international agreement which was called:
    > “New York Agreement.” It contains details on the arrangement of how to
    > conduct the self-determination for West Papuan in the year 1969, and
    > agreement was ratified by United Nations on September 21, 1962 as an
    > international agreement.
    >
    > The Prime Minister Dr J.E De Quay of the Netherlands in his farewell radio
    > speech on August 15, 1962 said from bottom of his heart to the Papuans in
    > West New Guinea: “look to the future with confidence in the justice of
    > your case that you will always be in our minds and our best wishes will
    > accompany you and may God save you.” Quote.
    >
    > Indonesia treated this more as a bilateral agreement and the Dutch
    > government and the United Nations were kept silent in supporting
    > Indonesia. The question that needs to be asked in why was this the case?
    >
    > Perhaps this is the right time for the United Nations to:
    > (1)  Look back at what was done which was grossly injustice and inhumane
    > of the case.
    > (2)  Bring the Netherlands and Indonesian governments back to the
    > conference table to declare null and void their previous New York
    > Agreement and the result of that Act of Free Choice, the United Nations
    > resolution No.2504 (XXIV November, 1969.
    > (3)  Allow West Papua leaders to be invited to speak out for the first
    > time as the rightful ownership of the territory.
    >
    > During the UNTEA administration, the work force was mostly Indonesian,
    > which was a serious mistake the Dutch and United Nations allowed that to
    > happen.  Therefore, she used the opportunity to manipulate the whole
    > process to suit her own political desires.UNTEA administration period was
    > very short, only until May 1, 1963. The territory was then transferred to
    > Indonesia under the New York Agreement for the period of 7 years and to
    > provide freedom of gathering, freedom of speeches for West Papuans to
    > exercise their political right with out fear from intimidation what so
    > ever in preparation for the self-determination in the end of 1969.
    >
    > But alas Soedjarwo Tjondronegoro the Indonesian team leader masterminded
    > the operation, which was backed up by the Military Commander General Sarwo
    > Edhie. They carefully made changes to conduct the act of free choice under
    > Indonesian Guidance democracy with tight military security.
    >
    > The Dutch government was in a weak position to protect the rights of the
    > West Papuans from the pressure of the United States and the Australian
    > government latest attitude, made the Dutch government to abandon and leave
    > the West Papuans on their own. Until today the Dutch Government is still
    > keeping silent.  Why?
    >
    > While under the Indonesian rule it became a worse form of modern
    > colonialism: “There was no freedom of movement, no freedom of assembly and
    > no freedom of speech.” Security was very tight on the movement of the population.> July 28,1965 Papuan militia forces under command of Permenas Awom and
    > Lodewijk and Barenz Mandatjan, supported by 15 underground organizations
    > attacked the Indonesian Army headquarters at Arafai Manokwari then
    > destroyed all their installations. This day OPM (Organisasi Papua Merdeka)
    > as “Papuan People Aspiration” came into being. ABRI could not made ground
    > attack but they used warplanes bombing and gunning from air, many villages
    > were destroyed and many people were killed. The fighting went on through
    > out the territory. Permenas Awom was surrendered under the President
    > Soeharto amnesty, after that just for while then he was put into a copra
    > bag alive and threw him into sea between Manokwari and Biak Island. This
    > time Indonesian army commander was Gen. Sarwo Edhie Wibowo.
    >
    > On the eve of the act of free choice or (Pepera), the Military Commander
    > issued a strong warning to the OPM members and the people:”Those who
    > wanted to campaign against the government would have their tongues will
    > cut out, and that  was better for them to ask the United States to find
    > them a new home on the moon.”
    >
    > In 1968 the preparations were on the way for the Act of Free Choice.Dr
    > Fernando Ortiz Sonz, the United Nations Envoy and his team arrived in
    > Jakarta in April,1968, but were not permitted to visit the territory and
    > they were kept out from the whole arrangement until the Indonesian team
    > had conducted the most of the election, about 80%.
    >
    > Meanwhile the former Indonesian Foreign Minister Mr Adam Malik instructed
    > Soedjarwo Tjondronegoro to have me, Moses Werror on the Indonesian team
    > but they refused.  Then I left for home-West Irian with my family.
    >
    > The DPN (council) representative members to vote in the Pepera were chosen
    > by the Indonesian team leader. Most of them were illiterate.They were
    > kept in boarding centres and given an intensive indoctrination, provided
    > with goods, money and free women as well.
    >
    > Meanwhile the Provincial Parliament members requested discussion on how to
    > implement the act of free choice, which resulted in 30 members being
    > dismissed. Two crossed into PNG in 1969 and are now living in Port
    > Moresby, (Mr William Zongenao and Mr Clemens Runawery). People rejected
    > the Pepera, the Indonesian way of conducting elections under the tight
    > military control and the Guidance Democracy governing system in Indonesia.
    >
    > In April, 1969 a group of people representatives went to Dr F.Ortiz Sanz’s
    > residence in Dok-V Jayapura to present a resolution calling for the
    > election to be carried out according to the Article XVIII of the agreement
    > which stipulates for one man one vote. They were supported by 5000 or
    > more demonstrators to hold a peaceful march to the Provincial Parliament
    > building and heard the leaders speeches before leaving.  Under the
    > Parliament building I was called to address the demonstrators; my speech
    > was in English.  This is a part of the speech: “You are the leaders of
    > tomorrow for this country, you must behave in a proper way because
    > Indonesia is our neighbor. I am sure they will listen to you.”
    >
    > Herman Wajoi, the Deputy Speaker of the Provincial Parliament spoke to the
    > demonstrators, indirectly, he proclaimed independence: “Merdeka, merdeka,
    > merdeka,”(freedom).  The demonstration leaders decided to march again to
    > the Governor’s palace to meet the Pepera Team Committee to present the
    > people’s resolution. I took the lead to line up people. Suddenly shots
    > were fired above our heads from army panzers [tanks] to stop the marching.
    > People escaped to safety. I and the 11 demonstration leaders were arrested
    > and taken to the military jail in Ifaar Gunung. Within a week the jail was
    > full up. Some of these members are now living in Papua New Guinea. People
    > were spontaneously supporting the demonstration with many protests and
    > armed uprising in Enarotali, the Paniai district in the Central Highland
    > of West Papua. It caused many people being arrested, beaten to death or
    > killed in cold blood. The situation was very tense with so many soldiers
    > equipped with machine guns ready to wipe out the West Papuans. The proof
    > witnesses many are alive today and they have attended the Papuan People
    > Grand Convention and Congress Papua-II year 2000.-.
    >
    > Military Commander was instructed to arrest all extremist OPM members and
    > place them in the military jails or out on isolated islands until the
    > election completed. Many people suffered and died from beatings and some
    > were shot in secret places outside the town.
    >
    > Perhaps all this happened as a result of the meeting in Rome between
    > Foreign Ministers of The Netherlands and Indonesia on May 20,1969. At the
    > meeting, they agreed that the act of free choice should be carried out as
    > matter of international concern, but to make sure that the votes remain
    > with Indonesia.
    >
    > To implement the Rome agreement, the Indonesian team carried out elections
    > in most of the 8 Districts (about 80%) before the United Nations team
    > arrived. The election took place through selected Pepera Council members
    > (DPN). In Jayapura the Provincial Capital, all voted in favour for
    > Indonesia, not one voted against. Some observers were surprised, confirmed
    > by an army officer who told me after the election.
    >
    > They prepared all resolutions for the Pepera Council Members to sign, and
    > some signatures were copied. Most of the Pepera Council Members were
    > illiterate. That was the main reason for their refusal to have me in the
    > team and also to delay the United Nations team to participate at the
    > earliest time.
    >
    > In the Rome meeting they agreed also to prevent any moves to discuss the
    > political status of the territory at the United Nations; therefore, they
    > proposed a draft resolution for a 5 year-plan for development to be
    > sponsored by 6 countries at the United Nations 24th General Assembly; They
    > were “The Netherlands, Luxemberg, Belgium and Indonesia, Thailand and
    > Malaysia. The Asian Bank agreed to finance the 5-year development plan as
    > a guarantor.
    >
    > During the 24th United Nations General Assembly Session there were unusual
    > activities between the Netherlands and Indonesian delegations members. The
    > Foreign Ministers’ speeches were checked and corrected word by word, and
    > sentence by sentence before Ministers could present them. That was an act
    > of collaboration at the last minute to stop any further discussion on the
    > matter.  It had influenced the votes when they voted on the resolution; 84
    > for and 30 against or abstaining and 12 countries not attending. This was
    > an international crime against West Papuans in the United Nations. The
    > Indonesian government and the members of the United Nations knew well
    > about the undemocratic election and then untrue result of the act of free
    > choice, If at that time,the Dutch delegation had questioned this it could
    > have been a different story today.
    >
    > The paragraph 251 of Dr F Ortiz Sanz’ report to the Secretary General of
    > the United Nations regarding the implementation of the agreement, said: “I
    > regret to have expressed my reservation regarding the implementation of
    > article XXII of the agreement, relating to the rights, including the
    > rights of free speech, freedom of movement and assembly of the inhabitant
    > of the area. In spite of my constant efforts,  this important provision
    > was not fully implemented and the administration exercised at all times a
    > tight political control over the population.”
    >
    > Soedjarwo Tjondronegoro, the Indonesian team leader, and the Military
    > Commander General Sarwo Edhie were hoping to get promotions after success
    > of the act of free choice, but both failed.
    >
    > In 1970 after Pepera was over, Soedjarwo met me at Sentani Airport. He
    > told me he was unhappy with Jakarta and he said. “We both were not lucky.”
    > As he could not get what he wanted. For me, Jakarta had offered me a
    > Governor or Ambassador position; but I did not accept one.
    >
    > July 1, 1971 Seth Jafeth Rumkorem had proclaimed independent of West Papua
    > and established revolutionary government in Markas Victoria at the border
    > within PNG and established information offices in Senegal Africa and
    > Stockholm. I was Minister of State for the political and security in the
    > first Rumkorem-Prai cabinet.
    >
    > In 1971, my family and I crossed into Papua and New Guinea and began
    > living in Madang. About March 1972, Jakarta instructed Soedjarwo
    > Tjondronegoro to get me back and they would give me whatever position I
    > wanted; I refused it again. Later in the year, Soedjarwo and General Sarwo
    > Edhie died from poisoning. If I had accepted the offer, I would be in the
    > same situation as them.
    >
    > The final internal report on the result of the act of free choice had this
    > sentences: “we won the Pepera election but we did not win the political
    > future of the territory; it will be very hard to keep on.” Because sooner
    > or later other Melanesian territories will achieve their independence; and
    > that will refuel the Melanesian nationalism which is already rooted in the
    > territory. In fact it is happening today.
    >
    > In the meantime Indonesian government tried to maintain her position by
    > encouraging foreign and multinational companies to invest in mining
    > projects and other developments, and encouraged  PNG government to enter
    > into a friendship agreement to secure her position.  Therefore PNG
    > government is also in a weak position to help the West Papuans
    >
    > Indonesia has been trying many things to remain in control; but that will
    > be impossible as world politics has changed in favour of supporting the
    > world indigenous people to self-determination of their own destiny.
    >
    > It was thought that if development improves and provided good living for
    > the people it will make them forget about OPM and West Papuan independence
    > struggle. It is a crazy idea of trying to stop nationalism with promises
    > of money, goods and positions.
    >
    > Jakarta also used the policy of eliminating the West Papuans. The Dutch
    > old transmigration scheme was implemented in the earliest days through the
    > World Bank financial funding of the transmigration projects. This policy
    > of integration by settling transmigrates and or immigrant was an act of
    > eliminating the West Papuans from their ancestral lands and make a
    > minority in their own home land.
    >
    > West Papuans were victimized from the regional and economic cooperation
    > policy as a tool of the modern colonialism.  It is happening today, where
    > most people have became dependent and slaves in their own land. The money
    > makers and powerful countries are the backbones of colonialism and
    > creators of the mini wars around the world after World War-II for
    > providing jobs and living for their employees and their people. Even
    > though they are talking about violation of the human rights, but they are
    > not honest about what they are doing. The mini wars will never stop and
    > colonialism will never be eradicated in all manifestations. It will come
    > back in other forms.
    >
    > You may believe me or not, but I tell you the truth that West Papuan
    > people are colonized by the international business companies, who
    > supported Indonesian regime in 1962/1969.  These business groups are
    > financing the Indonesian army to protect their business investments and
    > they killed West Papuans.They once refused to support our independence and
    > now are taking advantage of us and are enormously benefiting from the
    > mineral resources. Some of their countrymen and women and their families
    > are living on blood money taken from the death of West Papuans.
    >
    > The world leaders knew well of the circumstances involving the handling
    > of the Papuan’s case at the United Nations in 1969 with injustice and
    > unfairness and inhuman, but they pretend there nothing wrong in West
    > Papua, as they said: “Indonesia is doing well.”This is a blessing
    > opportunity, I on behalf of my people in West Papua and living in exile. I
    > appeal to you and the world leaders support us for a genuine
    > self-determination and independence same as other independent Melanesian
    > countries. For those Foreign business companies who now invested their
    > money in West Papua, I call on you for support financing our lobbying
    > tobring Indonesian and The Netherlands governments back to the conference
    > table and review the West Papua’s case . We promise you for the future
    > secure of your investment with a better benefit.
    >
    > Since we have sent many appeals out to the world leaders.  We have been
    > trying here and there but always without success as a result of the United
    > Nations General Assembly Resolution No. 2504 (XXIV) November 1969 had
    > voted to let West Papua with Indonesia.
    >
    > We have protested Indonesian occupation in the public, at the public
    > meetings, official statements, resolutions supported by NGOs at the
    > conferences and meetings. In rejecting the United Nations handed West
    > Papua to Indonesia in 1969 with injustice, unfairness, inhuman against our
    > human rights, since the United Nations turned to blind, deft and ignorant.
    > Therefore on the January 8,1969 OPM forces took UNESCO employees for
    > hostages to open blind eyes to see, deaf ears to hear and stubborn heads
    > to know about the struggle. At least that result was very good, as
    > said”Open window”, that’s what we wanted that brought back West Papua on
    > the world map. The world leaders and the world community condemned OPM
    > action as criminal and terrorist for taking hostages. But, OPM did it
    > because you were ignoring us, and had no interest in our case. Taking
    > hostages attracted international attention for the West Papua’s case. The
    > 1994/1995 uprising at Freeport mine, and shooting at Timika Airport, and
    > Wapenduma hostage were actions taken by OPM and her supporters to teach
    > the Indonesian government a lesson that it can not use military pressure
    > against the people, because Melanesian nationalism is rooted deeply inside
    > the minds and hearts of the people. Nothing else will change it.
    >
    > The independence struggle is an unfinished business, and it will continue
    > to find the truth for justice is independence, and independence is the
    > only answer, nothing else. West Papuans were forced against their human
    > rights and given to Indonesia to keep out Communist countries from
    > Indonesia, and to save the region from going into war with Communist
    > countries. West Papua had saved Indonesia in 1960s. Therefore I call on
    > the Indonesian government must grant independence to the West Papuan and
    > support to establish an independent State of West Papua before year -2005
    > for the good of the future
    > relationship between two people, the Papuan and Indonesian. It would not
    > be difficult as she had , recognized the other Melanesians, who gained
    > their independence from their colonial masters
    >
    > The world politics has changed after United Nations decided of 1993 as the
    > year of the world indigenous peoples that the wind of hope for many people
    > and also bring the change into Indonesia itself after Asian Dictator
    > Soeharto was forced by the students to step down on May 21, 1998. Then the
    > political reformation and struggle for the democracy in Indonesia by
    > PDI-Struggle. This chance provides Papuans an opportunity to pursue their
    > freedom through dialogues with Indonesian government.
    >
    > February 26, 1999 the group Team 100 went to Jakarta at the President
    > Palace for the first time, Thomas Beanal the Traditional leader and the
    > leader of the Team 100 presented to the President Dr.B.J Habibie and his
    > Cabinet Ministers the Papuans aspiration wish to separate from the
    > Indonesian Republic and to form an independent state of Papua.
    >
    > Unfortunately July 1, 1998 flags raising in most of Papuan towns
    > peacefully,but in Island of Biak in its town which cost many people being
    > killed by the/Indonesian army from the Patimura Division of Maluku, its
    > calls Biak bloodshed But that case was different to the December 1, 1999
    > the Miracle Day, the Morning Star flag raising ceremonies were conducted
    > successfully in all towns, in Papua without a single bullet was fired.
    >
    > In conclusion that it is impossible for Indonesian TNI/Polri Iron
    > Government to change the minds of Papuan, it had been tried since
    > 1962.Remember that Papuan struggle for independence was before Indonesian
    > and Dutch governments signed the New York Agreement. The Papuan are
    > Melanesian from yesterday, today and tomorrow. Nobody will able to change
    > us even by an Atom Bomb. Because OPM is People and People are OPM,
    >
    > OPM Orang Papua Merdeka! or People of OPM , Free West Papua
  • Joint Press Release
    Robert F. Kennedy Memorial Center for Human Rights
    East Timor and Indonesia Action Network (ETAN)Members of Congress Urge President Yudhoyono of Indonesia to Open up Access to West Papua; Ongoing Human Rights Abuses Condemned
    CONTACTS:
    S. Eben Kirksey, RFK West Papua Advocacy Team (831) 429-8276/(831) 227-4347
    Edmund McWilliams, RFK West Papua Advocacy Team (703) 237-3913/(703) 899-5287
    John M. Miller, Spokesperson, ETAN (718) 596-7668/(917) 690-4391
    Ann Vaughan, Office of Sam Farr (CA-17) (202) 225-2861FOR IMMEDIATE RELEASESeptember 16, 2005—Members of the U.S. House of Representatives today called on Indonesian President Susilo Bambang Yudhoyono to rescind policies that restrict international access to West Papua.In a letter to President Yudhoyono, Representatives wrote that “the travel permit (surat jalan) system, requiring travelers to report their own movements to local intelligence agencies, is contrary to the freedom of movement that is essential to a functional democracy.” The letter calls on Yudhoyono to suspend the travel permit system, as well as visa policies “that restrict access of international journalists, researchers, and NGO workers to West Papua.”The letter, sponsored by Representatives Sam Farr (D-CA) and Christopher H. Smith (R-NJ), also calls for an end to “new military operations and . . . the military build-up in West Papua as a whole.” Today Rep. Farr said “I commend President Yudhoyono for seizing the opportunity in the aftermath of last year’s tsunami to make positive progress towards peace in the Aceh Province. I encourage the Indonesian government to make similar efforts to return to the negotiation table with the Papuans and work toward the demilitarization of that area.”Lawmakers highlighted the detention of political prisoners Yusak Pakage and Filep Karma, who were recently sentenced to 10 years in prison for raising a flag.

    “Scholars who would not normally be concerned with politics – botanists, zoologists, and anthropologists – are being denied visas to do basic research in West Papua,” said Eben Kirksey, a Chancellor’s Fellow at the University of California, Santa Cruz. “Indonesia’s policy of prohibiting research in West Papua has backfired; it is turning academics into activists,” he added.

    “Access is a problem of long standing and even as a US diplomat, I had to seek special Indonesian government permission to visit West Papua,” said Edmund McWilliams, formerly the Political Councilor to the U.S. Ambassador to Indonesia.

    “While international access does not guarantee an end to human rights violations, as we saw in East Timor, it is vital in giving the victims hope and in generating international pressure for genuine change,” said John M. Miller, spokesperson for the East Timor and Indonesia Action Network (ETAN).

    President Yudhoyono, who is currently touring the United States, will address world leaders today who have convened in New York City for the United Nations Summit.

    The letter was signed by 35 members of Congress.

    Background

    West Papua, the half of New Guinea controlled by Indonesia, is the site of unparalleled natural and cultural diversity. With over 250 local languages as well as a high number of plant and animal species found nowhere else on earth, it is a sought-after location for academic research.

    The Indonesian government is trying to hide ongoing human rights abuses in West Papua from the world. A report documenting extensive crimes against humanity by Indonesian troops in West Papua was released last year by the Allard K. Lowenstein International Human Rights Clinic at Yale University. The report found “a strong indication that the Indonesian government has committed genocide against the Papuans.”1

    In March, 2005, 37 members of the Congressional Black Caucus wrote to U.S. Secretary of State Condoleezza Rice and U.N. Secretary-General Kofi Annan asking them to support West Papua’s right to self-determination. On 9 June 2005, the House International Relations Committee passed H.R. 2601, the State Department Authorization Act for FY2006, which contained historic language about West Papua and would require that the Secretary of State submit a report about the Act of Free Choice—the 1969 plebiscite that led to West Papua’s incorporation into Indonesia. Many historians regard the Act of Free Choice as a sham. The State Department Authorization Act for FY2006 must still be approved by the Senate.

    In August over 10,000 Papuans held a peaceful demonstration asking the Indonesian government to end ongoing kidnappings, torture, and assassinations. No international correspondents were given permission to travel to West Papua to cover this demonstration. As a result, the event went unreported in the global media.

    ——————————————————————————–

    September 15, 2005

    Office of the President
    Istana Merdeka
    Jakarta 10110 Indonesia

    Dear President Yudhoyono:

    We, the undersigned members of Congress, commend you for changing visa policies that allowed journalists and international organizations access to Aceh following the tsunami disaster. Countless lives have been saved because of this change. We write to encourage you to continue with these positive steps by opening up access to West Papua and by addressing the following issues:

    *Military Operations in West Papua*

    We note that recently announced plans to establish a new Strategic Army Reserve (Kostrad) post in West Papua’s Mimika District with plans to station up to 15,000 new military troops in West Papua, are further threatening to undermine peace initiatives. We also are deeply concerned about ongoing Indonesian military (TNI) operations in Mimika District itself. For example, we understand that a TNI patrol near the Coffee River (Kali Kopi) reportedly shot dead two Papuans in mid-March and that four other Papuans recently were killed in this area.

    Despite efforts to impede access by international journalists and human rights and humanitarian workers, we are aware that operations in the highlands have resulted in numerous human rights violations since August 2004. Churches, human rights organizations, and regional parliamentarians (DPRD Papua) are reporting that thousands of villagers have been forced to flee these military operations.

    We call on you to immediately end the new military operations and to halt the military build-up in West Papua as a whole.

    Press reports indicate that these military operations are being financed in part by funds from international donors that were designated to help Papuans develop local governance. These reports further suggest the TNI is diverting these funds to create militia, a situation gravely reminiscent of TNI sponsorship of militia to ravage East Timor in 1999.

    We urge you to promptly investigate this reported misuse of funds. We urge you to order the immediate disbanding of the militia, criminally prosecute those culpable, and repay illicitly-spent funds.

    *Peace Process and Human Rights*

    We recognize that many prominent leaders of West Papua are seeking solutions to the pressing problems in the region through dialogue and negotiation. We are aware of recent reports about the formation of a special Presidential Commission on West Papua. We believe this to be a positive development deserving of your government’s full cooperation and support. However, detaining non-violent leaders – such as Yusak Pakage and Filep Karma – is clearly limiting the possibilities for political compromise. We urge you to immediately release Pakage, Karma, and other political prisoners who are working for peace.

    *Restriction on Travel*

    The travel permit (surat jalan) system, requiring travelers to report their own movements to local intelligence agencies, is contrary to the freedom of movement that is essential to a functional democracy. In all areas of West Papua outside of major urban centers, foreigners are required to carry surat jalan travel permits. In some localities Indonesian citizens of Papuan descent are even required to carry similar permits.

    We call on you to abolish the travel permit system and allow for the freedom of movement throughout Indonesia.

    Visa policies are in place that restrict access of international journalists, researchers, and NGO workers to West Papua. We urge you to abolish these visa restrictions.

    Moving towards a democratic system of government with respect for human rights is the key to a sustainable peace in a multi-cultural, multi-ethnic Indonesia. We respect the fledging efforts you have made towards building democratic institutions and encourage your continued efforts to institute respect for human rights and rule of law as you lead your country on a path towards democracy.

    Sincerely,

    Sam Farr
    Chris Smith
    Donald M. Payne
    Frank Wolf
    Patrick J. Kennedy
    Trent Franks
    Peter DeFazio
    Jim Gerlach
    Eni F. H. Faleomavaega
    Gregory Meeks
    Lois Capps
    Nita Lowey
    Diane Watson
    Stephen F. Lynch
    Michael Honda
    Jose E. Serrano
    Maurice Hinchey
    Tim Bishop   Carolyn Maloney
    Dennis Kucinich
    Lane Evans
    Raul M. Grijalva
    Tammy Baldwin
    Mark Udall
    Henry A. Waxman
    Zoe Lofgren
    David Wu
    James P. McGovern
    James Oberstar
    Michael Capuano
    Pete Stark
    Dennis Cardoza
    Steve Rothman
    Maxine Waters
    Jan Schakowsky

    Cc:  U.S. Ambassador to Indonesia, B. Lynn Pascoe
    Indonesian Ambassador to the United States, Soemadi Djoko Moerjono Brotodiningrat
    Assistant Secretary of State for East Asia and the Pacific, Chris Hill

    1 E. Brundige, et al.  “Indonesian Human Rights Abuses in West Papua: Application of the Law of Genocide to the History of Indonesian Control,” available on-line: www.law.yale.edu/outside/html/Public_Affairs/426 /westpapuahrights.pdf

  • 15.8.1962    –  – –  –  – –  –  – –  –  – –  –  – –  –  – –  –  – –  –  – –  –  – 15.8.2005

 

  • Black part of history West Papua

 

  • Papuan people did not asking for more military troops to West Papua  – Papuan leaders have urged the Indonesian Government to renew its commitment to implement special autonomy status.
  • They asked the Government to prove its willingness to develop Papua.
  • Until now expectations did not come true!

 

  • Papuans are disappointed about the lack of success as regards this implementation and therefore the  Papua Council for Indigenous People (Dewan Adat Papua) has decided to “handback” the Special Autonomy Law to the central Government in Jakarta and has set 15.8.2005 as a deadline to immediately hold a significant review of its special autonomy policy in the province, otherwise the campaign for independence would become stronger.
  • Up till now there is no MRP, no improvement in welfare and public facilities.
  • Recently the U.S. Congress showed different opinions on Papua’s status. In principle the U.S. is in full support of Indonesia’s territorial integrity.
  • But why should U.S. and other countries respect Indonesian attitude and position with regard to Papua, if Indonesia is not serious in handling problems in Papua.
  • Indonesia did not pay enough attention to this province!
  • Considering what happened in the past 43 years, it certainly did not boost the pride and honour of people in Papua.
  • When you read reports from human rights organisations, all kind of Churches. Organisations like Tapol, Komnas Ham, Elsham, Etan, Indonesian Watch, Amnesty International, and so on  – you will learn Indonesia has nothing to be proud of.
  • As already stated on my website, Indonesia is in a bad position regarding human rights abuses.
  • Even the American Yale University concluded: it is genocide.
  • Normally I am writing about more than 100000 Papuan have been murdered. Church organisations estimate about 200000-400000 Papuans died.
  • In 1962 West Papua had about 700000/800000 Papuans.
  • On the website( http://members.chello.nl/g.thijssen4) you are be able to read about TNI is chasing on OPM members, burning villages, churches, killing innocent Papuans.
  • What about the massacre in Biak, 1998, Indonesian government simply denies this event!
  • The Freeport ambush, killing of Theys Eluay and other Papuan tribesmen, murder of  human rights activist Munir.
  • There are numerous of crimes and the very most did not reach the court of justice.
  • Recently they founded the commission of Friendship and Truth to resolve the East Timor crimes, but it is a try to protect the responsible s to these crimes. For a good relationship it is a must to look at history and to pay attention to victims of the East Timor tragedy.
  • Indonesian Government, better saying military, is unable to manage the problems they made in West Papua.
  • So there is a very long list of crimes to be resolved and I do not have the space to mention all these crimes!
  • The Papua issue is becoming a hot item and it has once again made headlines, following the proposal by the U.S. House of Representatives on a bill, which of it becomes effective some said may provide stronger international support for the separation of Papua from Indonesia.
  • It is very important the American Congress will have a look at the referendum in 1969, The Act of “No”Choice., which was a shame in history of the United Nations.
  • On my website under the item: books,  there is a description of the book of  Dr. John Saltford, titled, “The United Nations and the Indonesian Take-over of West Papua, 1962-1969, The anatomy of Betrayal”.
  • It is almost a must to read this book!
  • In November we can expect the book of Prof. P.J. Drooglever: “De daad van vrije keuze”.
  • Papuans were betrayed and due to the late developments their voices came louder and louder.
  • They are crying out to the world: Please open your eyes to what Indonesia is doing to our people and speak out about the mistakes made by the Western governments in the past.
  • Every day , The Indonesian military is sending more troops to commit violence against the Papuan people.
  • Today Mr. Degey died in hospital. A few days ago a few Indonesian men came to Mr. Degey’s house and asked him about his activities. After that he fell sick and was sent to hospital. Mr. Degey was a member of the Papua Tribal Council (Dewan Adat Papua) from Nabire regency.
  • He was a strong campaigner for the independence of West Papua in his regency.
  • Conclusion: Political murdering has started again and West Papuan leaders are dying day after day.
  • The Papuans do not understand what type of action Indonesian will have to do before the U.N., The U.S.A. and other countries decide to address the issue of West Papua.
  • Are they waiting for a massacre like we had with Hutu’s and Tutsi’s in 1994!!

 

  • Most important:
  • Send a UN Peace Keeping force to West Papua, as in some regions there is no entry for journalists and human right workers.
  • Review the Act of Free Choice 1969
  • Organise a fresh referendum under U.N. control and Papuan people can determine their own future in a free and just process.
  • Doetinchem, 6.8.2005.
  • Gerard Thijssen
  • De Verenigde Naties en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens.
  • De V.N. werden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in 1945 opgericht met als doel de wereldvrede te bevorderen en alle mensen een beter perspectief te bieden; schendingen van de mensenrechten zouden worden tegengegaan.
  • Nu 60 jaar later kampt de wereld met dezelfde problemen. Alhoewel veel V.N. organen hebben behoorlijk bijgedragen aan de sociale en economische ontwikkeling van de wereld.
  • Het is echter niet genoeg geweest en vaak ontbrak de politieke wil om zich grootscheeps in te zetten.
  • De gelden zijn zelden toerijkend en niet alle nood kan worden gelenigd.
  • Voor wat betreft mensenrechten schendingen moet er nog veel gebeuren:
  • Mensenrechten nemen in het werk van de V.N. een belangrijke plaats in en wordt zelfs steeds belangrijker.
  • Wie echter kennisneemt van betreffende mensenrechten schendingen, de onderdrukking, vluchtelingen stromen, martelingen en moordpartijen, gedwongen verplaatsingen, vraagt zich terecht af of men de afgelopen 60 jaar wel veel verder is gekomen.
  • Onder de ogen van de wereld vond in 1994 de massaslachting in Rwanda plaats.
  • Na de Tweede Wereldoorlog stelde men vast: “dat nooit meer”!
  • De West Papua affaire was niet genoegzaam bekend, maar na publicatie van het Prof. Drooglever rapport, blijkt zelfs dat de V.N. als de regisseur van de “Act of No Choice” moet worden aangemerkt. Als beloning werd direct na de overdracht de papieren rompslomp voor wat betreft de Freeport mijn afgerond.
  • Hoofddader blijft Indonesië dat met behulp van V.N. landen de mogelijkheden kreeg aangereikt om ongestraft het New York Akkoord en het Referendum van 1969 te verkrachten.
  • Na deze zogenaamde Daad van Vrije Keuze volgt de onverkwikkelijke affaire van mensenrechten schennis en genocide door Indonesische militairen in West Papua begaan.
  • Onder de paraplu van de “circle of impunity” werden zelfs hoge officieren beschermd en dus niet berecht.
  • Hierover moeten men Indonesië aanspreken en zelfs daadwerkelijk aanpakken.
  • Voor dergelijke criminele daden tegen de menselijkheid is de V.N. juist opgericht!!
  • Lees zelf de Verklaring van de Rechten van de Mens!
  • Het is onverdraaglijk dat het Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken onder leiding van Dr. B. Bot zich de afgelopen 43 jaar  zo weinig liet horen en de heer Bot weigerde zelfs  om op 15.11.  het boek van Prof. Drooglever in ontvangst te nemen.
  • Beide landen zijn lid van de V.N. en dergelijke belangrijke zaken als mensenrechten schendingen gaan boven elk landelijk politiek belang!   Zie het handvest!
  • Maar daar behoef ik een voormalig diplomaat toch niet op te wijzen!
  • Waar blijft nu dat debat op basis van de feiten?  Ik mis nu ineens de redelijkheid en voor Minister Bot is het nu ineens een ” fait complet” en wat er met een compleet inheems Papoea volk gebeurt is hem blijkbaar om het even.
  • De feiten, zoals gepubliceerd in het boek van Prof. Drooglever, liegen er niet om en onze volksvertegenwoordigers zouden Minister Bot op zijn opstelling moeten aanspreken!
  • Maar ook dit wordt weer getolereerd en gedoogd en moet vooral niet worden opgerakeld.
  • Eigenlijk zou er een Hoge Commissaris voor de mensenrechten moeten komen, zoals wij dat ook kennen voor het Vluchtelingenwerk. Hiermee kan worden voorkomen dat de Secretaris-Generaal de belangen van de mensenrechten gaat afwegen tegen andere belangen.
  • De Veiligheidsraad was aanvankelijk nauwelijks geïnteresseerd in mensenrechten.
  • Bij calamiteiten is volgens het handvest de Veiligheidsraad verantwoordelijk voor vrede en veiligheid en zou men eigenlijk al veel eerder aandacht hebben moeten schenken aan mensenrechtenkwesties.
  • In het specifieke geval van West Papua is er veel te weinig gebeurd.
  • Talloze rapporten zijn er verschenen en ook waren er vele verzoeken om internationaal toezicht. Er gebeurt veel te weinig!
  • Als schoolvoorbeeld Indonesië met hun “smiling policy”, een van het meest corrupte landen ter wereld met een wel zeer slechte conduite staat voor wat betreft mensenrechten schennis.
  • Na 43 jaar is er niets veranderd en militairen gaan nog steeds hun gang.
  • Nederland zou hier toch een stimulerende rol moeten spelen!
  • Wat moet er eigenlijk in West Papua gebeuren om dit issue hoger op de agenda te krijgen?
  • Gerard Thijssen
  • Van Amnesty International – Jaarboek 2007 – betreft informatie over 2006:
  • In mei ratificeerde Indonesië het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, maar eind 2006 was nog geen wetgeving aangenomen om de verdragsbepalingen op te nemen in het binnenlands recht. In juni werd Indonesië gekozen in de VN-Mensenrechtenraad en het land zegde toe het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof vóór 2008 te ratificeren. Religieuze minderheidsgroeperingen en kerken waren het doelwit van geweld. In Sulawesi braken her en der religieuze onlusten uit.
  • In juli werd een langverbeide Wet bescherming getuigen (Wet 13/2006) aangenomen, die onder meer voorzag in een orgaan voor de bescherming van getuigen en slachtoffers. Volgens niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) waren de in de wet genoemde waarborgen ontoereikend door onvolledige definities.
  • Drieëntwintig mannen zouden
  • In oktober vernietigde het Opperste Gerechtshof de veroordeling van Pollycarpus Budihari Priyanto wegens de moord op mensenrechtenactivist Munir, die in 2004 werd vergiftigd op een vlucht naar Nederland. Niemand is ter verantwoording geroepen voor dit misdrijf.
  • De meeste mensenrechtenschendingen door de veiligheidstroepen werden niet onderzocht en schendingen uit het verleden bleven onbestraft. Het bureau van de procureur-generaal liet na vervolging in te stellen in twee zaken waarbij de Nationale Commissie voor de Rechten van de Mens (Komnas HAM) in 2004 bewijs had aangedragen dat veiligheidstroepen misdrijven tegen de menselijkheid hadden begaan.
  • In maart werd Eurico Guterres – een Timorees militielid dat veroordeeld was tot tien jaar gevangenisstraf wegens misdrijven tegen de menselijkheid begaan in Oost-Timor in 1999 – gevangengezet nadat het Opperste Gerechtshof zijn veroordeling uit 2002 bekrachtigde. Van de personen die door het ad hoc-Mensenrechtentribunaal schuldig zijn bevonden aan de in 1999 begane misdrijven, is hij de enige van wie het vonnis is bekrachtigd.
  • De Commissie voor Waarheid en Vriendschap die door Indonesië en Oost-Timor was opgezet om misdrijven begaan in Oost-Timor in 1999 te documenteren en verzoening te bevorderen, ging van start met haar werkzaamheden. De commissie was onder meer bevoegd om amnestie aan te bevelen voor mensen die verantwoordelijk waren geweest voor ernstige mensenrechtenschendingen.
  • In december vernietigde de Staatsrechtbank Wet 27/2004, op grond waarvan een Indonesische Commissie voor Waarheid en Verzoening was ingesteld. Mensenrechtenactivisten hadden bepalingen aangevochten die amnestie verleenden aan verantwoordelijken voor ernstige mensenrechtenschendingen en die het recht van slachtoffers op schadevergoeding beperkten. Het hof stelde echter dat de hele wet moest worden ingetrokken aangezien deze “onlogisch” was, sommige artikelen in strijd waren met de Grondwet, en het intrekken van afzonderlijke artikelen de rest van de wet onuitvoerbaar zou maken. Door het intrekken van de wet konden slachtoffers van mensenrechtenschendingen uit het verleden geen aanspraak maken op schadeloosstelling.
·        Achtergrond
·          tijdens hun verhoor door de politie mishandeld zijn om ze te dwingen een “bekentenis” af te leggen over hun betrokkenheid bij geweld tijdens een demonstratie in Jayapura (Papoea) in maart. Voorafgaand aan het proces in mei werden zestien van de beklaagden naar verluidt door politieagenten geschopt en met geweerkolven Straffeloosheid

 

 

·        Marteling en mishandeling
  • Marteling en mishandeling van gedetineerden en gevangenen kwam veel voor. en rubberstokken op hoofd en lichaam geslagen, zodat ze in de rechtbank schuld zouden bekennen. Beklaagden die tegenover de rechter verklaarden onschuldig te zijn werden naar verluidt geslagen en geschopt door de politie toen ze weer in hechtenis zaten.
  • Gevangenisomstandigheden voldeden bij lange na niet aan de internationale normen. Gedetineerden konden niet beschikken over behoorlijke bedden, medische zorg, behoorlijk voedsel, schoon water en hygiëneproducten. Ze stonden bloot aan lichamelijk en seksueel geweld en zaten opeengepakt in overvolle cellen. Minderjarigen werden soms samen met volwassenen in een cel geplaatst, en vrouwelijke gedetineerden werden soms bewaakt door mannelijke cipiers.

 

 

·        Doodstraf
  • Ten minste drie mensen werden in 2006 geëxecuteerd door een vuurpeloton – Fabianus Tibo, Dominggus da Silva en Marinus Riwu uit Sulawesi. Hun zaak deed de discussie over de doodstraf weer oplaaien. Gevreesd werd dat hun proces oneerlijk was geweest, en twee van de drie mannen zouden zijn mishandeld voordat ze terechtgesteld werden. In 2006 werd bekendgemaakt dat nog eens negentien gevangenen zouden worden geëxecuteerd, onder wie drie mannen die schuldig waren bevonden aan de bomaanslagen in Bali in 2002. Geen van hen was eind 2006 echter terechtgesteld.
  • Ten minste 92 mensen zaten eind 2006 voor zover bekend in de dodencel.

 

 

·        Discriminatie van en geweld tegen vrouwen
  • In mei bekritiseerde de Nationale Commissie inzake Geweld tegen Vrouwen het gebrek aan genderspecifieke bepalingen in de voorgestelde herziening van het Wetboek van Strafvordering (KUHAP). Het nieuwe wetboek bevat onvoldoende bepalingen voor het onderzoeken en vervolgen van seksuele geweldsmisdrijven tegen vrouwen en gaat voorbij aan de specifieke behoeften van vrouwen in hechtenis.
  • In augustus vaardigde de regering een circulaire uit die het artsen en verpleegkundigen verbiedt “vrouwenbesnijdenis” (verminking van de vrouwelijke genitaliën) uit te voeren. Medici die toch doorgingen met deze praktijk zouden echter niet bestraft worden.
    Het parlement moest zich eind 2006 nog buigen over een omstreden wetsvoorstel inzake pornografie dat vrouwen strafbaar stelde die korte rokken droegen of weigerden bepaalde delen van hun lichaam te bedekken.
  • De door lokale overheden steeds vaker toegepaste sharia-verordeningen leken vrouwen onevenredig zwaar te treffen. In februari werd een vrouw veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf nadat een rechter na een oneerlijk proces had bepaald dat ze een prostituee was omdat ze ’s avonds alleen over straat liep terwijl ze make-up droeg. Alleen al in de gemeente Tangerang werden ten minste vijftien vrouwen gearresteerd wegens soortgelijke “vergrijpen” – één 63-jarige vrouw werd nota bene opgepakt terwijl ze fruit aan het kopen was.
  • Huishoudsters, die niet onder de nationale Wet inzake arbeidskrachten vallen, hadden te maken met schendingen van arbeidsrechten en stonden bloot aan lichamelijk, seksueel en psychologisch geweld. In juni werkte het ministerie van Werkgelegenheid aan een wetsontwerp inzake huishoudelijk personeel, dat echter tal van fundamentele arbeidsrechten niet regelde, zoals maximale werktijden, minimumloon of de specifieke behoeften van vrouwen.
  • 9.3.2007: Inspirerende woorden van Condoleeza Rice uit V.N. mensenrechten rapport 2006:
  • With the release of this year’s reports, Americans are “recommitting ourselves to stand with those courageous men and women who struggle for their freedom and their rights,”  “And we are recommitting ourselves to call every government to account that still treats the basic rights of its citizens as options rather than, in President Bush’s words, the non-negotiable demands of human dignity.”

 

  • World Council of Churches calls for United Nations fact-finding mission to Papua
  • For the need of this mission please read section: period 1962-2009 chapter 19
    of this website and the report below.
  • March 17, 2008The Papuans still are subject to torture, ill-treatment, arbitrary arrests and unfair trials by the Indonesian authorities,” said the World Council of Churches (WCC) programme executive for human rights, Christina Papazoglou in a 14 March oral intervention before the United Nations Human Rights Council, which is currently holding its seventh session in Geneva. On behalf of the WCC, Papazoglou asked for a fact-finding mission to be sent to the Indonesian province of Papua, one of the word’s richest in terms of natural resources, in order to raise the international awareness of the indigenous population’s poor living conditions.Statement on the human rights situation in the province of Papua, IndonesiaWORLD COUNCIL OF CHURCHES SUBMISSION TO THE UN HUMAN RIGHTS COUNCILORAL INTERVENTION ON ITEM 4, General DebateTHE HUMAN RIGHTS SITUATION IN THE PROVINCE OF PAPUA, INDONESIA
  • Mr. President,On behalf of the World Council of Churches, we would like to draw your attention to the human rights violations in Indonesia‚s Province of Papua. Obviously, Indonesia experienced a democratization process which has altered the political and jurisdictional scenery in many positive ways. We particularly welcome the ratification of the major international human rights instruments by the Government of Indonesia.However, the fate of the indigenous people of Papua is hardly known to the international community, despite the fact that the Province of Papua is one of the richest region of the world in terms of natural resources. The people of Papua however have never benefited from this richness and rather suffered from the inappropriate implementation of their economic, social and cultural rights. The Province of Papua shows the second lowest Human Development Index (2004-2006) in Indonesia, with the lowest level of adult literacy and the highest infant and maternal mortality rates in the country. The Special Autonomy Law from 2001 which aims at strengthening the economic, social and cultural rights of Papuans has not been properly implemented and Papuans remain marginalized.Papuans still are subject to torture, ill-treatment, arbitrary arrests and unfair trials by the Indonesian authorities; as  Manfred Nowak in relation to torture and ill-treatment recently revealed in his report to HRC. In addition: On 18 October 2007, the lawyer‚s assistant and human rights worker Iwanggin Sabar Olif (43) was arrested in Jayapura by members of the Anti-Terror Special Force Unit of the National Police (Detachment 88) without a warrant arrest. Iwanggin Sabar Olif is accused of sending a short-message (SMS) which insults the Indonesian President Susilo Bambang Yudhoyono. We ask: Is it a mere incident, that the arrest and trial is conducted exclusively against an assistant lawyer and human rights activist? According to our understanding, the case of Iwanggin Sabar Olif reveals a pattern of arbitrary and disproportional arrest by members of Indonesian‚s Anti-Terror Unit.The right of an independent and fair trial is repeatedly violated in Papua. In the court trial against 23 men allegedly charged for their involvement in the Abepura riots of March 2006, violations are reported against the presumption of innocence, the use of coerced confessions by the Panel of Judges and a climate of fear due to the presence of armed police officers and members of the intelligence services. Contrary to that, until now only one case (Abepura 2000) of crimes against humanity in Papua was brought to the National Human Rights Court in Makassar. The suspects of this case, two senior police officers, who faced command responsibility charges for the killing of 3 Papuan students and the torture of around 100 others, were acquitted. It is unfortunately not the only case of impunity to be attributed to the Indonesian government and its security forces in Papua.Mr. President,

    there are reasons to conclude that the mentioned concerns on human rights relates to the ongoing militarization of Papua, particular of the highlands and the Southern part of Papua. According to our information, indigenous Papuans, who are critical towards the Indonesian security forces demanding the protection of their rights, are frequently stigmatized of being separatists and, thus, are subject to intimidation and harassment, as the case of the community of Waris, Keerom Regency, and its Pastor John Jongga (48) shows. On 22 August 2007, Kopassus Commander Letty Usman allegedly threatened to kill the priest and bury him in a 700-metre deep gorge without being held accountable.

    This pattern of intimidation is translated also into racial discrimination towards the indigenous people of Papua. The National Commission on Human Rights (Komnas HAM) in Jakarta reports several statements by members of security forces towards Papuan students related to the Abepura Case 2000 which are grave insults based on the Melanesian origin of Papuans. But when the government should protect the fundamental rights of indigenous Papuans, we face a policy as the Presidential Instruction No. 26 of 1998 which bans the use of the term “indigenous” in all official documents denying the cultural identity.

    Mr. President,

    The silent violation of the rights of the indigenous people of Papua, obviously, needs the attention of the Human Rights Council. But: The access to Papua for outside human rights workers, journalists and even diplomats is restricted leading to a lack of accurate exchange of data about the human rights situation in Indonesia‚s eastern Province. Therefore, the World Council of Churches asks the Human Rights Council to send a fact-finding mission to the Province of Papua in order to assess particularly the right to health and education. We further ask for a visit of the Special Rapporteur on the Independence of Judges and lawyers, the Special Rapporteur on the right to food, the Working Group on arbitrary detention, and the Special Rapporteur on the situation of human rights and fundamental freedoms of Indigenous People.

    Thank you, Mr. President

  • Frankfurter Rundschau, 9.7.08Schwere Anklage gegen Indonesiens MilitärKommission macht Armee für Gewalt in Osttimor verantwortlich /
    Wahrheitsbericht noch unter VerschlussVON MORITZ KLEINE-BROCKHOFFDili. Die von Osttimor und Indonesien gegründete “Wahrheits- und
    Freundschaftskommission” macht Indonesiens Militär für die
    Osttimor-Krise von 1999 verantwortlich. So steht es nach Angaben von
    Osttimors Präsident José Ramos-Horta in dem bisher unveröffentlichten
    Abschlussbericht der Kommission.”Die zehn Kommissionsmitglieder – fünf Timorer und fünf Indonesier –
    sind sich einig, überzeugende Beweise dafür gefunden zu haben, dass das
    Militär Indonesiens als Institution für die Gewalt von 1999
    verantwortlich war”, sagte Ramos-Horta der FR in Osttimors Hauptstadt Dili.Indonesien hatte Osttimor 24 Jahre lang besetzt und zog seine Truppen
    1999 ab. Dabei wurden nach UN-Angaben 1300 Menschen getötet und 600 000
    vertrieben; 80 Prozent aller Gebäude im Land gingen in Flammen auf. Erst
    eine UN-Intervention mit australischen Soldaten stoppte Gewalt und
    Zerstörung. Indonesiens Militärs sprachen von einem unkontrollierbaren
    Chaos und wiesen jegliche Verantwortung zurück – auch gegenüber der
    Wahrheitskommission, die unter anderen Generäle wie einfache Soldaten
    öffentlich anhörte. “Leider hatte kein Militär den Mut, die Demut und
    die Ehrlichkeit, etwas zu sagen. Sie haben nichts zugegeben. Aber die
    Kommission hatte Zugang zu vielen Berichten und untersuchte Tausende
    Dokumente”, sagte Ramos-Horta der FR.

    “Aus unserer Sicht ist der Bericht besser als erwartet. Er enthält keine
    Amnestie-Empfehlung”, sagte Osttimors Oppositionsführer Mari Alkatiri
    der FR. Ihm liegt nach eigener Angabe eine Zusammenfassung vor. “Ich
    hatte nie erwartet, dass Indonesiens Militärs Schuld einräumen”, sagte
    Alkatiri, der 2005, als die Kommission gegründet wurde, Premier
    Osttimors war.

    Der Wahrheitsbericht wurde Ende März abgeschlossen und danach beiden
    Staatschefs übermittelt. Seitdem stehen eine förmliche Annahme durch
    beide Präsidenten und die Veröffentlichung aus.
    Menschenrechtsorganisationen kritisieren die Verzögerung. Osttimors
    Präsident Ramos-Horta hat nun angekündigt, das Dokument am nächsten
    Dienstag zusammen mit seinem indonesischen Amtskollegen Susilo Bambang
    Yudhoyono bei einem Treffen auf der Insel Bali offiziell entgegenzunehmen.

    “Sie haben den Termin so oft verschoben, es ist fraglich, ob sie den 15.
    7. einhalten”, sagte Tibor van Staveren von der
    Nichtregierungsorganisation Lao Hamutuk der FR. “Indonesiens Präsident
    Yudhoyono muss den Bericht akzeptieren und ich weiß nicht, ob er das
    getan hat.”

    Indonesiens Regierung hat bislang keine Vergehen seiner
    Sicherheitskräfte eingeräumt, obwohl eine staatliche
    Untersuchungskommission in Jakarta bereits vor acht Jahren befand, dass
    “hohe Militärs” 1999 für eine “Kette von Verbrechen gegen die
    Menschlichkeit” in Osttimor verantwortlich gewesen seien. Allerdings
    entschuldigte sich im Jahr 2001 Indonesiens damaliger Präsident
    Abdurrahman Wahid bei einem Besuch in Dili “für die Sachen, die in der
    Vergangenheit passierten”.

    Indonesien hatte Osttimor 1975 annektiert. In der Folge starben nach
    Angaben aus Osttimor bis zu 183 000 Menschen – ein Drittel der
    Bevölkerung – durch Gewalt, Hunger und Krankheiten. Im August 1999
    stimmten 80 Prozent der Osttimorer bei einem Volksentscheid für die
    Unabhängigkeit der Provinz. Daraufhin brach die Gewalt los. “Indonesiens
    Armee war verantwortlich für Terror, Morde und andere Gewalttaten. Die
    UN sollten ein internationales Menschenrechts-Tribunal einrichten”,
    heißt es in einem UN-Untersuchungsbericht.

    Doch im UN-Sicherheitsrat gab es kaum Unterstützung für ein
    internationales Tribunal. Der damalige Generalsekretär Kofi Annan wollte
    Indonesien Gelegenheit geben, die Vergangenheit selbst aufzuarbeiten.
    Indonesiens Justiz klagte ein Dutzend Militärs wegen Verbrechen gegen
    die Menschlichkeit in Osttimor an, alle wurden freigesprochen.

    Die 2005 von beiden Staaten gegründete “Wahrheits- und
    Freundschaftskommission” wird von Menschenrechtlern als Versuch
    angesehen, ohne Strafverfolgung einen Schlussstrich zu ziehen. Die
    Kommission kann laut Mandat Amnestie empfehlen, nicht aber
    Strafverfolgung. “Strafverfolgung muss nicht unbedingt zur Wahrheit
    führen und Versöhnung unterstützen”, heißt es im Statut.

    ***********************************************************************
    Watch Indonesia! e.V.
    Arbeitsgruppe für Demokratie, Menschenrechte
    und Umweltschutz in Indonesien und Osttimor

  • 11.7.2008
  • The Sydney Morning Herald
    Friday, July 11, 2008EXCLUSIVEIndonesia to blame for Timor mayhemTom HylandINDONESIAN soldiers, police and civilian officials were involved
    in an “organised campaign of violence” that prompted Australian
    military intervention in East Timor in 1999, says a leaked
    report by a government inquiry.It says the Indonesian state bears “institutional
    responsibility” for atrocities including murder, rape, torture,
    illegal detention, and forced mass deportations.The report is an embarrassment – and potential test – for the
    Indonesian President, Susilo Bambang Yudhoyono, who is due to
    release it jointly with East Timor’s President, Jose
    Ramos-Horta, on Monday.

 

 

  • Ontzetting over video met martelingen van 2 Papoea’s
  • PressespiegelFür den folgenden Artikel sind der Autor und die Publikation
    verantwortlich. Der Inhalt gibt nicht notwendig die Meinung von Watch
    Indonesia! wieder.—taz, 19.10.2010Misshandlungen in Indonesien
    Empörung über FoltervideoEin Film zeigt mutmaßliche indonesische Sicherheitskräfte bei der Folter
    zweier Männer aus Papua, wo Menschenrechtsverletzungen weit verbreitet
    sind. VON S. HANSEN UND A. KELLERBERLIN/JAKARTA taz | Ein der unabhängigen Organisation Asiatische
    Menschenrechtskommission (AHRC) <www.ahrchk.net> in Hongkong
    zugespieltes Video mit brutalen Folterszenen mutmaßlicher indonesischer
    Sicherheitskräfte an zwei Männern in Papua sorgt für Empörung.
    Menschenrechtsorganisationen fordern von der Regierung des
    südostasiatischen Landes Aufklärung und eine Bestrafung der Täter. Der
    Sprecher des Militärs in Papua, Oberst Susilo, versprach dies, erklärte
    aber sogleich, das Video stamme wohl aus einer anderen Zeit und “wurde
    von jemandem veröffentlicht, damit wir schlecht aussehen.”

    Der nationale Polizeisprecher Marwoto Soeto sagte, zunächst müsse die
    Authentizität des Videos geprüft werden. Stamme es von Menschen, die
    Indonesiens Image beschmutzen wollten, werde gegen sie ermittelt.

    Seit dem Sturz des Diktators Suharto 1998 hat sich Indonesien
    demokratisiert und die Macht seines Militärs reduziert. Doch fühlen sich
    die Menschen in der rohstoffreichen östlichen Region Papua weiter von
    Jakarta kolonisiert. Die Papuas sind im Unterschied zur malayischen
    Mehrheitsbevölkerung Melanesier und protestieren immer wieder gegen
    brutale Übergriffe der Sicherheitskräfte. Diese bekämpfen dort eine
    kleine Unabhängigkeitsguerilla (Bewegung Freies Papua – OPM),
    unterdrücken aber vor allem friedliche Proteste für Selbstbestimmung.

    Das wahrscheinlich mit einem Handy von den Folterern selbst
    aufgezeichnete Video, das am Sonntag zunächst im Videoportal Youtube zu
    sehen war und dort am Montag wegen seiner grausamen Szenen gelöscht
    wurde, ist seitdem nur noch in einer entschärften Version auf der
    AHRC-Webseite zu sehen. Es zeigt, wie gefangene und auf dem Boden
    kauernde Papuas von mutmaßlichen Sicherheitskräften mit Stiefeln
    getreten und beschimpft werden. Anschließend werden zwei Männer von
    Bewaffneten in olivgrünen Uniformen gefoltert, um ihnen Informationen
    über ein Waffenversteck abzupressen. Dabei werden einem nackten Mann mit
    einem brennenden Stock die Genitalien verbrannt, auch wird ihm ein
    Plastiksack über den Kopf gestülpt. Dem anderen wird ein Gewehr an den
    Mund gehalten und später mit einer an sein Gesicht gedrückten Machete
    gedroht, den Kopf abzuschneiden.

    Die Identität der Opfer ist nicht zweifelsfrei geklärt. Bei einem soll
    es sich um ein Mitglied eines Kirchenrats handeln, der in der Region
    Puncak Jaya zufällig an einer Straße wartete, als Sicherheitskräfte
    vorbeikamen. Der Mann war danach verschollen, Ende 2009 wurde seine
    Leiche gefunden. Eine andere Möglichkeit ist, dass der Film zwei Männer
    zeigt, die im Mai 2010 mutmalich von Sicherheitskräften getötet wurden.

    Auf dem Video, dessen Authentizität zunächst nicht geklärt werden kann,
    ist nicht zu erkennen, ob die Foltererr mutmaßliche Polizisten oder
    Soldaten sind. Menschenrechtsorganisationen beklagen immer wieder das
    brutale und straflose Vorgehen der indonesischen Sicherheitskräfte in
    der Region. Doch die Regierung in Jakarta erlaubt weder unabhängigen
    Organisationen noch ausländische Journalisten dort zu recherchieren.

    ***********************************************************************
    Watch Indonesia! e.V.
    Für Demokratie, Menschenrechte und Umwelt in Indonesien und Osttimor

 

 

  • 19.10.2010: Bericht in NRC Handelsblad:
  • “Geheime operaties op Papua”
  • “Geweld tegen Papoea’s is racistisch”

 

  • Op de voorpagina van betreffende krant stond een groot artikel hoe Indonesische militairen Papoea’s minachten en behandelen. Het folteren van Papoea’s is aan de orde van de dag!

 

  • Lees onderstaand bericht/interview met Alexander Flor van Watch Indonsia en luister via de radio wat Alexander hierover weet te vertellen
  • 22.10.2010:  Folter is in Indonesien/Papua kein Einzelfall
  • Ein Foltervideo sorgt derzeit in Indonesien für Aufruhr. Darauf quälen
    Soldaten in West-Papua angebliche Separatisten. Über den Fall hat
    DW-WORLD.DE mit Alexander Flor von “Watch Indonesia!” gesprochen.DW-WORLD.DE: Herr Flor, zeigt das Video einen Einzelfall, oder ist es
    vielmehr die Spitze eines Eisbergs?Alexander Flor: Ich denke, dieses Video zeigt schon die Spitze eines
    Eisbergs, wobei ich damit nicht sagen möchte, dass solche Fälle täglich
    vorkommen. Aber es ist eben auch keine Seltenheit. Vor ca. drei Wochen
    wurde ein Häftling auf den Molukken, der sich zur Unabhängigkeit seines
    Landesgebietes bekannt hatte, ebenfalls im Gefängnis gefoltert. Er starb
    dann auch an seinen Verletzungen. Es ist also kein Einzelfall,
    wenngleich bei dem jetzt aufgetauchten Video aus Papua noch ungeklärt
    ist, zu welchem Zeitpunkt es aufgenommen wurde. Das betonen momentan
    auch die indonesischen Behörden: Sie sagen, das Material sei
    möglicherweise gar nicht aktuell. Das kann auch durchaus richtig sein.
    Es ist möglich, dass die Bilder zwei oder drei Jahre alt sind. Aber das
    ändert nichts an dem Sachverhalt, dass hier ganz augenscheinlich
    Angehörige des Sicherheitsapparates mit brutalsten Mitteln gegen eine
    ethnische Minderheit vorgehen.Werden Ihrer Erfahrung nach in den nach Autonomie strebenden Regionen
    systematisch Menschenrechte verletzt?Sie werden systematisch missachtet. Am augenscheinlichsten ist die
    tägliche Diskriminierung und die systematische Missachtung der
    Bedürfnisse und auch der Proteste der Bevölkerung.  Den Menschen
    gegenüber herrscht ein ständiges Misstrauen. Und die extremste Form, wie
    sich dieses Misstrauen und die Missachtung der Rechte von Minderheiten
    auswirkt, sind dann Szenen wie die, die auf dem Video zu sehen sind.Einige indonesische Zeitungskommentatoren fühlen sich an die Zeit der
    Suharto-Diktatur von den späten 60-er Jahren bis Ende der 90-er Jahre
    erinnert. Damals waren Folter und Polizeiwillkür gerade in den
    Autonomieregionen an der Tagesordnung waren. Ein passender Vergleich?Jein. Die Reform-Ära oder “Reformasi”, wie sie die Indonesier nennen,
    hat zu deutlichen Verbesserungen geführt, was die bürgerlichen Rechte
    der Menschen im Zentrum des Landes angeht. Das heißt: Wer heute in
    Jakarta auf die Straße geht, um zu demonstrieren – möglicherweise auch
    wegen dieses Videos – der muss vergleichsweise wenig Angst haben, in den
    Fängen des Sicherheitsapparates zu landen. Vor zwölf, dreizehn Jahren
    wäre das noch anders gewesen. Aber für die Menschen in Papua
    beispielsweise hat sich durch die Reform-Ära tatsächlich nur wenig
    verändert. Es gibt also eine Verschiebung, eine Demokratisierung und
    eine Zunahme von Bürgerrechten im Zentrum und dort wiederum unter den
    intellektuellen Schichten – also beispielsweise unter Studenten oder
    Aktivisten von Nicht-Regierungsorganisationen. Auf der anderen Seite
    stehen die einfachen Leute in den abgelegenen Regionen, die von guten
    Kontakten abgeschnitten sind und die auch mit ganz anderen
    Rahmenbedingungen zu kämpfen haben.

    Indonesien hat ja mit einigen Autonomiegebieten zu kämpfen: Es ist nicht
    nur West-Papua, sondern auch Aceh oder die Molukken, und auch Timor war
    lange Zeit ein Brennpunkt. Gibt es von Seiten Jakartas Lösungsansätze
    für diese Konflikte, oder reagiert die Regierung nur mit Härte?

    Lösungsansätze gibt es leider wenige. Aber zumindest im Fall von Aceh
    gab es eine Lösung. Auch dort war die Situation dramatisch, in etwa
    vergleichbar mit der Lage in Papua, wenn nicht sogar noch schlimmer.
    Dann aber kam im Dezember 2004 der Tsunami und stellte die Verhältnisse
    völlig auf den Kopf. Beide Seiten haben damals gesehen, dass es mit
    Gewalt nicht weitergeht, und dann war plötzlich ganz schnell eine
    Sonder-Autonomielösung auf dem Tisch. Die wurde nach einigen
    Verhandlungen auch anerkannt und funktioniert mit ein paar Abstrichen
    bis heute, so dass jetzt in Aceh ein mehr oder weniger friedliches
    Miteinander herrscht.

    Wäre so ein friedliches Miteinander auch in West-Papua denkbar?

    Es gibt von Seiten des indonesischen Wissenschaftsinstitutes “LIPI” eine
    sogenannte Road Map zur Lösung des Papua-Konflikts durch Verhandlungen
    und Dialog. Und es gibt auch von Seiten Papuas Bestrebungen, in den
    Dialog mit der Regierung zu treten, aber im Moment stehen wir da noch
    ganz am Anfang. Da wird noch darüber gestritten, was eigentlich die
    Modalitäten für einen solchen Dialog sein könnten. Auch die Bereitschaft
    von Seiten Jakartas, sich darauf einzulassen, steht offiziell noch aus.

    Alexander Flor arbeitet für die Berliner Nicht-Regierungsorganisation
    “Watch Indonesia!”
    Das Gespräch führte Thomas Latschan
    Redaktion: Esther Broders

    Hier können das Interview der Deutschen Welle anhören:
    http://www.dw-world.de/popups/popup_single_mediaplayer/0,,6135790_type_audio_struct_12326_contentId_3876914,00.html

  • Opmerking:  De video film over de foltering van 2 Papoea’s door Indonesische militairen is te zien bij rubriek:
  • Links in het hoofdmenu:  Ga naar : http://www.FREEWESTPAPUA.ORG  en klik op het foto plaatje in het scherm. (video of the Indonesian military torturing My People In West Papua)
  • Bekijk ook de andere video’s!
  • Bij de rubriek links op het hoofdmenu, zie http://www.FreeWestPapua.nl, zijn ook video opnames te zien
  • van de demonstratie in Manokwari.

 

 

  • Den Haag 9 december 2010
  • Persbericht:

 

  • Systematisch schending van mensenrechten in West Papua
  • Recente gevallen van militaire geweld in de Hooglanden van West Papua is het bewijs dat de Indonesische veiligheidsdiensten zich nog steeds schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen. Schending van mensenrechten is in West Papua structureel van aard, het komt echter zelden voor dat er bewijsmateriaal beschikbaar zijn.
  • In oktober dit jaar verscheen op internet voor het eerst beelden van martelingen in West Papua. Nog nooit was het zo zichtbaar geweest, maar het is zeker geen uitzondering.
  • In West Papua worden Papua’s nog altijd onderdrukt, verkracht, gevangen gezet en vermoord als ze uitkomen voor hun rechten.
  • Free West Papua Campaign (NL) organiseert daarom op de Dag van de Mensenrechten (10 december) een manifestatie op het Plein in Den Haag van 14:00 tot 17:00 uur.

 

  • Watch Indonesia! – Information und Analyse, 26. Januar 2011Folter in Papua ein minder schweres Vergehen?Indonesiens Präsident bagatellisiert Menschenrechtsverletzungenvon Alex FlorÜber das Internet verbreitete Videos von Folter in Papua sorgten
    weltweit für Entrüstung und Abscheu. Mit der Handykamera eines
    Beteiligten aufgenommene Szenen zeigten Praktiken, deren grausamer
    Höhepunkt die Verbrennung der Genitalien eines indigenen Papua war.
    Einmal mehr geriet Indonesien ob seiner Menschenrechtspraxis ins
    Rampenlicht der Kritik.Mehrere Tatbeteiligte waren schnell identifiziert und mussten sich vor
    einem Militärgericht verantworten. Menschenrechtsorganisationen und
    Papua-Solidaritätsgruppen liefen dagegen Sturm und forderten die
    Eröffnung eines Verfahrens vor dem Menschenrechtsgerichtshof. Ein
    indonesisches Militärgericht hat nicht die Befugnis, über
    Menschenrechtsverletzungen zu urteilen, weswegen die mutmaßlichen Täter
    nur wegen Disziplinarvergehen belangt werden konnten. Diese Woche wurden
    die Urteile gefällt: acht, neun und zehn Monate Haft. Möglicherweise
    werden die verurteilten Soldaten in Berufung gehen.Man muss kein Gegner der indonesischen Regierung, noch gar Sympathisant
    der Unabhängigkeitsbewegung Papuas sein, um diese Urteile als
    haarsträubendes Unrecht zu empfinden. Wo bleibt die Verhältnismäßigkeit,
    wenn friedliche Aktionen wie das Hissen einer Flagge mit langjährigen
    Haftstrafen geahndet werden, während Leute, die im Dienst des Staates
    stehen, vor laufender Kamera Menschen psychisch quälen, foltern und
    erniedrigen?

    Die nationale Menschenrechtskommission Komnas HAM geriet in Kritik, weil
    ihre Untersuchung des Falles entgegen der Bewertung ihres eigenen
    lokalen Chapters in Papua zu dem Ergebnis führte, dass es sich bei dem
    Vorfall nicht um eine schwerwiegende Menschenrechtsverletzung handelte –
    womit sie der Anklage vor einem Menschenrechtsgerichtshof eine Absage
    erklärte. Dieser Bewertung schließt sich nun – ohne konkrete Bezugnahme
    – auch Päsident Susilo Bambang Yudhoyono (SBY) an. SBY wertet die Folter
    in Papua als eine “mindere Verletzung” der Menschenrechte, erklärte aber
    wegen der internationalen Aufmerksamkeit, die dieser Fall erlangte,
    diesen dennoch entschieden zu verfolgen. Ob SBY dabei an weiter gehende
    Schritte als das Militärgerichtsverfahren dachte, war seiner Äußerung
    nicht zu entnehmen. Schließlich brüstete sich SBY im selben Atemzug mit
    der Behauptung, es habe in Indonesien seit 2004 keine schweren
    Menschenrechtsverletzungen mehr gegeben.

    Bemerkenswert und von den meisten Kritikern übersehen ist an dieser
    Äußerung, dass der Präsident damit implizit einräumt, dass es zwischen
    dem Abgang von Diktator Suharto 1998 und seiner eigenen Amtsübernahme
    2004 sehr wohl schwere Menschenrechtsverletzungen gegeben hat. In diesen
    Zeitraum fällt unter anderem der Kriegszustand in Aceh, für den SBY
    selbst als damaliger Koordinationsminister für Politik und Sicherheit
    (Menkopolkam) mit verantwortlich zeichnete.

    Wann ist Folter (k)eine “schwere Menschenrechtsverletzung”?

    Trotz der Schwere des Vergehens befinden sich sowohl Komnas HAM als auch
    Präsident SBY bis zum Beweis des Gegenteils juristisch auf der sicheren
    Seite, wenn sie die dokumentierte Folter nicht als schwere
    Menschenrechtsverletzung bewerten. Denn formaljuristisch zählt in
    Anlehnung an die Statuten von Rom als “schwere Menschenrechtsverletzung”
    nur eine “systematisch begangene” oder “weit verbreitete” Verletzung der
    Menschenrechte. Grausam, aber wahr: eine einzelne Tat – selbst die
    geplante, quälende Todesfolter an einem Gefangenen – erfüllt juristisch
    noch nicht den Tatbestand einer schweren Menschenrechtsverletzung. Zwar
    behauptete unter anderem Restaria Hutabarat, Sprecher der
    Rechtshilfeorganisation LBH, bei Vorlage eines Berichtes über Folter in
    Indonesien zum Jahreswechsel, “nach unseren Erkenntnissen wird Folter
    systematisch angewendet. Sie wird als eine normale Methode angesehen, um
    an Informationen zu gelangen und Geständnisse zu erzwingen.” Dennoch
    bleibt zweifelhaft, ob dieser Vorwurf – wenn er denn gerichtsfest
    beweisbar ist – ausreichte, um die die strengen Kriterien einer
    “schweren Menschenrechtsverletzung” im Sinne des Gesetzes zu erfüllen.
    Juristen wird möglicherweise interessieren, ob es eindeutige Anordnungen
    von Vorgesetzten gab, Geständnisse durch Folter zu erzwingen. Das ist
    nicht ausgeschlossen, aber sicherlich schwer unter Beweis zu stellen.

    Folter ist ein Tatbestand, der entsprechend der UN-Antifolterkonvention
    unter Strafe zu stellen ist. Indonesien hat diese Konvention
    unterzeichnet und ratifiziert. Dennoch beklagen Menschenrechtler, dass
    Indonesiens Gesetze die Konvention nur unzureichend umsetzen. “Das
    Strafgesetzbuch definiert Folter nicht als Verbrechen”, bemängelte Febi
    Yonesta, Sprecher von Kemitraan (Partnership for Governance Reform) im
    Juni letzten Jahres bei der Vorstellung eines Untersuchungsberichtes.
    Noch schwerwiegender als das Fehlen einschlägiger Paragraphen im
    Strafgesetzbuch ist die Tatsache, dass Soldaten in Uniform in aller
    Regel nicht dem allgemeinen Strafrecht unterliegen. Begeht ein
    Angehöriger der Streitkräfte (TNI) ein Verbrechen, droht ihm lediglich
    ein Verfahren vor dem Militärgericht. Wie im Falle der mutmaßlichen
    Folterer in Papua beschränkt sich die Anklage dann auf
    Disziplinarvergehen – mit entsprechend geringen Strafandrohungen.

    Menschenrechte in Papua

    Es ist kein Zufall, dass sich die im Internet zu begutachtenden
    Folterszenen nicht in Bandung, Makassar oder Medan ereigneten, sondern
    im als “Unruheregion” verschrieenen Papua. Vordergründig begründet sich
    der Konflikt in Papua auf den politischen Status der mittlerweile aus
    den beiden Provinzen Papua und Westpapua bestehenden Inselhälfte
    Neuguineas. Tatsächlich geht es jedoch um ganz andere Dinge, wie
    Bodenschätze, Landrechte, soziale Entwicklung, kulturelle Identität  –
    und nicht zuletzt um Menschenrechte. Indigene Papua sehen ihre
    grundlegenden und berechtigten Erwartungen als Staatsbürger Indonesien
    unzureichend bis gar nicht erfüllt. Armut, Krankheit, Bildungsrückstand,
    mangelnder Zugang zu Positionen in Politik, Wirtschaft und Gesellschaft
    und viele andere Beschränkungen mehr fördern die Unzufriedenheit – und
    damit eine diffuse Bestrebung nach Unabhängigkeit.

    Über das Bekenntnis zu den jüngsten “minderen
    Menschenrechtsverletzungen” hinaus muss sich Präsident SBY endlich der
    Tatsache stellen, dass es in Papua spezifische Probleme gibt. Die
    Provinzen Papua und Westpapua sind nicht vergleichbar mit den übrigen
    Provinzen Indonesiens. Diesem Umstand trägt die Regierung in Jakarta
    durchaus Rechnung, wenn es um Restriktionen geht, die beispielsweise
    Hilfsorganisationen und Journalisten den Zugang in die Region massiv
    erschweren. Abseits davon reagiert Jakarta jedoch tendenziell allergisch
    auf jede Bemerkung, die dazu geeignet ist, Papua in ein besonderes Licht
    zu rücken. Wohl gibt es zwar ein Sonderautonomiegesetz, aber selbiges
    stößt in Papua zunehmend auf Ablehnung, weil es für die breite
    Bevölkerung bislang keine wahrnehmbaren Verbesserungen ihrer
    Lebensumstände bewirken konnte.

    Das Volk in Papua wünscht sich einen “Dialog” mit Jakarta. Es möchte
    gehört werden. Die Menschen wollen mit ihren Sorgen und Bedürfnissen
    ernst genommen werden. Doch schon der Vorschlag eines “Dialoges” stößt
    in Jakarta auf Ablehnung, da dieser Begriff impliziert, dass sich hier
    gleichwertige Partner gegenübertreten. Jakarta dürfte jedoch kaum
    gewillt sein Delegierte aus der Provinz protokollarisch auf die selbe
    Stufe zu stellen wie die Vertreter der Zentralregierung. Nationalisten
    sähen darin den ersten Schritt zur Anerkennung Papuas als eigenen Staat
    – ein absolutes Tabu. Präsident SBY schlug daher als Alternative vor,
    eine “konstruktive Kommunikation” zu führen. An dieser Begriffsdefintion
    sollte die Verständigung nicht scheitern müssen. Aber die Papua warten
    bislang vergeblich auf nähere Einzelheiten der vom Präsidenten
    vorgeschlagenen “konstruktiven Kommunikation”.

    Zusammenfassung

    – Indonesien muss die Ratifizierung der UN-Folterkonvention konsequent
    umsetzen und Folter eindeutig als Straftatbestand im Strafgesetzbuch
    (KUHP) aufführen.
    – Von Tätern in Uniform begangene Straftaten müssen vor regulären
    Gerichten zur Anklage gebracht werden und dürfen nicht länger als bloße
    Disziplinarvergehen von Militärgerichten verhandelt werden.
    – Die Regierung der Republik Indonesien muss im direkten Austausch mit
    den Betroffenen die spezifischen Probleme in Papua wahrnehmen und
    angemessen darauf reagieren. <>

 

 

 

 

  • Beste mensen.

 

 

  • Henk Bartels

 

 

  • 5.7.2011:

 

  • Help en ondersteun mensen die opkomen voor hun vrijheid en die slachtoffer worden van martel praktijken.
  • Lees onderstaand rapport hoe men martelpraktijken moet interpreteren en dat 66 jaar geleden het V.N. mandaat werd
  • ondertekend en dat 24 jaar geleden de V.N. Convention against Torture (CAT) van kracht werd.
  • In betreffende CAT werd martelen omschreven en veroordeeld als een van de gruwelijkste vormen van mensenrechten schennis.
  • In het rapport kunt U lezen hoe de Indonesische autoriteiten hiermee zijn omgegaan en dat er nog steeds geen eind is
  • gekomen aan mensenrechten schendingen.
  • De historie gaat terug sinds de onafhankelijkheidsoorlog in 1945, het bloedbad tegen communisten in 1965, Aceh, Oost Timor en West Papua.
  • Het overgrote deel van de slachtoffers bleven onbekend en werden nooit gehoord, omdat het huidige framework niet capabel
  • is hier enige verbetering aan te brengen.
  • De regering zou met betreffende ondertekening de regelgeving moeten naleven en niet moeten blijven hangen in een situatie, waarbij de straffeloosheid hoogtij viert.

 

 

  • The Jakarta Post, Sunday, July 03, 2011Lest We Forget Support For Torture VictimsBudi Hernawan, CanberraSixty-six years ago the United Nations Charter was signed. Twenty-four years ago the UN
    Convention against Torture (CAT), which defined, condemned and criminalized torture as one
    of the cruelest forms of human rights abuses, came into effect.Article 1 of CAT defines torture as “Any act by which severe pain or suffering, whether
    physical or mental, is intentionally inflicted on a person for such purposes as obtaining
    from him or a third person information or a confession, punishing him for an act he or a
    third person has committed or is suspected of having committed, or intimidating or
    coercing him or a third person, or for any reason based on discrimination of any kind,
    when such pain or suffering is inflicted by or at the instigation of or with the consent
    or acquiescence of a public official or other person acting in an official capacity.“It does not include pain or suffering arising only from, inherent in or incidental to
    lawful sanctions.”It was not until Soeharto’s New Order collapsed that Indonesia ratified the UN convention
    by adopting Law No. 5/1998. However, the Indonesian Criminal Code (KUHP) does not
    define “torture” (penyiksaan) and only recognizes the term “ill-treatment” (penganiyaan),
    thus does not criminalize it.

    It is time to renew our commitment to ending torture. Many victims of torture in the
    history of our nation have not received any recognition, let alone reparation.

    Their history stretches since the independence war in 1945 to the massive massacre of
    communists in 1965 to date, from Aceh, Papua and Timor Leste.

    The majority of victims remain unknown and their voices have never been heard since the
    current legal framework is incapable to deal with torture, which is closely linked to the
    question of impunity.

    Various recommendations from the UN Special Procedures to address these questions have
    remained unimplemented.

    Essentially torture has branded the victims with the stigma as “the enemy of the state”.
    This label bears serious legal, political, social and economic consequences because
    victims are put beyond the boundaries of the state’s protection. Many victims live with
    the stigma eks-tapol (former political prisoners) sealed in their national ID cards and
    have been denied access to public services.

    Other victims, particularly in Aceh and Papua, are labeled “separatists” or “rebels” and
    the government has deprived them of equality treatment before the law. Labor activists
    such as Marsinah or Wiji Thukul were branded musuh pembangunan (the enemy of development).

    In daily life, many who survived excruciating pain and returned to their community
    continue to suffer from psychological and physical pain. Their disabilities have seriously
    and sometimes permanently, hampered their ability to work and earn a living.

    This situation is often exacerbated by the social isolation they experience from their
    community, leading to both economic and social impoverishment.

    This is the reality of most torture victims in our society. Without fair trial they are
    stigmatized, isolated, disabled and impoverished. They have become outcasts in our
    society. The general population turns away from them. To borrow the language of Julia
    Kristeva, a French philosopher, they become “the abject”, an object that provokes disgust.

    The seriousness of torture as one of the most heinous forms of dehumanization laid the
    grounds for the UN member states to act to prevent torture. It is time for the Indonesian
    legislators and government to be true to the promise that they made in ratifying CAT.

    They should act on harmonizing domestic law, particularly the Criminal Code, consistent
    with CAT and other UN human rights instruments. Moreover, these key institutions are
    responsible for implementing recommendations from the UN special rapporteur on torture
    following his visit to Indonesia few years ago.

    The Indonesian government should recognize the victims of torture. There are many ways to
    express this recognition starting from hearing all pending dossiers of torture allegations
    in front of the human rights courts as stipulated by the 2000 Human Rights Court Law.

    The government should seek reparation for torture victims by providing them with adequate
    assistance and services to rebuild their lives, such as free health treatment, counseling,
    housing and schooling.

    Furthermore, the government at all levels should publicly condemn any allegations of
    torture and promptly act on them.

    The administration should review the doctrine, the culture and the curriculum within the
    government institutions that prepare candidates for security services and public servants
    to be consistent with human rights standards. So many stories of violence and brutality
    occur inside these institutions with little prosecution and thus perpetuate the cycle of
    impunity.

    Finally, the general population needs to continue their work to educate themselves to
    become an engaging population and a human rights aware society rather than bystanders.
    They need to raise their voices for those who have been silenced and outcast.

    The writer, a Franciscan friar and former director of the Office for Justice and Peace of
    the Catholic Church in Jayapura, Papua, currently is pursuing a PhD at the Regulatory
    Institutions Network, the Australian National University, Canberra.

    ***********************************************************************
    Watch Indonesia! e.V.
    Für Demokratie, Menschenrechte und Umwelt in Indonesien und Osttimor
    Urbanstr. 114 Tel./Fax +49-30-698 179 38
    10967 Berlin e-mail: watchindonesia@watchindonesia.org
    www.watchindonesia.org

 

 

 

15.9.2011

 

  • Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld voor bloedbad in 1947 in het Javaanse dorp Rawagede.
  • Lees ook over het bloedbad midden jaren ’60, waarbij ca een half miljoen vermeende tegenstanders van de toenmalige Soeharto-dictatuur werden vermoord.
  • Volgens de Indonesische mensenrechten activist Andreas Harsono werden verspreid over heel  Indonesië vele massaslachtingen aangericht.
  • “In de 60 jaar van onafhankelijkheid hebben de Indonesische autoriteiten meer mensen vermoord dan de Nederlanders in de honderden jaren waarin zij de macht hadden.”

 

 

 

  • ‘Indonesië moet ook compenseren’
  • donderdag 15 september 2011 | 15:47
  • ANP
  • JAKARTA – De autoriteiten in Indonesië kunnen een voorbeeld nemen aan Nederland, waar de rechtbank in Den Haag de Staat aansprakelijk heeft gesteld voor het bloedbad in 1947 in het Javaanse dorp Rawagede. Dat stellen Indonesische mensenrechtenactivisten donderdag.
  • ‘Ongeloof en blijdschap bij nabestaanden Ragawede’
  • Staat aansprakelijk voor schade Rawagede
  • Volgens KontraS, de commissie voor vermissingen en slachtoffers van geweld, is het tijd dat de Indonesische overheid afstand neemt van excessen uit het verleden en schadevergoedingen uitkeert aan gedupeerden en nabestaanden.
  • Slachtingen
    Het gaat dan bijvoorbeeld om overlevenden en familieleden van slachtoffers van de slachtingen midden jaren ’60. Circa een half miljoen communisten en andere, al dan niet vermeende tegenstanders van de toenmalige Soeharto-dictatuur, werden toen om het leven gebracht.
  • Papoea en Timor
    In de afgelopen decennia maakten de Indonesische veiligheidsdiensten zich schuldig aan nog veel meer schendingen van de mensenrechtenonder meer in de oostelijke regio Papoea en op het eiland Timor (waarvan de oostelijke helft zich afscheidde).
  • Nooit vervolgd
    De verantwoordelijken werden nooit strafrechtelijk vervolgd, zo benadrukte Andreas Harsono, een prominente mensenrechtenactivist. “Er zijn verspreid over ons land vele massaslachtingen aangericht”, aldus Harsono.
  • “In de 60 jaar van onafhankelijkheid hebben de Indonesische autoriteiten meer mensen vermoord dan de Nederlanders in de honderden jaren waarin zij de macht hadden.”
  • Reactie op de vlakte
    De Indonesische regering hield zich in een reactie op de uitspraak van de rechtbank op de vlakte. “Het is een belangrijk en veelbetekenend besluit, dat in de praktijk de rechten handhaaft van de burgers die slachtoffer werden van de gewelddaden van het Nederlandse leger”, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Jakarta.

 

 

7.10.2011:

Desmond Tutu, 80 jaar, nobelprijswinnaar voor de Vrede en groot criticus van mensenrechtenschendingen.

Zijn bescheidenheid en niet aflatende betrokkenheid bij vrijheid hebben meerdere generaties geïnspireerd.

Tutu’s verjaardag zorgde deze week voor een poltieke rel omdat de visum  aan de dalai lama niet werd verstrekt.

Tutu is nauw betrokken  bij The Elders, een denktank over wereldproblemen van “oude wijzen”, die Nelson Mandela drie jaar geleden presenteerde. Onder de genodigden waren Jimmy Carter en voormalig secretaris-generaal van de VN Kofi Annan.

Desmond Tutu is een icoon en in de mestvaalt der geschiedenis maakte hij  zich ook sterk voor het Papua item!

 

 

18.10.2011:  Bescherm minderheden in Indonesië.

Bij het debat in de Tweede Kamer over een samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Indonesië, pleitte de CDA

voor een krachtige samenwerking, waarbij Nederland zich in EU-verband hard moet maken voor verbetering van de mensenrechten.

De economische ontwikkeling van Indonesië is stormachtig, men gaat zijn eigen weg en het land ontwikkelt zich tot een regionale factor van belang, desondanks kampt het met enorme uitdagingen: armoede, werkeloosheid, slechte infrastructuur, corruptie en bureaucratie, religieuze spanningen.

Minderheden zijn hier de dupe en Christenen en gematigde moslims geven zelf aan dat op scholen en in de samenleving veel te weinig wordt gedaan tegen groeiend islamfundamentalisme.

Het CDA wil dat de regering zich vooral richt op de problemen in de minderheidsregio’s en de positie van Christenen in Indonesië.

Minister Rosenthal heeft toegezegd dat men zich actiever zal bemoeien met de problemen in Papua en de Molukken door deze regio’s vaker te bezoeken. De zorg voor minderheden en mensenrechten moet voor Nederland een speerpunt blijven in het bilaterale beleid met Indonesië.

 

De intenties zijn inderdaad goed te noemen, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat economische motieven de boventoon zullen blijven voeren.

Door de snelle veranderingen zal alles transparanter worden en politiek Nederland zal toch een keer moeten inzien dat men voor wat betreft West Papua een wel hele scheve schaats heeft gereden.

Genocide is nu eenmaal  het ergste wat een volk kan overkomen en het ontkennen van het gebeuren in nota bene een eigen voormalige kolonie is zelfs misdadig te noemen.

Elke regeringspartij na 1962 zou ter verantwoording moeten worden geroepen!.

 

 

15.11.2011:

Hierbij het verslag van een activiste die zich afzet tegen mensenrechtenschendingen.

INDONESIA: No justice for victims of Semanggi I tragedy 13 years on

An interview with Maria Katarina Sumarsih published by the Asian Human Rights Commission

BACKGROUND: After the fall of Soeharto in May 1998, Indonesia has seen little improvement in its political and human rights situation. A large-scale student demonstration demanding total governmental reform and better handling of the country’s financial crisis on 12 May 1998 resulted in four students being shot dead by the military. The demonstration continued on 8-14 November 1998, when the students rejected the Special Session of People’s Consultative Assembly (Sidang Istimewa Majelis Permusyawaratan Rakyat/MPR) for its unconstitutional nature, and demanded the president address the financial crisis. This saw the death of 18 students, with hundreds more injured.

Maria Katarina Sumarsih is the mother of BR. Norma Irmawan (also known as Wawan), a student of Atmajaya Catholic University, Jakarta, who was one of the students shot dead by the military on 13 November 1998. The House of Representative (DPR RI) rejected this case to be taken up by the ad hoc human rights court since Semanggi I is not categorized as a gross human rights violation. This interview was conducted to commemorate 13 years since the tragedy.

1. Could  you tell us about the incident that happened to you?

 
On 13 November 1998, my child Wawan, a student of Atmajaya Catholic University, active in campus and society, took part in a peaceful protest demanding the rejection of the special assembly of the People’s Consultative Assembly (MPR), since the MPR needed to be reformed first. Before the protest, the students had held public discussions and other activities in order to open space for dialogue and prevent a recurrence of the Trisakti tragedy. According to the Human Rights Violations Investigation Commission (KPP HAM) Report by the National Commission on Human Rights (Komnas HAM), at 10am local time, in front of Atmajaya Catholic University, Wawan and his six friends were trying to neutralize the air from tear gas by spraying water hydrant. When one of his friends was shot, Wawan asked permission from one military officer to help his friend. After permission was given, Wawan raised a white flag as a sign to help his friend. However, when Wawan went to lift his friend, he was shot. According to the autopsy result, Wawan was shot with a standard military bullet.

2. How did this incident impact you?

At that time, I cried and prayed. The atmosphere at the house was quiet. I just cried and prayed. My husband read and wrote. My other child, Irma, studied. Everybody just did their own business. Housework was not done by me, but my husband. Every time I smiled, there was a sense of sadness. However, after a long process and many people’s support, I can live as usual; I can even speak out regarding human rights violations now.

3. Could you tell us what you have done to fight for this case?


For the first three months, I just sat in silence and read the newspaper at Wawan’s grave. Then, I wished to get a copy of Wawan’s autopsy result and met the military police. The chief of the investigation section (Kasidik) stated that the political pressure was very strong. Even though Wawan and I were right, we would be considered as wrong. He also asked me to bring witnesses regarding this case. I had proposed five witnesses, but the military police never called them.

I also met KontraS, Tim Relawan Kemanusiaan (TRK), students and others. After I heard a sermon at church about Wawan, I decided to fight. When I heard there was to be a peaceful protest at Hotel Indonesia traffic circle (Bundaran HI) held by women activists, I joined it, and met many activists. I also then became active in many human rights activities, such as dialogues, seminars, gatherings and others.

Together with NGO’s and other victims, I also did lobbying and took part in hearings with relevant institutions. The House of Representative then established a special committee (Pansus) to investigate this case. The result was that three factions agreed that Semanggi I was a gross human rights violation, while seven disagreed.

After Law No. 26/2000 concerning the Human Rights court was enacted, the Supreme Court asked us to urge Komnas HAM to investigate this case.

Two years later, Komnas HAM conducted an investigation into the tragedies of Trisakti and Semanggi I & II. Komnas HAM declared the tragedies to be gross human rights violations. However, the result of the report went back and forth from the attorney general. Once, the attorney general even stated that the result was lost. As of now, the report is still with the attorney general, and he still rejects to investigate and submit the case to the ad hoc human rights court for baseless reasons, such as nebis in idem (the principle that no legal action can be constituted twice for the same cause), when in fact there has been no previous trial for Semanggi I.

In 2008, we met Indonesian President Susilo Bambang Yudhoyono. He promised that he would establish the ad hoc human rights court and punished all perpetrators. In 2011, we also met the Coordinating Minister for Political, Legal and Security Affairs, Djoko Suyanto. He made the same promises as the president. Until now however, there is no action at all from the government. The case still has to wait for action from the attorney general.

4. In your opinion, what are the current possibilities for you to get justice? What obstacles do you face?

 
While I am waiting for the settlement of the case at the attorney general’s side, I always participate in the silent protest every Thursday in front of the Presidential Palace. I also cooperate with the Indonesian History Teacher Association (Asosiasi Guru Sejarah Indonesia/AGSI) to tell the truth about the Semanggi tragedy to students. I also made a book based on victim testimonies. I want to say that we cannot be silent even though the government neglects our case for years. I always participate in the silent protest, yet I will never be silenced. I and other victims even sent a letter to the president, without caring whether our letter will be read or not. We will do everything that we can. Regarding our letter, some of our letters were replied, yet the answer is normative; just stating that our case should be settled in accordance with the law.

The obstacle I face is impunity–the law enforcement not performing their function, and political obstacles. While the House of Representative passed a law regarding the human rights court, some articles did not give justice to the victims, such as provisions regarding amnesty for the perpetrators and so on. The government also did not implement the law; for instance it did not establish the ad hoc human rights court. Moreover, while the president promised us to prevent the recurrence of such tragedies, he appointed people allegedly responsible for human rights violations as state officials.

5. The Semanggi I case has been going on for 13 years. In your opinion, how is the condition of the other victims? Are they still fighting?
Some of them are in despair, such as Yap Yun Hap’s mother. She stated that she felt like screaming in her room, “The one and only person to hear me is myself. The government is not listening.” The other victims have died or are sick, so they cannot participate in the fight. I think that must be understood, since every person has their own limits. Fortunately, I have to thank God because until this day, God has given me good health.

6. Have you ever felt tired and thought about quitting?


I feel tired actually. However, like a candle which is never suppressed and a narrow alley which has no dead-end, my spirit won’t go in difficult times. I will not stop fighting. As long as Wawan is in my soul, I won’t stop.

7. What is your motivation to keep fighting?


My motivation is my love for Wawan. He always supports me. My sorrow has been transformed into love for humans, whether they are victims or not.

8. In your opinion, who is the most responsible in your case?


The president at that time, B.J. Habibie and the top person of the army, Wiranto, are the most responsible persons in my son’s case because the command system in the military is very disciplined. Nothing is done without orders from superiors.

9. What is your hope and demand?


I hope the government urges the attorney general to investigate all human rights violations, such as the tragedies of Semanggi I and II and other cases. The right or wrong must be declared in court. The House of Representative must make the recommendation to the President to establish the ad hoc human rights court. If there is an argument that this case cannot be brought to the court because there is no proof, that is absolutely a mistake.

10. What is your message to the international community?


I hope that the international community urges the Indonesian government to solve the human rights violations in the country. I am aware that without any support from the international community, our case will never be heard by the government, like the Munir case. Even though the main perpetrator was not found, Munir’s case would never have been submitted to the court without international support. I also hope that the international community voices its concern for all cases of human rights violations in Indonesia.

———-

The views shared in this article do not necessarily reflect those of the AHRC, and the AHRC takes no responsibility for them.

 

31.1.2012:

Brandbrief van Siemon Goosensen aan alle fracties van de Tweede Kamer:

 

 

Geachte heren Rutte, Rosenthal, Leers, alsmede de overige leden van dit gedoogkabinet, alsmede alle leden van de Tweede kamer der Staten Generaal.

LEOPARD -tanks en MENSENRECHTENSCHENDINGEN (Indonesië – West Papua)

In lange onderstaande berichtgeving staat meer dan genoeg aangegeven over de GENOCIDE, uitgevoerd door Indonesië op West Papua aangegeven, meer dan voldoende weergeeft.

Ik geef u de laatste schendingen van de mensenrechten op West Papua weer:

Halverwege december 2011, dus ca. 5 weken geleden, vlak voor u met de uwen vrede op aarde tijdens de kerstdagen mocht beleven:

Een Indonesische operatie in Paniai (West Papua) waarbij 46 dorpen werden platgebrand door bombardementen met NAPALM en ZENUWGAS, waarbij ca. 10.000 – 20.000 Papua’s van huis en haard werden verdreven, mensen werden vermoord en de oerwouden ingejaagd werden door het beruchte DENSUS-88 bateljon.

En dan opvolgend:

Diezelfde Nederlandse overheid zou datzelfde Indonesische Leger ca. 100 voor Nederland niet meer bruikbare Leopard-tanks willen leveren voor ca. 210 miljoen !

 

Aan deze laatste schendingen van de rechten van de mens door de Indonesische overheid gepleegd in West Papua, zou ik honderden vergelijkbare situaties kunnen toevoegen, waarbij het aantal slachtoffers varieert van enkelen tot duizenden.

In dezelfde bovengenoemde regio Paniai zijn bijv. ook al zo’n 3000 Papua’s mishandeld en vermoord en in 1981 in de directe omgeving ervan ca. 13.000 slachtoffers.

Ook de leden van de Tweede kamer der Staten Generaal dienen alle handen in eigen boezem te steken, vooral de specialisten die Buitenlandse Zaken en Immigratie en Asielbeleid in hun portefeuille hebben tonen aan geen enkele weet te hebben wat daar in West Papua allemaal wordt uitgevreten door de Indonesische overheid.

Minister Rosenthal zou u tekst en uitleg mogen geven waarom de landenpagina van Indonesië alleen maar aangeeft over Indonesië : hier en daar zijn er wat ongeregeldheden.

Dus ook over wat er vanaf 1962 is misgegaan, is voor Buitenlandse Zaken terug te vinden als : wat ongeregeldheden !

En is het u allen bekend dat al die schendingen en moordpartijen zijn terug te vinden in de jaarlijkse rapportages van Amnesty International, van de UNHCR, en van alle hulpverleningsorganisaties vanuit de hele wereld ? ? ? ? ?

MAAR OOK NU WEER :

Nederland zwijgt stil, het grijpt terug in het verleden waarin de Nederlandse overheid 1,1 miljoen Papua’s, voormalige Nederlanders tot 1962

Er lopen procedures van mensen uit West Papua voor asielprocedures en verblijf bij partner en/of kinderen. Mensen die als kind de Nederlandse nationaliteit hebben bezeten tot 1962 en mensen waarvan de ouders in het bezit waren van diezelfde Nederlandse nationaliteit waarover ook u en ik beschikken.

Maar deze mensen lopen meer dan de kans om teruggestuurd te worden om eerst teruggestuurd te worden naar Jakarta voor een inburgeringscursus en dan pas mogen terugkomen, daar waar buitenlandse sportlieden uit niet eu-landen gewoon hier in Nederland die inburgeringscursus mogen doorlopen om dan net als die voetballer van FC Twente gemakkelijker verkoopbaar te worden binnen Europa en om te verblijven bij zijn Nederlandse partner.

Nee, wij doen het als Nederlandse overheid toch anders, luister maar naar ons, dan komt het wel goed.

En die Papua’s van Nederlandse afkomst dan ?

Juist ja, die sturen we terug die zetten we buiten de landsgrenzen, dan kunnen we tenminste onze gewetenswroeging onder de tafel schuiven.

En

Deze overheid vindt financiën belangrijker dan mensenlevens gezien de miljardencontracten die er lopen met diezelfde Indonesische overheid ! ! !

O ja, realiseert u zich dat er bij die honderdduizenden doden veel (voormalige) landgenoten zitten, want alle Papua’s die voor 1962 zijn geboren zijn in het bezit geweest van de Nederlandse nationaliteit en staat er niet in ons Burgerlijk Wetboek dat een nationaliteit verkregen bij geboorte maar zo niet afgenomen kan worden ? ? ?

Hoogachtend,

S. Goossensen

 

 

2.2.2012: van Monica Schlicher:

Die USA haben Indonesien aufgefordert, fünf angeklagten papuanischen
Aktivisten »einen fairen Prozess in Übereinstimmung mit indonesischem
Gesetz und gemäß internationaler Verpflichtungen« zu garantieren«, wie
die Nachrichtenagentur AFP eine Sprecherin des US-Außenministeriums
zitiert, die sich allerdings anonym äußerte.

Am Montag hatte ein indonesisches Gericht die fünf Männer wegen
Hochverrat angeklagt. Ihnen wird vorgeworfen, am 19. Oktober 2011
während einer friedlichen Demonstration in der Provinzhauptstadt
Jayapura die offizielle verbotene Flagge West-Papuas gehisst und die
Unabhängigkeit ausgerufen habe.

1969 hatte Indonesien den westlichen Teil der Insel Neuguinea
annektiert, bis 2007 war der offizielle Name der Provinzen Papua und des
vorgelagerten West-Papua Irian Jaya. Hoffnungen auf Entspannung des
lodernden Konflikts zwischen der indonesischen Zentralregierung und der
papuanischen Bevölkerung nach dem Ende des Suharto-Regimes 1998 und der
Unabhängigkeit Ost-Timors 2002 haben sich indes nicht erfüllt.

Noch immer ist die indonesische Armee und deren umstrittene
Elite-Einheit »Kopassus« massiv in der Provinz präsent, ausländischen
Journalisten ist der Zutritt weiter verwehrt. Papuanische Vertreter
werfen der Regierung nicht nur politische Unterdrückung, sonder auch
ökonomische Vernachlässigung und Ausbeutung vor. So kommt es in den
Gold- und Kupferminen regelmäßig zu Streiks und gewaltsamen
Zusammenstößen. Seit der Eskalation der Auseinandersetzungen im Juli
2011 kamen mindestens 40 Menschen ums Leben, 170 sitzen wegen
»separatistischer Aktivitäten« in indonesischen Gefängnissen.

 

18.3.2012:

MENSENRECHTEN de MOLUKKEN en WEST PAPUA / LEOPARD-TANKS niet naar INDONESIË

(The people representation in the Netherlands – we call it Tweede Kamer der Staten Generaal), has decided that the Human Rights in West Papua by Indonesië are recognised !)

Enkele maanden geleden zijn er in de Tweede Kamer der Staten Generaal enkele moties ingediend betreffende het schenden van de rechten van de mens door Indonesië in de Molukken en West Papua, alsmede over de contacten tussen de Nederlandse en Indonesische overheid over het leveren van 100 Leopard-tanks, die voor de Defensie in Nederland niet meer bruikbaar zijn en door verkoop aan Indonesië nog zo’n 230 miljoen euro zouden kunnen opleveren.

Ik neem u eerst mee naar de ingediende moties over het schenden van de rechten van de mens door Indonesië in de Molukken en West Papua, alsmede de onderdrukking van christenen in Indonesië.

De motie die ingediend is op 04 oktober 2011 door:

W. R. F. Kortenoeven (PVV) en E. Dijkgraaf (SGP).

Citeertitel van de motie: De mensenrechten van de Molukkers, Papua’s en Christenen.

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constateerde, dat er een bijzondere historische band en betrokkenheid bestaat tussen Nederland en de Molukse bevolkingsgroep in Indonesië,

en

voorts constaterende, dat er een bijzondere historische band en betrokkenheid bestaat tussen Nederland en de Papua bevolking.

overwegende: dat de mensenrechten van de Molukkers en Papua’s veelvuldig geschonden worden !

Deze motie is met UNANIEME stemmen aangenomen (CDA, CU, D66, GL, PvdA, PVVD, PVV, SGP, SP, VVD) door de Tweede Kamer der Staten Generaal, hetgeen betekent dat er voor het kabinet geen enkele speelruimte meer is !

Dan de motie die is ingediend op 24 november 2011 door:

W. R. F. Kortenoeven (PVV), C. G. van der Staaij (SGP), H.J. Ormel (CDA) en J. S. Voordewind (ChristenUnie).

Citeertitel van deze motie: Onderdrukking van de Papua’s.

De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de kamer in de motie-vander Staaij c.s. (32500-V, nr. 113), grote zorge heeft uitgesproken over de mensenrechten in Papua en de regering heeft verzocht, hierop voortvarend actie te ondernemen, voorts wijzende naar de motie Kortenoeven / Dijkgraaf (van 04 okt. 2011), constaterende, dat de Indonesische autoriteiten nog steeds zeer repressief en geweldadig hebben opgetreden tegen de Papua’s, die opkomen voor hun politieke, economische en maatschappelijk rechten, en verzoekt de regering om:

1)
De Indonesische regering met spoed aan te spreken op haar verplichting om zich te onthouden van nhet plegen van geweld tegen de Papua’s.

2)
Er bij de Indonesische regering op aan te dringen de onderdrukking van de Papua’s te staken en de om politieke redenen gevangengenomen Papua’s vrij te laten.

3)
In internationaal verband aan te dringen op het instellen van beschermingmechanismes voor de Papua’s.

4)
Er bij de Indonesische regering op aan te dringen dat de dialoog met de Papua’s wordt hervat en dat uitvoering wordt gegeven aan de Speciale Autonomiewet.

Deze motie is dus UNANIEM (VVD, CDA, PVV, PvdA, SP, D66, GL, CU, SGP en PVVD) aangenomen op de gronden : het repressief en agressief schenden van de rechten van de mens door Indonesië in de Molukken, in Papua en tegen de Christenen in Indonesië in het algemeen.

Dan de motie over de levering van 100 voor Nederland niet meer bruikbare Leopard-Tanks aan de Republiek Indonesië.

Er is dus een motie ingediend om de regering ervan te weerhouden om deze tanks te leveren aan Indonesië.

Voor de levering waren : VVD, CDA en D66.

Tegen de levering waren : PVV, PvdA. SP, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en PVVD.

Kunt u zich voorstellen dat zowel de VVD, het CDA en D66, een aantal weken eerder ERKENNEN dat de rechten van de mens door Indonesië in de Molukken en Papua repressief en agressief worden geschonden en dan een paar weken later voor een levering stemt van oorlogswapentuig naar een land dat de mensenrechten stemt.

Nu nemen Nederlandse kabinetten het niet zo nauw met het leveren van niet meer bruikbaar wapentuig, want in het verleden werden er al korvetten geleverd aan Indonesië en aan bijvoorbeeld Lybië en Egypte, ook landen die er bekend om staan / stonden dat daar ook veelvuldig de rechten van de mens worden geschonden.

Dat de VVD en het CDA voor levering stemden is natuurlijk om zonder gezichtsverlies aan Indonesië kenbaar te maken dat de regeringspartijen wel wilden, maar dat de oppositie hen heeft tegengehouden, dus ook daar verantwoording wegschuiven, dat D66 ook voor stemt is een veeg teken, want vooral de laatste tijd kruipt D66 tegen de liberale hoek aan om zich op die manier bij de VVD te profileren. Daarmee doet D66 zich als Democraten66 geen eer aan.

En wat vindt u van het feit dat Nederland in de Top-10 van de wereld zit inzake levering van materieel voor de oorlogsindustrie en wat vindt u van het feit dat via Nederland veel wapentuig wordt doorgetransporteerd?

Terug naar het UNANIEM erkennen door de Tweede kamer der Staten Generaal van het schenden van de rechten van de Mens door Indonesië in de Molukken, in Papua en tegen de Christenen in het algemeen.

Deze stap is de eerste stap vanuit de Nederlandse overheid vanaf 1962 !

Het gaat me op dit moment te ver om hier een politieke toekomstbeschouwing te geven, maar ik kan wel aangeven dat op het gebied van mijn activiteiten in de asielprocedures, waarin ik de belangen van meerdere Papua’s verdedig er een andere basis is gekomen. Ook voor de Vluchtelingenkampen op het grondgebied van Papua New Guinea is dit een teken dat de mensen die daar zitten en erkend zijn als vluchteling door de UNHCR of PNG, maar zo niet teruggestuurd kunnen worden naar Papua en West Papua, want per slot van rekening heeft de Nederlandse Tweede Kamer der Staten Generaal UNANIEM erkend dat de Republiek Indonesië de rechten van de mens repressief en agressief schendt en heeft geschonden in West Papua.

Tot mijn volgende berichtgeving die zal gaan over de Papua’s in de Vluchtelingenkampen in Papua New Guinea, te weten : Marentiki, Evenkatop, Tinqui, Digo, Seven Cor, Finalbin, Katawim, Kaikok, Kuiu, Memeyop, Mapniam (de kampen in het grensgebied) en Komokpin, Trakbits, Dome 1, Dome 2, Wamena, Wiskey, Warastone, Atkamba 1, Atkamba 2, Atkamba 3, Niogamban en Blackware (de kampen verder landinwaarts.

Daarnaast is een begin gemaakt met het opbenbreken van de wet uit 1892, de wet op het Nederlands Staatsburgerschap, waarin heel duidelijk staat aangegeven, dat iedereen in het Koninkrijk der Nederlanden, ook in de Nederlandse overzeese gebiedsdelen zich Nederlands Staatsburger mocht noemen en het Nederlands Staatsburgerschap bezat,

Vanaf dat moment zijn alle Nederlandse overheden, alle Nederlandse kabinetten stap voor stap die wet gaan ontkrachten, totdat er in 1982 stond: dit geldt niet voor Nederlands Nieuw Guinea.

75 – 90 % van die kabinetten en/of Tweede Kamers waren van christelijke komaf, de VOC-mentaliteit die oud-premier Balkenende zo trots maakte en bracht.

Dat komt allemaal de komende tijd in een ander daglicht te staan, nu er na 50 jaar dichtgeschroeid geweten en vooruit schuiven nu de eerste Nederlandse erkenning is dat de rechten van de mens worden geschonden door Indonesië in de Molukken en in West Papua.

Siemon Goossensen
Wiecherlinckstraat 30
8011 KJ Zwolle
email : onderstesteen@hotmail.com

 

 

From: onderstesteen@hotmail.com
To: timmera@hrw.org; evertzk@hrw.org
Subject: MENSENRECHTEN WEST PAPUA / NEDERLANDS STAATSBURGERSCHAP / HIRSCH BALLIN
Date: Sun, 1 Apr 2012 11:02:01 +0200

MENSENRECHTENSCHENDINGEN INDONESIË en VLUCHTELINGENKAMPEN in PNG.

Human Rights Watch – Amsterdam

t.a.v. mevr. Anna Timmerman
Director Development & Outreach

en

t.a.v. mevr. Kim Evertz
Direction Assistent

Zwolle : 01 april 2012

Betreft : mensenrechtenschendingen door Indonesië in de Molukken en West Papua

 

: vluchtelingenkampen in PNG (Papua New Guinea

 

Onderstaand treft u een hele lange mailwisseling richting politiek Nederland aan en dan met name over voormalig Nederlands Nieuw Guinea, nu West Papua geheten en behorend sinds 1962 tot de republiek Indonesië.

Laat ik eerst even aangeven wie ik ben:

Naam : Siemon Goossensen
Adres : Wiecherlinckstraat 30
Woonplaats : 8011 KJ Zwolle
Telefoonnr. : 06-19954800
Emailadres : onderstesteen@hotmail.com

Gezien het feit dat ik op Post-HBO-wijze het blok Vreemdelingenwetgeving heb gedaan en het Jeugd- en Familierecht, heb ik het recht om in beide diciplines cliënten te verdedigen tot het hoogste rechtsniveau.

Dus voor Asielzoekers bij de IND, Vreemdelingenkamer en de Hoge Raad en bij de verdediging van kinderen en ouders in het Jeugd- en Familierecht, vanaf de Kinderrechter tot en met de Hoge Raad.

Nu doe ik ook de verdediging van een zestal Papua’s, afkomstig uit voormalig Nederlands Nieuw Guinea dus, maar nu behorend bij de Republiek Indonesië, die in 2008 en later naar Nederland zijn gekomen.

Drie van hen zijn afkomstig uit de Vluchtelingenkampen van de UNHCR op de grens van West Papua (Indonesië) en Papua New Guinea (voormalig Australisch Nieuw Guinea. Deze 3 zijn erkend door PNG als vluchteling.

Echter in de loop van de jaren vanaf 1962, zijn er na de binnenkomst in Nederland van die 500 Papua’s in 1962, weinig tot geen Papua’s meer in Nederland toegelaten, maar doorgestuurd naar o.a. Zweden, Duitsland, Amerika, Canada, Australië, enz. ondanks het feit dat de Papua’s die voor 1962 geboren zijn in het bezit waren/zijn van officiële Nederlandse geboorteacten en derhalve op het Nederlands Staatsburgerschap aanspraak zouden moeten hebben kunnen maken, evenals hun kinderen en kleinkinderen.

De Nederlandse regeringen vanaf 1892 tot 1982, hebben echter op een dusdanige wijze de wet op het Nederlands Staatsburgerschap zo veranderd, dat in 1982 bleek dat inwoners van voormalig Nederlands Nieuw Guinea uitgesloten waren voor de Nederlandse nationaliteit.

Er werden zelfs, tot de overdracht aan Indonesië in 1962, nog officiële Nederlandse geboorteactes uitgegeven, echter deze blijken achteraf niet veel meer waarde te hebben dan toiletpapier.

Echter daar waar de Nederlandse overheden vanaf 1962 – tot november 2011 een dichtgeschroeid geweten toonden inzake het voormalige Nederlands Nieuw Guinea (West Papua), zeker inzake de mensenrechtenschendingen door Indonesië in de Molukken en West Papua, heeft mijn aandringen richting de Tweede Kamer der Staten Generaal, zoals u in deze lange mail kunt lezen, uiteindelijk opgeleverd, dat er in november 2011 een motie werd ingediend, die tegen alle verwachting in een positieve UNANIEME uitslag opleverde.

Namelijk de Tweede Kamer der Staten Generaal nam met ALGEMENE stemmen de motie aan dat de mensenrechten door Indonesië repressief en agressief werden / worden geschonden door de Republiek Indonesië in de Molukken en West Papua.

Daar zijn dus vanaf 1962 tot op de dag van vandaag 400.000 – 500.000 doden voor nodig geweest om tot die conclusie te komen.

Zelf heb ik regelmatig de rapportages van Amnesty International en Human Rights Watch gebruikt om mijn onderbouwingen en verdediging steviger te maken in de aanvragen van de procedures en in de opvolgende zittingen.

Maar dus tot voor kort weigerde de IND deze schendingen van de rechten van de mens mee te nemen in hun beslissingen, aangezien deze mensenrechtenschendingen niet door de Nederlandse overheid weren erkend.

Voor de mensen uit West Papua komen hun procedures nu in een heel ander daglicht te staan, want de IND kan geen mensen uitzetten naar het land van herkomst, als door een ander land de status van vluchteling is erkend.

Naast het nu oppakken van de verkrachting van de wet op het Nederlands Staatsburgerschap door de Nederlands overheden vanaf 1892 tot op dit moment, kan ik nu mijn aandacht ook meer onderbouwd richten op de vluchtelingenkampen, waarin naar men zegt, ca. 12.000 – 14.000 Papua’s met een meer dan hoog percentage Nederlandse afkomst, vanaf 1984 hun leven LIJDEN ( u snapt de cynische humor, want eigenlijk is het je leven leiden) in die Vluchtelingenkampen en ook daar is het grootste percentage vluchtelingen door PNG erkend als vluchteling.

Dit zijn naar mijn mening de namen van de Vluchtelingenkampen waar dus de genoemde Papua’s hun leven LIJDEN, velen vanaf 1984, velen sterven daar en velen zorgen ook voor het nageslacht en velen die zitten / zaten, zullen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in het bezit zijn van een officiëel Nederlands geboortebewijs.

Marentiki
Evenkatop
Seven Cor
Finalbin

Tinqui

Digo
Kunkim
Katawim
Kaikok
Kuiu
Memeyop
Mapniam.

Ik heb ook een luchtfoto van de Australische Human Rights Watch en daar staan meerdere kilometers Papua New Guinea in, ook nog de volgende Vluchtelingenkampen aangegeven:

Kungim

Wiskey

Kuiu

Trakbits

Yogi

Wamena

Atkamba 3

Atkamba 2

Atkamba 1

Warastone

Blackware

Niogamban

Dome 1

Dome 2

Komokpin

En als laatste East Awin dat verder van de grens met Indonesië – West Papua verwijderd is.

In totaal ergens tussen de 12.000 – 15.000 vluchtelingen die voor het overgrote deel dus uit West Papua – Indonesië komen en daar dus al vanaf minimaal 1984 hun leven “LIJDEN”, ver bij de mensen ?, de Nederlanders vandaan die zich veelal christen noemen, maar het liefhebben van de medemens toch eigenlijk als een “ver van mijn bed(show)” beleven.

Dat dit de namen van die vluchtelingenkampen zijn is voor mij wel zeker, want ze zijn overgenomen van een luchtfoto van de Australische Human Right Watch Organisatie uit 2005.

Mijn vraag aan u is, kunt u mijn aan gegevens helpen over de toestanden en levensomstandigheden in die vluchtelingenkampen, om nu mijn aanpak richting de Nederlandse politiek steviger te onderbouwen ?

Bij voorbaat dank voor uw eventuele medewerking.

Met vriendelijke groet,

Siemon Goossensen
Juridisch- en Maatschappelijk Adviseur

 

 

4.4.2012
Please, everyone share this video as widely as possible.
This is incredibly distressing footage to watch but it is extremely important to gain support against the Indonesian military.
The TNI can’t hide from the truth anymore, they haven’t changed, they will continue killing until no Papuans are left.
It’s GENOCIDE

New evidence of torture in West Papua
www.youtube.com

A shocking new video which shows Tunaliwor Kiwo, a West Papuan farmer being tortured, allegedly by g…

 

8.5.2012:  Mensenrechten schennis na 50 jaar  eindelijk erkend, maar Leopard tanks worden misschien toch geleverd. Hoe tegenstrijdig is de Nederlandse politiek!   Lees onderstaande  e-mail van Siemon Goossensen richting politiek en media.
From: onderstesteen@hotmail.com
To: persvoorlichting@mindef.nl
CC: carsecretariaat@minaz.nl; m@minbuza.nl; postbus.minia@minbzk.nl; cie.buza@tweedekamer.nl; cie.biza@tweedekamer.nl; s.blok@tweedekamer.nl; s.buma@tweedekamer.nl; g.wilders@tweedekamer.nl; d.samsom@tweedekamer.nl; e.roemer@tweedekamer.nl; a.pechtold@tweedekamer.nl; j.sap@tweedekamer.nl; a.slob@tweedekamer.nl; c.vdstaaij@tweedekamer.nl; esther.ouwehand@tweedekamer.nl; h.brinkman@tweedekamer.nl; redactie@volkskrant.nl; redactie@telegraaf.nl; eindredactie@trouw.nl; redactie@parool.nl; hoofdredactie@destentor.nl; redactie@refdag.nl; redactie@nd.nl; nrc@nrc.nl; info@nrc.nl; redactie@eenvandaag.nl
Subject:DE TANKS VAN MINISTER HILLEN GAAN DE MENSENRECHTEN SCHENDEN IN PAPUA-INDONESIË
Date: Tue, 8 May 2012 15:39:16 +0200

t.a.v.

de minister van Defensie, de heer J. S. J. Hillen (CDA)
de minister van Buitenlandse Zaken, de heer U. Rosenthal (VVD)
de minister president, de heer M. Rutte
alsmede het volledige demissionaire kabinet.

Zwolle : 08 mei 2012
Betr. : Het demissionaire kabinet wil overtollige tanks toch aan Indonesië verkopen.

GELD VOOR BEZUINIGINGEN IS VOOR “KOOPMAN” HILLEN (CDA) BELANGRIJKER DAN DE MENSENRECHTEN,
of:

DE TANKS VAN MINISTER HILLEN GAAN DE RECHTEN VAN DE MENS SCHENDEN IN PAPUA-INONESIË.

 

Geachte heer Hillen en de andere genoemde bewindslieden,

Op de eerste plaats citeer ik de berichtgeving uit “de Volkskrant” (verslaggever Theo Koelé) onder de titel : Kabinet wil overtollige tanks “toch” aan Indonesië verkopen:

Het demissionaire kabinet wil, tegen de zin van de Tweede Kamer, overtollige tanks leveren aan Indonesië. De door bezuinigingen geplaagde minister Hans Hileen (Defensie, CDA) snakt naar de verwachte opbrengst van 200 miljoen euro.

Zijn collega Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken, VVD) wil de regering in Jakarta niet tegen zich in het harnas jagen; de verkoop van de Leopard-tanks is zo goed als rond. Dit melden bronnen rond het kabinet. Binnenkort wordt de Kamer geïnformeerd. De kans is groot dat de Kamer de voorgenomen leverantie dwarsboomt. Een meerderheid (PVV, PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, SGP, PVDD en Brinkman) heeft zich via een motie van Kamerlid Arjan Al Fassed (GroenLinks) uitgesproken tegen de transactie, omdat die in strijd zou zijn met het Nederlandse mensenrechtenbeleid.

De VVD, het CDA en Switchpartij D66 stemden toen voor de levering.

Maar het cynische is dat naar aanleiding van 2 moties (oktober 2011 en november 2011) met ALGEMENE STEMMEN door de Tweede Kamer der Staten Generaal is erkend dat de rechten van de mens door Indonesië repressief en agressief zijn en worden geschonden in Papua en de Molukken.

Verder uit de Volkskrant: Het wapentuig kan onder meer worden ingezet in Papua-Nieuw-Guinea, waar rebellen actief zijn (en naar mijn mening bedoelt de schrijver hier Papua-Indonesië, want Papua New Guinea is het voormalige Australische Nieuw Guinea, maar troost u, de Tweede Kamer der Staten Generaal maakte in okt. en nov. 2011 diezelfde fout door in het verslag van die motie het Indonesische Papau als Papua New Guinea te benoemen).

Al Fassed (GroenLinks) geeft verder in de Volkskrant aan: “Het Indonesische leger schendt mensenrechten. Daar mag het demissionaire kabinet met deze wapendeal niet aan bijdragen”.

Minister Hillen (“Als koopman heb ik geen moraal”) is de drijvende kracht achter deze beoogde transactie. Hij moet één miljard euro bezuinigen. Een deel ervan kan bekostigd worden door de verkoop van materieel. Nederland wil alle tanks afstoten.

Men kan dit het vervolg op de VOC-mentaliteit van oud-premier Balkenende noemen, uitgeroepen in 2006, handel en geld zijn voor het CDA belangrijker als Papua-levens in Nederlands laatste overzeese gebiedsdeel, het voormalige NEDERLANDS NIEUW GUINEA !

En dan durven die Nederlandse bewindslieden nog aan te geven dat de verkoop aan Indonesië volgens hen niet stuit op Europese regels voor wapenexport. Zerlfs loppen Hillen c.s. voorbij aan de protesten vanuit het Indonesische parlement tegen de aanschaf van deze tanks.

En hoe is het (in christelijke termen) in GODS naam mogelijk dat staatssecretaris Ben Knapen (CDA) in juli 2011 een contract afsluit uitgesmeerd over 5 jaar, met de intentie dat Nederland jaarlijks voor 2 miljard euro aan duurzame handel en produkten gaat afnemen van goederen zoals cacao, koffie,, thee, kruiden, palmolie, hout en vis. De staatssecretaris en de Indonesische ministers hebben daartoe in 2011, middels een gezamelijke verklaring hiertoe het startsein gegeven.

Is het boven in dat ministerie dan nog niet doorgedrongen dat in Indonesië ruim 3.000.000 miljoen kinderen tussen de 7 – 14 jaar, emotioneel en fysiek worden misbruikt door hen onder dwang ook in deze handel en wandel verplicht te laten werken. En is het daar ook nog niet doorgedrongen dat ruim 600.000 kinderen tussen de 7 – 14 jaar, emotioneel en fysiek worden mishandeld door hen als huishoudelijke hulp te laten werken in de kringen waar deze overheid de kontracten mee afsluit.

We hebben dus een minister van Defensie (Hillen, CDA), we hebben een staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Knapen, CDA), we hebben een ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties (Spies, CDA), waartoe ook het ministerie van Immigratie, Integrateie en Asiel (Leers, CDA) behoort en die eigenlijk hetzelfde doen als wat het Koninkrijk der Nederlansden al vanaf 1600, toen Nederland BEZIT nam van Nederlands Oost Indië. Voor dat christelijke deel van Nederland was toen en is nu geld belangrijker dan een mensenleven en zeker in Papua.

Geachte heer Hillen, hoe is het mogelijk dat u met die manier van handelen een ministerspost inneemt en hoe is het mogelijk dat u, net als uw collega’s, net als uw collega-regeerders vanaf 1962 met een dichtgeschroeid geweten om de (mensen)rechten van de Papua’s heenloopt.

Ik kan me niet voorstellen dat de kamer dit kabinet toestemming zal geven voor de verkoop van de door u KOOPMANSCHAP aangeboden tanks, per slot van rekening dient de Kamer ten alle tijden nog accoord te gaan met een export-vergunning, en mocht het alsnog voor u goed kunnen gaan, dan hoop ik uit de grond van mijn hart, dat de Nederlandse burgers U en het CDA straffen voor deze VOC-mentaliteit.

Hoogachtend,

S. Goossensen

Juridisch- en Maatschappelijk Adviseur

Wiechwerlinckstraat 30

8011 KJ Zwolle

telefoon: 06-19954800

email : onderstesteen@hotmail.com

 

 

29.4..2013:  Lees onderstaande link van Tapol en ervaar waarom ik  een inheems volk, zoals de Papoea’s steun in hun strijd naar vrijheid en als Nieuw Guinea veteraan verwijten blijf maken richting  Nederlandse politiek.

 

No Political Prisoners? Read this report from Tapol about suppression and know why a Dutch veteran supports this indiginous Papuan people!

http://tapol.org/sites/default/files/sites/default/files/pdfs/Suppression%20of%20political%20protest

tapol.org

Facebook

Lees de toespraak van minister Koenders: zo zou het moeten zijn, maar voor West Papua is de realiteit heel anders!!

Toespraak van minister Koenders voor de Mensenrechtenraad

Toespraak van de minister van Buitenlandse Zaken van Nederland, Bert Koenders, voor de Mensenrechtenraad, Genève, 2 maart 2015

We zijn op een historisch dieptepunt beland – laten we stoppen met rituelen

Vorige week las ik over een vrouw in Zuid-Soedan die gedwongen werd haar dorp te ontvluchten. Ze was toen hoogzwanger en beviel uiteindelijk op een boot die ronddreef op de Nijl. Dit verhaal trok mijn aandacht om drie redenen:

1.            Wij hebben de plicht de rechten te beschermen van deze vrouw, haar kind en van iedereen die waar ook ter wereld klem is komen te zitten door conflicten

2.            Journalisten moeten dit soort verhalen kunnen vertellen, in de veilige wetenschap dat ze niet bedreigd worden omdat ze hun werk doen.

3.            Bij het beschermen van de mensenrechten moeten we de gelederen sluiten om te waarborgen dat wij, de leden van deze Raad, niet eindigen als die boot op de rivier: meedrijvend op de stroom zonder te weten waar je naartoe wilt.

In het kader van deze drie punten wil ik het hebben over een gevaar dat ons werk sterk bemoeilijkt: rituelen. De tijd waarin we leven wordt gekenmerkt door grootschalige schendingen van de mensenrechten. Miljoenen burgers moeten het stellen zonder enige vorm bescherming. We moeten dit beseffen en onszelf aankijken in de spiegel: we zijn op een historisch dieptepunt beland. In veel landen moeten oppositieleiders vrezen voor hun leven. Denk aan de moord op Boris Nemtsov in Moskou afgelopen vrijdag.

De mensenrechten worden ernstiger bedreigd dan ooit tevoren, zo kunnen we lezen in het jaarverslag van Amnesty. Miljoenen mensen zitten klem door extreem gewelddadige conflicten en geweld van autoriteiten of gewapende groeperingen. Dit speelt zich af in landen als Syrië, Irak, Oekraïne, Noord-Korea en Nigeria. Da’esh/IS blijft terrein winnen en slaagt er nog steeds in jongeren over de hele wereld te rekruteren. De vrijheid van meningsuiting staat onder druk en dat geldt eveneens voor de vrijheid van godsdienst. Da’esh vormt een bedreiging voor iedereen met andere opvattingen of ideeën. Dat blijkt uit de intolerantie jegens andere moslims, de vervolging van Yezidi’s en de massale ontvoeringen van Assyrische christenen in Irak.

De mensenrechten gelden voor iedereen, maar staan onder druk – ook in landen die niet worden geteisterd door extreem geweld. Maar al te vaak lijkt het alsof mensenrechten alleen gelden voor de dominante geledingen van de maatschappij en niet voor mensen die vaak gediscrimineerd worden, zoals vrouwen en de LGBT-gemeenschap. Dat heeft niets te maken met culturele verschillen: iedereen op deze planeet heeft recht op ontwikkeling: economisch, sociaal en cultureel. Haperende economieën en een slechte fysieke en sociale infrastructuur kosten miljoenen levens per jaar. De beginselen van Ruggie voor mensenrechten en bedrijven moeten volledig geïmplementeerd worden. We zéggen wel dat we de mensenrechten op al deze gebieden verdedigen, maar maken we dat ook waar? Aan de afschaffing van lijfstraffen is niet wereldwijd gehoor gegeven. Het afnemen van de moratoria op de doodstraf is zorgwekkend.

En naast deze ‘traditionele’ problemen zijn er nieuwe uitdagingen ontstaan. Cybercrime en terrorismebestrijding maken het erg verleidelijk het toezicht op te schroeven, ook al gaat dat ten koste van de privacy.

Voor de dagelijkse slachtoffers is de VN-Mensenrechtenraad abstract en ver weg. Dat heb ik gemerkt als speciaal gezant van de Secretaris-Generaal in Mali en Ivoorkust. Maar we moeten ook weer niet onderschatten hoeveel er bereikt is de afgelopen jaren. Om een voorbeeld te geven: het aantal gevallen van genitale verminking onder vrouwen neemt af. Het was lang een taboe, maar met behulp van een resolutie hebben we dat kunnen doorbreken binnen de VN. We hebben nog een lange weg te gaan, maar genitale verminking van vrouwen is in steeds meer landen strafbaar geworden. Een ander voorbeeld: in de VN werken we hard om een einde te maken aan kinderarbeid en het aantal werkende kinderen is wereldwijd aan het dalen. Niet snel genoeg, maar de trend is bemoedigend.

Maar we kunnen niet achteroverleunen: het is tijd voor een reset en nieuw activisme. We moeten beseffen dat we ons op een historisch dieptepunt bevinden. Er is behoefte aan veel meer voorlichting over mensenrechten waarbij voorrang wordt gegeven aan verhalen voor een nieuwe generatie. Geen enkele jongere mag aangetrokken worden door de geest en het millenarisme van geweld.

Mensenrechten zijn universeel; de beginselen hebben we vastgelegd in verdragen die overal ter wereld gelden. Natuurlijk zijn er lokale verschillen qua implementatie, maar het maakt niet uit of een verkrachting plaatsvindt in Anchorage, Ankara, Asunción of Amsterdam: de pijn blijft hetzelfde. Laten we daarom bewijzen hoeveel we gemeen hebben wanneer het aankomt op de eerbiediging van de mensenrechten.

We moeten veel waakzamer worden. We mogen niet toestaan dat de Raad verzwakt raakt. We moeten focussen op hetgeen ons verbindt. Onze dialoog binnen de Raad voor de mensenrechten draagt bij aan een breed gedragen begrip van onze waarden. We moeten elkaar ter verantwoording roepen en ervoor waken te worden meegezogen in een draaikolk van rituelen die al onze goede bedoelingen ongedaan maken.

Dit gevaar blijkt uit de term ‘checklist diplomacy’: allemaal goede bedoelingen zonder dat er echt iets bereikt wordt. We moeten tot een nieuw gezamenlijk begrip van universele mensenrechten komen. Macht en mensenrechten kunnen een ongemakkelijke combinatie vormen. Maar juist dat maakt het zo belangrijk te voorkomen dat mensenrechten worden gereduceerd tot lege rituelen waarvan de oorspronkelijke betekenis in de vergetelheid is geraakt.

We kunnen niet toestaan dat de verdediging van de mensenrechten uiteindelijk niets meer blijkt dan een rituele dans. Het ‘Rights Up Front’-initiatief van de Secretaris-Generaal is dan ook een belangrijke bijdrage. We moeten samenwerken willen we het verschil kunnen maken voor de vele mensen overal ter wereld die het slachtoffer zijn van mensenrechtenschendingen. Dit vergt onder meer voortzetting van een open en eerlijk debat. Hoe is het mogelijk dat verdedigers van de mensenrechten worden vervolgd in hun eigen land zodra ze hier in Genève hebben gesproken en verklaringen hebben afgelegd?

De Raad voor de mensenrechten beschikt over een aantal krachtige instrumenten om de positieve ontwikkelingen te versterken en wezenlijk vooruitgang te boeken op andere terreinen. We moeten deze instrumenten zo goed mogelijk inzetten. We hebben goud in handen als we die echt benutten.

De universele periodieke toetsing blijkt een goed instrument om op gelijke voet de dialoog met elkaar aan te gaan. Elk land wordt onderworpen aan dezelfde kritische toetsing. Ngo’s en verdedigers van de mensenrechten spelen hierin een belangrijke rol. Zji leggen schendingen bloot en nemen het in hun eigen land of regio op voor de mensenrechten, soms met gevaar voor eigen leven. We moeten hun recht zich te wenden tot de Raad handhaven en beschermen.

Een ander instrument is de bevoegdheid commissies in te stellen of speciale rapporteurs te benoemen die mensenrechtenschendingen onderzoeken en daarvan verslag uitbrengen. Dankzij de rapporten over Syrië en Noord-Korea is de mensenrechtensituatie aldaar bekend geworden in de rest van de wereld en inmiddels een prominent agendapunt.

Verder is er de Hoge Commissaris voor de mensenrechten die landen ter verantwoording roept bij schendingen van de mensenrechten. We zien uit naar de samenwerking met Hoge Commissaris prins Zeid, die heeft bewezen te staan voor universele rechten en deze boodschap actief uitdraagt. Deze instrumenten moeten worden gewaarborgd; de onafhankelijkheid van de Hoge Commissaris moet beschermd worden. En het secretariaat moet over voldoende financiële middelen beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren.

Op basis van deze instrumenten moet de Veiligheidsraad snel kunnen besluiten en tot zinvolle acties komen. Dat is helaas niet altijd het geval geweest. Daarom ondersteunt de Nederlandse regering het Franse voorstel het vetorecht van de vaste leden op te schorten in het geval van massale gruweldaden. Het Koninkrijk der Nederlanden wil actief bijdragen aan de handhaving van de internationale vrede en veiligheid. Daarom hebben we ons kandidaat gesteld voor een zetel in de Veiligheidsraad voor de periode 2017-2018. We willen uw partner blijven voor vrede, recht en ontwikkeling.

De Nederlandse regering vindt dat verdachten van ernstige schendingen van de mensenrechten berecht moeten worden door onafhankelijke rechters. Verantwoording vormt een integraal onderdeel van onze plicht gewone burgers te beschermen. We hechten veel waarde aan de verantwoording voor de internationale misdrijven die door alle partijen in Syrië worden gepleegd en daarom ondersteunen we de bewijsgaring door gespecialiseerde organisaties.

Het Nederlandse lidmaatschap van de Commissie voor de mensenrechten zal gericht zijn op actie. U kunt ervan op aan dat Nederland als zeevarende natie een vaste koers zal varen en de rituelen zal omzeilen die ten koste gaan van de essentie van ons werk: het bevorderen van de menselijke waardigheid.

Mensenrechten vormen al decennia een essentieel onderdeel van ons buitenlands beleid en zullen tot onze speerpunten blijven behoren. We willen onze doelen bereiken door dialoog en samenwerking. Om nog even terug te keren naar de vrouw op die boot op de Nijl: we zijn het haar verschuldigd alles voor haar en haar kind te doen om haar rechten te beschermen. Voor mij vormen zij het symbool van alle slachtoffers van mensenrechtenschendingen overal ter wereld. Met heldere afspraken, duidelijke communicatie en voortzetting van de dialoog blijven mensenrechten concreet en worden ze niet overschaduwd door rituelen. Zo kunnen we ons blijven inzetten voor het handhaven van de menselijke waardigheid. Het gaat over echte mensen en echte rechten.

We moeten schendingen van de mensenrechten voorkomen.
We moeten onze burgers beschermen.
We moeten de daders vervolgen.

We staan op een historisch dieptepunt: we hebben geen tijd meer te verliezen

Zie ook

Verantwoordelijk ministerie

 

Comments are closed.